die op de hoogte willen blijven van de ontwikkelingen in de archivistiek. Juist
in het huidige digitale tijdperk is de archiefwetenschap internationaler dan ooit
geworden. Kennis van niet-Nederlandse termen -en in het bijzonder geldt dat
voor Engelstalige terminologie- is daarbij onmisbaar.
access - openbaarheid
(1) Zowel het recht op, de gelegenheid tot, als het middel tot het vinden,
gebruiken of benaderen van informatie; de mogelijkheid gebruik te maken
van archiefbescheiden, doorgaans onderworpen aan regels en voorwaarden.
(2) In elektronische gegevensverwerking: het proces van toevoegen van
gegevens tot en halen uit het computergeheugen.
accessibility - toegankelijkheid
De beschikbaarheid van archiefbescheiden voor raadpleging als resultaat
van zowel formele (juridische) toestemming, als van de aanwezigheid van
(archief)toegangen. In de Nederlandse archiefterminologie is het begrip toe
gankelijkheid beperkt tot de beschikbaarheid van toegangen (inventarissen,
plaatsingslijsten etc.), ter onderscheiding van openbaarheid: dat is de rechts
toestand waarbij een ieder bevoegd is archiefbescheiden te raadplegen.3
accountability - rekenschap, verantwoording
Het vermogen om rekenschap te geven verantwoording af te leggen.
Deze verantwoording kan van verschillende aard zijn, zowel intern gericht
als extern gericht: voortgang van werkzaamheden, financieel (fiscus,
accountantsdiensten), juridisch, politiek, maatschappelijk, cultureel.
accumulation - archiefvorming
Het genereren of laten ontstaan van archief. Ook: records creation.
Zie ook: records creator.
acquisition - acquisitie
(1) Het verwerven van archiefbescheiden door overbrenging, deponering,
bruikleen, aankoop, schenking of erfrechtelijke making.
(2) De geacquireerde bestanddelen zelf. Ook: accession.
acquisition strategy -
Een methode van institutionele analyse van archiefvormers die tot doel
heeft vast te stellen welke archieven belangrijk genoeg zijn om te worden
geacquireerd.
Zie ook: documentation strategy.
appraisal - selectie
Vaststelling of archiefbescheiden vernietigd kunnen worden of bewaard
moeten blijven. Appraisal is meer het vaststellen van de criteria, dan de
toepassing ervan.
archival administration - archiefbeheer
Management en uitvoering van de taken van een archiefdienst, zoals inspec
tie, selectie en vernietiging, overbrenging, acquisitie, toegankelijk maken,
conservering en beschikbaarstellen.
archival bond -
Het geheel van relaties van elk archiefstuk met andere stukken; het concept
dat archiefbescheiden alleen begrepen kunnen worden in hun samenhang
met de administratieve processen die ze genereerden en in hun onderlinge
samenhang.
archival function - archiefbeheer
(De bedrijfsfunctie gericht op) het beheer van voor blijvende bewaring in
aanmerking komende archiefbescheiden, in de regel uitgevoerd door een
archives (3), archiefdienst. In Australië ook: archiving function. Zie ook:
archival administration, recordkeeping function.
archival integrity - integriteit van archieven
De notie dat een archief in zijn geheel moet worden bewaard, zonder opde
ling, vervreemding, ongeautoriseerde vernietiging, of toevoeging; in feite is
het de logische consequentie van het bestemmingsbeginsel en structuurbe
ginsel.
archival quality - archiefkwaliteit, de hoedanigheid van archiefstuk
(1) De fysieke eigenschappen van de drager waardoor een document, onder
gecontroleerde condities, permanent bewaard kan blijven.
(2) De Angelsaksische archivistiek hanteert de term ook om aan te duiden of
een archiefdocument in aanmerking komt voor permanente bewaring.
Archives zijn dan records die archival quality hebben. Ook: archival value.
archival value - blijvende waarde
Het (administratief, fiscaal, juridisch, historisch) belang dat de bewaring van
archiefbescheiden voor onbepaalde tijd rechtvaardigt.
Zie ook hiervoor: archival quality.
archive group - archief
Vooral in Engeland overeenkomend met ons begrip archief. Een archive group
is vaak groot, bijvoorbeeld het archief van een heel ministerie. Zie ook: record
group.
BIJLAGE
3 J.L. van der Gouw, H. Hardenberg, W.J. van Hoboken, G.W.A. Panhuysen, Nederlandse archiefterminologie
(NAT) (Zwolle 1962), nrs. 108-109.
232
PETER HORSMAN ENGELSTALIGE ARCHIEFTERMEN
233