legacy system - Verouderd, maar nog steeds in gebruik zijnd (geautomatiseerd) informatie systeem, meestal niet ontwikkeld overeenkomstig standaards. life cycle (of a record) - levensloop De fasen die een archiefstuk doorloopt vanaf vorming tot aan overbrenging of vernietiging. De levensloop kan bezien worden vanuit de dimensie van de taakuitvoering (ontstaan, gebruik, verlies van administratief belang) en vanuit de dimensie van het archiefbeheer (dynamisch beheer, semistatisch beheer, vernietiging (beheer t.b.v. het administratief gebruik) c.q. permanen te bewaring (beheer t.b.v. het gebruik door derden voor onderzoek). Het levensloopconcept is -allereerst in de Australische archivistiek- vervangen door het begrip records continuum, zie daar. macroappraisal - macroselectie Archiefselectie op het niveau van archieven, met het doel te bepalen welke archieven voor opname in een archiefbewaarplaats in aanmerking komen. In de regel wordt macroselectie gevolgd door selectie op het niveau van bestand delen. Zie ook: acquisition strategy en documentation strategy. maintenance - onderhoud Het geheel van conserverende maatregelen en handelingen met betrekking tot digitale archiefbescheiden (kopiëren, conversie, migratie). metadata - metadata, metagegevens Gegevens die gegevens in (geautomatiseerde) informatiesystemen beschrijven. non-current records - semistatische archiefbescheiden Archiefbescheiden die niet langer nodig zijn voor de taakuitoefening van de archiefvormer, maar nog wel door deze worden beheerd. Zie ook: semi-current records. Het onderscheid is subtiel. Semi-current records worden nog wel eens door de administratie gebruikt, non-current records niet meer. Indien overge dragen naar een archiefbewaarplaats heten ze archives. In Australië ook: inactive records. outreach program - archiefeducatie Educatieve activiteiten ontplooid om potentiële nieuwe bezoekers vertrouwd te maken met archiefonderzoek. Soms ook ruimer: propaganda voor archie ven. primary value - oorspronkelijk belang Het belang van archiefbescheiden voor de archiefvormende administratie zelf, hetzij voor de besturing van bedrijfsprocessen, het afleggen van verant woording of vanwege de kennis die ze bevatten. Primary value kan evidential en informational value omvatten. Zie ook: secondary value. principle of provenance - bestemmingsbeginsel Er worden verschillende interpretaties aan het principle of provenance gegeven. Het meest nabij komt wat nu het bestemmingsbeginsel heet: "het beginsel dat een archiefstuk onderdeel behoort te worden en te blijven van het archief, waarvoor het naar zijn aard bestemd is en waarheen het in een voorkomend geval moet worden teruggebracht." (Lexicon 10). De term principle of prove nance zelf lijkt beter vertaald te kunnen worden met herkomstbeginsel, maar dan eventueel zonder de expliciete toevoeging dat het stuk teruggebracht moet worden op zijn oorspronkelijke plaats binnen het archief (Lexicon 10, toelichting; NAT 84). In de regel wordt in de Engelstalige literatuur deze extra dimensie uitgedrukt met de term respect for original order, in de tegenwoordi ge Nederlandse terminologie: structuurbeginsel (Lexicon 9). private manuscripts - particuliere archiefbescheiden Zie: manuscripts. provenance - archiefvormer De persoon of organisatie die in de uitvoering van taken het archief heeft gevormd en gebruikt. De definitie sluit de mogelijkheid in dat een bepaald archief (blok) is gevormd door meer dan een archiefvormer. Sommige archief diensten verstaan onder provenance in de eerste plaats de overbrengende instantie. Er kan dan verwarring ontstaan bij de interpretatie van het principle of provenance wanneer die organisatie niet de oorspronkelijke archiefvormer is, maar bijvoorbeeld een rechtsopvolger. Zie ook: records creator. In de terminologie van manuscript curators (beheerders van manu scripten en particuliere archieven) is provenance de bron waarvan de docu menten zijn verworven. Zie ook: functional provenance. record - (1) archiefstuk; (2) record (1) "Archiefbescheiden (archiefstukken) zijn al die bescheiden die ongeacht hun vorm naar hun aard bestemd zijn om te berusten onder de instelling, persoon of groep van personen die deze heeft ontvangen of opgemaakt uit hoofde van zijn/haar activiteiten of vervulling van zijn/haar taken." (Lexicon 1). (2) In geautomatiseerde gegevensverwerking is een record een aantal onder ling gerelateerde gegevenselementen die samen een eenheid vormen. record group - Een geheel van archiefstukken die functioneel bij elkaar horen en afkomstig zijn van een zelfde organisatie; de record group is vastgesteld op basis van her komst, met speciale aandacht voor de administratieve geschiedenis, de com plexiteit en hoeveelheid stukken van de betrokken organisatie. Er is geen volledig Nederlands equivalent voor de term; archiefblok komt het meest nabij. Record groups worden vooral gevormd voor beheersdoeleinden; ze zijn vaak zeer groot, bijvoorbeeld het archief van een heel ministerie. Het begrip is een 'uitvinding' van Theodore Schellenberg voor de National Archives in Washington. Het heeft binnen Noord-Amerika navolging gevon den. In Australië is het afgewezen. Canada vervangt het begrip door fonds. BIJLAGE 238 PETER HORSMAN ENGELSTALIGE ARCHIEFTERMEN 239

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 1999 | | pagina 121