De behoefte aan goed gestructureerde en gebruiksgerichte zoekmogelijkheden bleef daarmee bestaan (het project DiLIAS had overigens op zich geen vervolg en bleef half voltooid en ongeëvalueerd liggen2). Albert Meijer (Rijksarchief Zeeland) en schrijver dezes (Rijksarchief Gelderland) adviseerden als project groep Achterstanden toegankelijk maken van de Rijksarchiefdienst het Convent van rijksarchivarissen in december 1996 onder meer om voorrang te geven aan de ontwikkeling van een digitaal archievenoverzicht. Deze aanbeveling was met name gebaseerd op de voor de hand liggende gedachte, bij het zoekproces gebruik te maken van de hoofdstructuur van de door archiefdiensten beheerde bestan den: de opbouw uit afzonderlijke archieven. Ook speelde de opvatting mee dat bij het ontwikkelen van een systeem op dit niveau veel van de zoekproblemen zouden kunnen worden behandeld die kunnen voorkomen in een systeem dat alle niveaus van aggregatie omvat. Maar dan met een beperkt aantal objecten in de database, voor een proefproject een belangrijk voordeel. In 1997 -de Rijksarchieven Zeeland en Gelderland waren met het oog op eigen planning al met de voorbereiding van het project begonnen- adviseerde de werk groep Gegevensmodel LIAS, belast met het doen van een voorstel over de in een zoeksysteem op te nemen gegevens, de algemene rijksarchivaris om het groene licht te geven voor het Archiefvormersoverzicht als proeftuinproject niet voor maar bij de Rijksarchiefdienst. De projectopdracht was een werkend model van een digitaal archievenoverzicht te leveren. Op de achtergrond speelde inmiddels ook de ontwikkeling van een nieuwe versie van het archiefbeheerprogramma Archeion (thans ABS-Archeion). Hierin moest een zoekfunctie op bestands niveau worden ingebouwd, die echter embryonaal bleef door de beperkte moge lijkheden binnen het ontwikkelproces van ABS-Archeion. Het Archiefvormers overzicht beoogde tevens, langs experimentele weg aan te geven hoe deze functie eruit zou kunnen zien. De algemene rijksarchivaris stelde ƒ25.000,- ter beschik king, de beide dragende Rijksarchieven investeerden een veelvoud daarvan in menskracht. Voor de zomer van 1998 was het systeem klaar. Het rapport van de projectgroep werd bij brief van 7 oktober 1998 aan de algemene rijksarchivaris aangeboden. Klaar. Dat wil zeggen: er was een systeem gebouwd, in MS Access geprogram meerd door J an Andrik, voormalig medewerker van het Rijksarchief Gelderland. Het Archiefvormersoverzicht bestaat uit een invoer- en beheermodule; en een min of meer experimentele raadpleegmodule. Via de eerste module wordt de onderliggende database gevuld of inhoudelijk aangepast, waarna de gegevens overgepompt worden naar de raadpleegmodule. Hierdoor zijn beveiligingsproble men op eenvoudige wijze vermeden. De projectmedewerkers Inge de Jong en Paul van Dun hadden met hulp van andere medewerkers van beide Rijksarchieven de database gevuld met een realistische hoeveelheid 'echte' gegevens. Beproeving van het systeem in een realistische situatie was daarmee mogelijk en zou steeds beter mogelijk worden naarmate de database verder gevuld zou raken en de uit komsten van de tests in volgende versies verwerkt zouden zijn. Tijdens en na de ontwikkelingsfase is het Archiefvormersoverzicht gedemon streerd aan diverse groepen vakgenoten van binnen en buiten de Rijksarchief dienst en in Duitsland en België. De reacties waren en zijn zeer positief. Gemeenlijk vindt men de simpele toepassing van archivistische grondregels in een geautomatiseerde omgeving aantrekkelijk en de resultaten veelbelovend. Dat het project niet kon worden voortgezet is dus voor alle betrokkenen extra spijtig. De opzet van het project liet niet toe, de uitgebreide beproeving door archiefge bruikers die was voorgenomen, uit te voeren. Beperkte tests leverden echter al interessante gegevens op, die bij een doorontwikkeling van nut zullen blijken te zijn. Ook vanuit het bedrijfsleven werd en wordt belangstelling getoond. Daar echter inmiddels bij de Rijksarchiefdienst de prioriteiten anders gelegd waren en er geen belangstelling meer bestond voor de ontwikkeling van een zoek systeem, kon het project niet worden voortgezet, ondanks ook de veelbelovende mogelijkheid de nieuwe productieomgeving voor primaire toegangen (inventaris sen) van de Centrale Archief Selectiedienst (CAS) te Winschoten en het Archiefvormersoverzicht samen te voegen. Zonder ondersteuning waren de beide dragende Rijksarchieven zelf niet in staat met het experiment door te gaan. Zonder uitzicht op uiteindelijke implementatie moest worden gevreesd dat ook het tijdrovende verder vullen van de database verloren moeite zou zijn. Het prin cipe van de sunk costs werd daarom op het project toegepast, waarmee erger -throwing good money after bad- vermeden werd. Althans, zo leek het af te lopen - want er is op het moment dat dit geschreven een reële mogelijkheid dat het project uit de winterslaap zal worden gewekt. Het Archiefvormersoverzicht: een werkend digitaal representatie- en zoeksysteem voor archieven Beschrijving van inrichting en werking van een geautomatiseerd systeem op papier heeft iets vreemds. Het is alsof men in geschrifte een film navertelt. Ik beperk me daarom tot enkele hoofdlijnen en probeer het gebrek aan levende beelden op te vangen door een gevarieerde lay-out. Veel van de feitelijke informa tie is bijeengebracht in enkele tabellen en illustraties en in de bijlage. Achterliggende opvattingen en gedachten Het belangrijkste uitgangspunt heb ik hierboven genoemd: het zoekproces naar archivalische bronnen kan het beste de structuur van de bestanden volgen.3 Praktisch wil dat zeggen: eerst bepalen welke archieven of verzamelingen bij een gegeven zoekvraag in aanmerking komen. Daarna kan een gerichte zoekactie binnen een bestand worden uitgevoerd. Dat kan via een klassieke database- bevraging, via zoeken op trefwoord(en), al dan niet booleaans, al dan niet full text, en/of via een tekstpresentatie met HTML/XML, zoals bijvoorbeeld Encoded Archival Description EADdat we toen natuurlijk nog niet kenden, maar dat als presentatievorm voordelen heeft). Daarbij moet de gebruiker wel zo min moge- DE CONTEXT EN DE GEBRUIKER 2 Bij enkele Rijksarchieven bestaat een min of meer gevulde database, met name in Noord-Brabant. Er is perspectief dat de zoekmogelijkheden worden verbeterd, mogelijk door koppeling met het Archiefvormersoverzicht. 216 MAARTEN VAN DRIEL TRADITIE EN DIGITALITEIT 3 Dit is meer een stelling dan een bewezen waarheid. Maar twee dingen gelden zeker: de bewijslast ligt bij de pertinentialisten, niet bij de traditionele structuralisten en tot dusverre is er niets geproduceerd dat er op wijst dat dit bewijs ooit geleverd zal worden. Terwijl dit Archiefvormersoverzicht weer aardige aanwijzingen oplevert dat structureel zoeken werkt. 217

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2000 | | pagina 109