Publicatie van de archiefstukken was niet langer het uiteindelijke doel. De toe gankelijkheid en de efficiënte bevraging van de stukken hadden nu de hoogste prioriteit gekregen. De structuur van het archief, de relaties tussen de archiefbe standdelen waren ontdekt als het interpretatiekader voor de historische analyse. De oude ordeningsmethoden hadden primair de redactionele vorm en secun dair de volgtijdelijkheid van de stukken of een kunstmatige classificatie als uit gangspunt genomen. Zij werden nu vervangen door een geïntegreerd ordeningssysteem waarin de stukken van bijzondere aard geordend waren volgens een natuurlijke classificatie, dat wil zeggen: een classificatie die van de adminis tratief bepaalde eigen structuur van het materiaal was afgeleid. De auteurs van de Handleiding hebben niet expliciet een nieuwe definitie van het respect des fonds en het herkomstbeginsel gegeven. Impliciet deden zij dat wel, door het archiefbegrip zelf een andere inhoud te geven. Als onder het begrip archief het oud-archief van een gemeenschap wordt verstaan, dan houdt respect des fonds een verbod in op de vermenging van het oud-archief van twee of meer gemeenschappen, van laten we zeggen een stad en een provincie, en niet een verbod op de vermenging van de afzonderlijke archieven van de verschillende organen van die gemeenschap. De herordening van de verschillende archieven en archiefbestanden van de gemeenschap naar de verschillende aspecten van het gemeenschapsleven die door die archiefbestanden worden gedocumenteerd, is dan met respect des fonds niet in strijd en de splitsing van het oud-archief van één orgaan als dat archief meer dan één gemeenschap documenteert evenmin. Toegepast op het gemeenschaps-concept is het herkomstbeginsel een lokaal prin cipe, dat archieven en series bindt aan de stad, de streek of het land waar de gemeenschap, die door dat archief of die series gedocumenteerd worden, geves tigd is. Als onder het begrip archief daarentegen het archief van een bestuur of een ambtenaar wordt verstaan, dan houdt respect des fonds een verbod in op de ver menging van archieven van besturen of ambtenaren, ook als die archieven dezelfde gemeenschap documenteren. Wanneer dat (meer administratieve) archiefbegrip als uitgangspunt wordt genomen, betekent toepassing van het her komstbeginsel de binding van een archief niet aan zijn geografische, maar aan zijn administratieve context. Het archief wordt in die benadering niet blijvend gebonden aan de plaats waar de gemeenschap is gevestigd, maar aan de archieven waar het organische banden mee heeft: de archieven bijvoorbeeld van rechtsvoor- gangers en rechtsopvolgers. Het herkomstbeginsel richt zich dan op de archief vormer of zijn opvolger, ook al is deze niet (meer) gevestigd op dezelfde plaats waar de gemeenschap is gevestigd die door het archief wordt gedocumenteerd. Bij de praktische consequenties van de definiëring van het herkomstbeginsel in administratieve in plaats van geografische termen kan hier niet uitvoerig worden stilgestaan. Het zal echter duidelijk zijn, dat die consequenties zeer ingrij pend zijn geweest: de manier waarop het principe wordt gedefinieerd, bepaalt het antwoord op de vraag welke archieven in welke bewaarplaatsen thuis hoorden en welke stad, provincie of natie er de eigenaar van was. Het revolutionaire karakter van de paradigmaverschuiving in de archiefwetenschap Het wordt nu tijd om onze blik te richten op de paradigmaverschuiving van de dag van vandaag, die op haar beurt het klassieke paradigma op zijn kop zet. Deze paradigmaverschuiving heeft dezelfde karakteristieken als de paradigmaverschui ving die aan de wieg stond van de klassieke archiefwetenschap, of liever gezegd: ze heeft dezelfde karakteristieken als welke wetenschappelijke revolutie dan ook. Volgens Kuhn gaat dit proces als volgt in zijn werk. Normale wetenschap heeft de neiging zich te verzetten tegen fundamentele vernieuwingen, door voor alle nieuwe bevindingen die niet met het bestaande paradigma stroken het paradig ma op te rekken of, als dat niet mogelijk is, die nieuwe bevindingen te bagatelli seren of te ontkennen, net zolang totdat er zoveel en zo grote onregelmatigheden aan het licht komen dat ze de algemene geldigheid van het dominante weten schapsparadigma ondermijnen. Nieuwe concepten die inmiddels zijn ontwik keld, worden dan geïntegreerd in een nieuw paradigma, waaraan steeds meer beoefenaren van de wetenschappelijke discipline zich gaan committeren. In het concrete geval van de archiefwetenschap zijn het de verbijsterende ont wikkelingen in de informatie- en communicatietechnologie die aanleiding zijn tot de ontwikkeling van nieuwe ideeën en concepten, die op zeker moment niet meer in de bestaande archivistische traditie kunnen worden geïntegreerd. In het begin van de jaren tachtig waren de meeste archivarissen nog geneigd om de computer uitsluitend als een stukje hoogwaardige techniek te zien. De Canadese archivaris Hugh Taylor was de eerste die inzag dat de veranderingen in de archief wereld die door de nieuwe informatietechnologie teweeg worden gebracht niet louter technisch van aard zijn. De vraag die hij stelde in de titel van zijn artikel "Transformation in the Archives: Technological Adjustment or Paradigm Shift?"5 was dan ook een retorische. Hield Taylor misschien van sprookjes? In dat geval is het niet onwaarschijn lijk dat hij, voordat hij zijn artikel schreef, een sprookje van Janosh heeft gelezen, dat de titel "Het elektrische Roodkapje" draagt. Het elektrische Roodkapje, of laten we haar hier maar het digitale Roodkapje noemen, wordt door haar moeder naar haar digitale grootmoeder gestuurd om haar een mandje batterijen te brengen. In het bos komt ze de digitale wolf tegen en als ze met hem de nodige digitale avonturen heeft meegemaakt, springt ze met haar digitale oma uit de buik van de digitale wolf en leven ze daarna nog lang en digitaal. Mensen zijn geneigd de nieuwe wereld in termen van de oude te beschrijven, dat is wat Janosh zijn lezers probeert bij te brengen. Dat is ook de les die Hugh Taylor ons wilde leren: het nieuwe paradigma van de archiefwetenschap is niet het oude archivistische paradigma met het woord digitaal ervoor. Het nieuwe archivistische paradigma is een nieuw verklaringsmodel voor een wetenschapsge bied dat in een nieuwe ontwikkelingsfase is terechtgekomen, een verklaringsmo del waarin de fundamentele eigenaardigheden van de wetenschappelijke discipline opnieuw zijn gedefinieerd op basis van de herformulering en de herij king van de klassieke noties. 75 ARCHIEFWETENSCHAP 74 THEO THOMASSEN PARADIGMATISCHE VERANDERINGEN 5 Hugh Taylor, "Transformation in the archives: technological adjustment or paradigm shift?", Archivaria 25 (Winter 1987-1988), pp. 12-28. Zie ook: Terry Cook, "From information to knowledge: an intellectual paradigm for archives", Archivaria 19 (Winter 1984-1985), pp. 28-49.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 1999 | | pagina 39