de grondige voorbereiding volstaan met controle van de voorgelegde dossiers, en de documenten ten bewijze van goedkeuring ondertekenen en afstempelen. Als je daar gevoel voor hebt, is het een bijzondere ervaring in Berlijn, tussen honderd duizenden puur Duitse dossiers, tienduizenden volledig Nederlandse dossiers aan te treffen. Volledig Nederlands qua uiterlijke vorm, uiteraard. Duitse docu menten zien er echt anders uit dan Nederlandse. En een Nederlands document in de Duitse taal opgesteld, blijft herkenbaar als een Nederlands document. De behandeling van verzoeken om inlichtingen over Duitse schade-uitkeringen aan Nederlanders De belangstelling voor de systematische beroving van de Joodse bevolkingsgroep tijdens de bezetting en het rechtsherstel in de periode van de wederopbouw was in 1998 zeer groot. Bekendmaking van het feit dat in Berlijn archieven aanwezig zouden zijn betreffende de schade-uitkeringen aan Nederlanders op grond van het BrüG, zou, naar men toen verwachtte, een stroom van verzoeken aan de Oberfinanzdirektion Berlin en de Wiedergutmachungsamter von Berlin op gang brengen. Deze instellingen waren er op dat moment in het geheel niet op inge steld dergelijke verzoeken te behandelen. Het ministerie van Financiën heeft toen met de Duitse overheid overlegd om die informatieverstrekking aan het publiek gecentraliseerd vanuit een instelling in Nederland -het Algemeen Rijks archief- te laten behandelen. De Duitse instanties, met name de WGA en de OFD, zouden hierdoor uitsluitend gecontroleerde verzoeken in gestandaardiseer de vorm ter behandeling ontvangen. Zij zouden de kopieën maken van de dos siers, welke via het ARA aan belanghebbenden worden toegezonden. Essentieel in deze opzet was dat het Algemeen Rijksarchief de beschikking zou krijgen over het kaartsysteem op de 9WGA/NL-dossiers, dat thans bij de WGA berust, hetzij in de vorm van microfiches, hetzij in de vorm van een tijdelijke uitlening van de originele Kartei. Hierdoor zou het mogelijk worden de verzoeken om kopieën van dossiers te voorzien van het juiste Duitse dossiernummer, het 9WGA/NL-nummer. In Berlijn zou men dan nog slechts in uitzonderingsgeval len in het originele kaartsysteem behoeven te zoeken. Uitlening van het originele kaartsysteem bleek onbespreekbaar, maar kopiëring stuitte niet op noemens waardige bezwaren. In mei 1998 is het bestand verfilmd. Nog voor het begin van de verfilming, bij een paar proefonderzoekjes in Berlijn, leek het erop dat het kaartsysteem geheel door elkaar geraakt was en daardoor waardeloos zou zijn. De namen van de Geschadigter, de benadeelden bleken absoluut niet alfabetisch te staan, maar in een schijnbaar willekeurige volgorde. Het duurde even voordat het kwartje viel en wij erachter kwamen dat de kaarten niet stonden opgesteld op naam van de Geschadigter, maar op naam van de AntragstellerDie namen staan onderaan de kaart vermeld (zie figuur 3). Achteraf, als je dat hebt ontdekt, is het eigenlijk ook logisch. Het kaartsysteem is aangelegd door de WGA, die een onderdeel vormen van de rechterlijke macht. Rechtbanken zijn altijd en bijna uitsluitend geïnteresseerd in de namen van de partijen en zelden of nooit in de objecten van geschillen. Voor de WGA vormen de Antragsteller de eisende partij en zijn de Geschadigter de 'objecten' waarover het geschil gaat. Goede raad was duur, letterlijk in dit geval. Het originele kaart systeem, en dus ook de verfilmde kopie, zou onvoldoende zijn om de aanvragen van Nederlandse belanghebbenden met succes te kunnen behandelen. De enige 268 optie die overbleef, was digitalisering van het kaartsysteem en wel door handma tige invoer in een database van de gegevens, vermeld op de kaarten. Het alterna tief, herordening van de originele kaarten op naam van de Geschadigter, was niet alleen onmogelijk omdat de Duitsers dat -terecht- niet wilden, maar uit archi- vistisch oogpunt verwerpelijk. In de zomer van 1998 heeft deze invoer inderdaad plaatsgevonden. Dat heeft de kosten van het project aanzienlijk verhoogd. Koppeling van archieven Het kaartsysteem blijkt uiteindelijk een centrale functie te vervullen in het gebruik van de Nederlandse en Duitse archieven, die ontstaan zijn bij de behan deling van aanvragen om uitkeringen krachtens het BRüG. Het beschikbaar zijn van een digitale kopie maakt het raadplegen uiterst eenvoudig. Op alle gegevens- elementen kan in de database gezocht worden. Uiteraard worden de meeste bevragingen gedaan naar de namen van de Geschadigter, de benadeelden. Wat het kaartsysteem verder zo bijzonder maakt, is de koppeling van dossiers die tot verschillende archieven behoren. Op elke kaart staat een tabel vermeld, bestaande uit vijf regels en drie kolommen. De vijf regels hebben betrekking op de vijf Sammelverfahren met de seriekenmerken 9WGA/NL/M, -W, -L, -S en -D. De drie kolommen hebben betrekking op de Duitse en Nederlandse dossierseries. In de kolom Aktenzeichen zijn de nummers van de Duitse dossiers vermeld. De Wiedergutmachungsamter en de Oberfinanzdirektion (voorheen SVV) hebben hun dossiers hetzelfde kenmerk gegeven. En in beide archieven staan, of beter, liggen de dossiers op deze kenmerken geordend. De kolommen Interne Kennziffern betreffen kenmerken van de Nederlandse administratie. De meest rechtse kolom bevat de kenmerken van de dossiers die de basisgegevens en bewijsstukken van de individuele claim bevatten. In de middelste kolom zijn de kenmerken vermeld van de lijsten, waarmee de individuele claims, welke deel uitmaakten van een Sammelverfahren, in Berlijn zijn ingediend. Deze lijsten komen dus in principe in alle archieven voor. Zij vormen de schakel tussen Nederlandse en Duitse admini stratie. DE CONTEXT EN DE GEBRUIKER HENNY VAN SCHIE JOODSE TEGOEDEN EN ARCHIEVEN. CONTEXT IN DE PRAKTIJK 269

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2000 | | pagina 135