De structuur moet zodanig zijn dat anderen het gebruik en onderhoud kunnen voort zetten, zonder een beroep te hoeven doen op de kennis van de ontwerper. De regels voor het ontwerp van de structuur moeten dus eenduidig te interpreteren zijn. De gegeven structuur moet voorzien in de informatiebehoefte van de organisatie en in het bijzonder van de betreffende bedrijfsprocessen. Zo draagt ze bij aan een inte gratie van de archivering in het totaal van de organisatorische activiteiten. 5.2 Beschrijven Doel Archivistisch beschrijven is het (beknopt) weergeven in tekstuele vorm van kenmer ken van archiefdocumenten, groepen van archiefdocumenten, hun onderlinge samenhang (structuur) en de context waarin ze zijn gegenereerd en gebruikt. Anders uitgedrukt is archivistisch beschrijven het representeren van archiefdocumenten en verzamelingen van archiefdocumenten. Archivistisch beschrijven legt specifieke metadata vast. De archivistische literatuur kent aan beschrijven verschillende, overigens met elkaar verband houdende doelen toe: Bewijs dat een document bestaat; bewijs uit welke archiefdocumenten een archief op zeker moment bestond. Overzicht: uit welke documenten bestaat het archief van de organisatie, waarom zijn die documenten gevormd? Beheer: waar bevinden zich archiefdocumenten, hoe staat het met de afhandeling? Toegankelijkheid: middel voor gebruikers om documenten te vinden en te interpreteren. Het archivistisch beschrijven onderscheidt verschillende niveaus en verschillende objecten: de bestanddelen, dat zijn de basiselementen van het archief, zoals dossiers en registers, aggregaties van bestanddelen (reeksen, series), structuur (verband tussen bestanddelen en de bedrijfsprocessen) en de functionele en organisatorische structuur waarbinnen het archief is gegenereerd. De beschrijving representeert ook de ordeningsniveaus van het archief (zie paragraaf 5.1). Beschrijvingen van archiefdocumenten, hun structuur en context behoren tot het complex van (archief)metadata. Deze metadata kunnen zijn gegenereerd als gevolg van verschillende archiveringsprocessen, zoals registratie, opslag, selectie, enz. We beper ken hier het proces beschrijven tot het bewust maken, verzamelen en/of veredelen van gegevens (metadata) over archiefdocumenten en hun context met het oog op toegankelijk heid en gebruik. toegang en gebruik 89

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archiefschoolschrift | 2011 | | pagina 91