De context van archief, de omgeving waarin archief wordt gepro
duceerd, vormt vanouds met het archief zelfhef object van de archief
wetenschap. Archiefstukken staan niet op zichzelf: het zijn stukken die
zijn ontvangen of opgemaakt uit hoofde van de activiteiten of vervulling
van de taken van de archiefvormer. De activiteiten en taken van de
archiefvormer genereren de stukken, geven hen betekenis, bepalen hun
vorm en structuur en vormen hun interpretatiekader. Deze klassieke
noties krijgen de laatste decennia, onder invloed van de massaselectie,
de digitalisering en de hogere eisen die een breder publiek aan de toe
gankelijkheid van archieven stelt, een nieuwe invulling zowel in theore
tische concepten als in de onderzoeksmethoden en praktische
applicaties. Van deze recente ontwikkelingen geeft dit jaarboek een
representatief beeld.
De Stichting Archiefpublicaties -een initiatief van de Koninklijke
Vereniging van Archivarissen in Nederland- wil met de serie jaarboeken
een archiefwetenschappelijk forum bieden voor theoretici en practici,
onder wie zeker ook studenten van de archiefopleidingen aan de
Universiteit en de Hogeschool van Amsterdam.
Deze bundel is niet alleen van belang voor archivarissen en andere
informatiespecialisten, maar voor alle gebruikers van informatie die in
de vernieuwende contextuele benadering nieuwe kaders voor de toegan
kelijkheid en interpretatie van informatie zullen vinden.
ISBN 90-71251-17-9
Jaarboek 2000, Stichting Archiefpublicaties