standpunten in het overleg van de EU. Onderzocht is hoe de besluitvorming in de EU verloopt en hoe de Nederlandse overheid haar inbreng in die besluitvor ming realiseert. Dit resulteerde in een aantal handelingen die het besluitvor mingsproces over de Nederlandse bijdrage aan de EU weerspiegelt. Uit dat onderzoek bleek dat de EU-richtlijnen en verordeningen ook rechtstreekse werking kunnen hebben op belanghebbenden in een beleidsterrein. De uit voering van de richtlijnen en verordeningen levert hoe dan ook neerslag op bij de actoren die uitvoering geven aan de EU-richtlijnen en verordeningen. Mijn veronderstelling was dat die werking altijd in Nederlandse regelgeving wordt ver werkt. Dat leek ook bevestigd te worden in de teksten van de regelingen, waarbij altijd wordt aangegeven dat met de desbetreffende regelingen een of meer EU-richtlijnen en verordeningen worden geïmplementeerd. Om deze veronder stelling te onderbouwen heb ik de richtlijnen nagezien op handelingen die niet in de wet- en regelgeving waren opgenomen. Mijn veronderstelling bleek niet te worden geschraagd door de EU-richtlijnen en -verordeningen. Ik heb uiteindelijk nog dertien handelingen van de Minister van LNV opgenomen die rechtstreeks voortvloeiden uit EU-richtlijnen. Elieruit valt te concluderen dat de Europese richtlijnen en verordeningen een bron kunnen zijn voor het beschrijven van handelingen. Op het beleidsterrein internationaal monetair beleid bleek ook nader onderzoek nodig naar de rol en besluitvorming van het Internationaal Monetair Fonds en aanverwante organisaties, om de taak en functie van de Nederlandse actoren in relatie tot de internationale actoren in hun context te kunnen plaatsen. In de beschrijving van een beleidsterrein moeten dus niet alleen de Nederlandse actoren worden opgenomen, waarvan de handelingen zullen worden beschreven, maar alle (internationale) organisaties waaraan de Nederlandse overheid deelneemt. De handelingen De methode schrijft voor dat beschrijving van een handeling een aantal elemen ten moet bevatten: de actor, de te verrichten handelingen in eigenlijke zin7, het product, de periode en de grondslag.8 Over de laatste drie punten is een aantal opmerkingen te plaatsen. Product De beschrijving van een handeling moet voldoen aan een aantal eisen. Volgens de in dit artikel beschreven definities van een handeling leidt een handeling tot een product. Een belangrijke regel daarbij is dat een product alleen een product is als het is gericht op de omgeving van de actor die de handeling uitvoert. De omgeving kan zijn een ander overheidsorgaan, rechtspersonen of natuurlijke personen. Het is nuttig om producten te benoemen. Als een handeling niet leidt tot een product in bovenstaande zin, is die handeling meestal geen handeling, maar een activiteit die deel uitmaakt van een handeling. Zo is bijvoorbeeld "Het voeren van overleg" meestal geen handeling. Er is wel neerslag (in dit geval notulen), maar het overleg levert geen product op dat op de omgeving is gericht. Het voeren van overleg is vaak een activiteit van een andere handeling, zoals bijvoorbeeld van "Het geven van advies aan Het begrip product moet niet verward worden met de term neerslag. De neer slag wordt gevormd gedurende het verrichten van een handeling. Het product is een gewenste resultaat van een handeling. Zo is het product van de onderstaande handeling een regeling en een besluit. De neerslag echter zal ook bestaan uit notities van ambtenaren, verslagen van vergaderingen met belangengroeperingen, adviesaanvragen en adviezen van adviescommissies, correspondentie etc. Het beschrijven van het product helpt de neerslag van deze handeling te identificeren. Periodisering Veel handelingen worden verricht op basis van wet- en regelgeving. De periodise ring van een handeling is dus vaak gekoppeld aan de invoering van wet- en regel geving. Dit kan problemen opleveren, omdat het instellen en intrekken van wetten en regelgeving niet altijd even duidelijk te traceren is. Hoewel het aan nemelijk is dat op het beleidsterrein Gezondheid en welzijn van dieren de Veewet is vervangen door de Gezondheids -en welzijnswet voor dieren, is het niet zeker wanneer dat is gebeurd. De Gezondheids- en welzijnwet voor dieren wordt name lijk in fasen in werking gesteld. Dat brengt mij op een volgend vraagstuk, namelijk het belang van de wettelijke grondslag van een handeling. Grondslag De meeste handelingen worden verricht op basis van een wettelijke grondslag. Dat wil zeggen dat één of meer artikelen in wet- of regelgeving bepalen dat een actor een handeling mag of moet verrichten. In het voorbeeld hierboven is het art. 12 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren die de minister de bevoegdheid geeft regels te stellen voor de reiniging en ontsmetting van verpak kings- en vervoermiddelen en verblijfplaatsen van/voor dieren, producten en voorwerpen. Voor het beheer en het onderhoud van de (beschrijving van de) handelingen bij de documentaire informatievoorziening, is het vermelden van de grondslag erg nuttig. Door vermelding van een grondslag kan snel worden onder zocht of een handeling bij wijziging van een grondslag, beëindigd of gewijzigd moet worden. CONTEXT EN FUNCTIONEEL INSTITUTIONEEL ONDERZOEK: PRAKTIJK 7 De term handeling slaat zowel op de beschrijving van de eigenlijke handelingen als op de beschrijving van de handeling inclusief elementen als actor, grondslag, periodisering, product. Dat laatste wordt ook wel aangeduid met het handelingenblok. s Algemeen Rijksarchief, Afdeling Relaties en Beheer, Productbeschrijving Het rapport institutioneel onder zoek, versie 08/11/94 ('s-Gravenhage 1994). 202 NOOR SCHREUDER DE METHODE INSTITUTIONEEL ONDERZOEK IN DE PRAKTIJK Actor Minister van Landbouw Handeling Het stellen van regels voor de reiniging en ontsmetting van verpakkings- en vervoermiddelen en verblijfplaatsen van/voor dieren, producten en voorwerpen. Periode 1992- Grondslag Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, art. 12 Product Embryobesluit (27 januari 1994, Stb 162) Regeling handel levende dieren en levende produkten, (30 november 1994, Stcrt. 250). 203

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2000 | | pagina 102