Archivering van elektronische post Technisch is het juist heel goed mogelijk elektronische post op te nemen. Immers, alle berichten passeren het interne elektronische postkantoor (postmaster) en kunnen daar 'onder schept', beoordeeld en desgewenst opgenomen worden - zelfs (vrijwel) zonder menselijke tussenkomst. Deze methode vereist wel dat de criteria voor opnemen scherp zijn geformu leerd. De criteria moeten vervolgens worden omgezet in formele regels die door een intelli gent computerprogramma geïnterpreteerd kunnen worden (expert agent). Alle berichten worden door het programma op afzender, geadresseerde, onderwerp en eventueel inhoud beoordeeld. Vooropgesteld de precisie van de regels, kan opnemen zo een hoge mate van betrouwbaarheid bereiken zonder dat de medewerkers zelf met archivering lastig gevallen hoeven te worden. Omdat e-mail ook voor persoonlijke en informele berichten wordt gebruikt en omdat de reply button zo handig is voor een snel antwoord of zelfs het starten van een nieuwe uitwisseling van berichten, is automatische archivering niet altijd even eenvoudig en komt het nog steeds op handwerk aan. Wanneer Een andere vraag is op welk moment (potentiële) archiefdocumenten onder controle van het archiveringsysteem gebracht moeten worden. Optimaal is op het moment van communicatie, dat wil zeggen dat het document volledig is en zijn rol in het werk proces gaat vervullen. Voor documenten die van buiten komen is dat het moment van ontvangst. Voor documenten die binnen de organisatie gemaakt worden is dat het moment dat het document het persoonlijke domein van de medewerker verlaat en onderdeel wordt van een groepsdomein. Documenten die nog in bewerking zijn, hoeven doorgaans nog niet gearchiveerd te worden. Voor veel documenten is het moment van overdracht aan de geadresseerde doorslaggevend. Echter niet voor alle. Diverse registraties, bijvoorbeeld, zijn in feite vanaf het begin van het aanleggen archiefdocument: registers in de boekhouding, bevolkingsregisters, ledenadministra ties en dergelijke zijn direct vanaf het openen van het bestand en de eerste registratie al archiefdocument. Dat tegenwoordig dit soort registraties de vorm hebben van databases doet aan hun status als archiefstuk niets af. Moderne inzichten over archivering benadrukken dat archivering pro-actief moet zijn. Dat wil zeggen dat het archiveringsysteem niet moet wachten tot een document zijn functie heeft vervuld, maar moet anticiperen op het genereren van archiefdocu menten. Een analyse van de bedrijfsprocessen moet als het ware voorspellen welke archiefdocumenten gecreëerd zullen worden. Nemen we de boekhouding als voor- archiefschoolschrift 1 /archiveren. een inleiding

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archiefschoolschrift | 2011 | | pagina 66