Die daarvoor benodigde structuur dient hem te begeleiden door de verschillende lagen van contextgegevens. Verschillende ingangen zijn mogelijk, bijvoorbeeld op trefwoord, op organisatorische structuur, op geografische of persoonsnaam, op overheidsfunctie of -taak enz. Full text retrieval vormt dan een aanvullende optie. Het is de uitdaging voor archivarissen een dergelijke goede (zoek)structuur te vinden, die bovendien onafhankelijk dient te zijn van de onderliggende techni sche infrastructuur. Samenvatting en conclusies Welke conclusies kunnen uit het vorenstaande worden getrokken? (1) De algemene conclusie is dat intellectueel beheer belangrijker is geworden in het informatietijdperk, omdat digitale archiefbescheiden geen fysieke entiteiten zijn. Dat lijkt niet erg schokkend, maar het zal naar mijn mening van fundamenteel belang zijn voor DIV-medewerkers en archivarissen bij het formuleren van strategieën voor digitale archivering en archiefbeheer. Daarbij kunnen twee gezichtspunten worden onderscheiden: dat van archief beheer bij de (overheids)organisatie en dat archiefbeheer bij de archiefdienst. In het eerste geval is er sprake van incrementele beschrijving van archiefbe scheiden en de institutionele omgeving, waarin zij ontstaan, met als uit gangspunt het ondersteunen van het bedrijfsproces en het kunnen afleggen van verantwoording. In het tweede geval gaat het om beschrijving met een toegevoegde waarde, gericht op het bevorderen van toegankelijkheid en van de interpretatie van archiefbescheiden. Het plaatst -of zou dat moeten doen de archiefbescheiden in hun juiste historische perspectief. Beide perspectie ven zijn noodzakelijk om authenticiteit, begrijpelijkheid en toegankelijkheid van archiefbescheiden te garanderen. (2) Betekent dit dat toegankelijk maken van archiefbescheiden fundamenteel zal wijzigen als er sprake is van digitale archiefbescheiden? Nee, want het doel van archivistisch beschrijven (het interpreteerbaar en toegankelijk maken van archiefbescheiden) blijft hetzelfde. Het wordt anders, omdat de verander de aard van (digitale) archiefbescheiden dat vereist en omdat de technologie dat mogelijk maakt. De gebruikte technologie voor het vastleggen van informatie (in dit geval archiefbescheiden) is immers gewijzigd en zal in hoog tempo blijven verande ren. Het archiefstuk is virtueel geworden. Gegevens en structuur zijn geschei den. Software is nodig om een archiefstuk te presenteren op een beeldscherm. Technologische veroudering maakt het noodzakelijk dat archiefdiensten, maar ook overheidsorganisaties, speciale maatregelen nemen om de beschikbaarheid, leesbaarheid en begrijpelijkheid van archief bescheiden te handhaven. Het meest belangrijke is echter de noodzaak om de oorspronkelijke omgeving waarin het digitale archiefstuk is ontstaan en beheerd, op een meer expliciete wijze te beschrijven dan bij papieren archief bescheiden het geval is. Alleen dan is het mogelijk om de onderzoeker een indruk te geven van de authenticiteit van een digitaal archiefstuk. Deze authenticiteit is gebaseerd op zowel de beschrijving in de vorm van metadata en de notie van unbroken custody. Het in een papieren wereld bekende look and feel aspect kan in een digitale vorm alleen worden gesimuleerd en wordt vooral ontleend aan de beschrijving ervan. (3) Niet vergeten mag worden dat papieren en digitale archiefbescheiden voorlo pig (en waarschijnlijk wel altijd) naast elkaar bestaan. Dat vraagt extra aan dacht voor de onderlinge relatie tussen beide. Beschrijven en toegankelijk maken dienen zich dan ook toe te leggen op een ordenings- en zoekstructuur die die samenhang recht doet en waarborgt. Dat is immers ook het belang van de onderzoeker. Samenvattend zou de stelling kunnen zijn dat beschrijving in feite de meest sta biele factor is in de virtuele wereld van digitale archiefbescheiden. De fysieke componenten zullen immers onder invloed van de informatietechnologie voort durend veranderen. Dit alles leidt tot een filosofische gedachte. Wandelend door Barcelona bezocht ik met een collega de bekende en nog steeds niet afgebouwde kathedraal 'La Sagrada Familia'. Tijdens dit bezoek zagen wij een parallel tussen de poging van Gaudi om een ongrijpbaar iets als zijn geloof in God te materialiseren in een kathedraal en onze pogingen om ongrijpbare digitale archiefbescheiden vast te leggen en te behouden. Mensen hebben een sterke neiging om sporen van hun handelen en denken achter te laten. De paradox met digitale archiefbescheiden is echter dat wij als samenleving informatie willen vastleggen, maar dat -indien wij niets doen- wij het risico lopen geen sporen van onze activiteiten achter te laten. Dat is eigenlijk de wereld op z'n kop. Anderzijds zou men kunnen zeggen dat juist vanwege die virtuele en dynamische wereld van digitale informatie het steeds belangrijker wordt om belangrijke archiefbescheiden vast te leggen, te bewaren en te beheren. Vanuit dit perspectief is de functie van DIV-medewerker of archivaris van wezenlijk belang en dat is weer geruststellend. DE KWALITEIT VAN HET ARCHIEF EN HET ARCHIEFBEHEER 130 HANS HOFMAN HET INTELLECTUEEL BEHEER 131

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 1999 | | pagina 67