functie beeldbepalend is voor het handelen van de organisatie. De vraag is dan in hoeverre door het bewaren van de documenten die uit die functie voortvloeien, een enigszins betrouwbare - of beter: waardevolle - reconstructie van de activiteiten van de organisatie mogelijk zal zijn. Functionele selectie lijkt ook (vooralsnog) de beste methode om digitale archiefdocumenten te selecteren. Steekproeven Bij strikte toepassing van selectiecriteria vallen in veel gevallen massale bestanden ten prooi aan vernietiging. Immers, het beleid dicteert doorgaans het bewaren van samenvattende documenten, statistieken, jaarverslagen en beleidsstukken. Daarmee is het goed mogelijk het handelen op hoofdlijnen te reconstrueren, zo is de achterlig gende redenering. Bestanden die het directe resultaat zijn van taakuitvoering worden dan als op termijn vernietigbaar beoordeeld. Personeelsdossiers, huursubsidiestuk ken, bijstandszaken en dergelijke kunnen na afloop van de wettelijke bewaartermij nen in beginsel worden vernietigd. Historici maken daartegen soms bezwaar; niet alleen omdat dergelijke bestanden potentiële waarde hebben voor kwantitatief onder zoek, maar vooral omdat juist deze dossiers het beste beeld geven van wat er zich werkelijk afspeelde op de werkvloer en welke beslissingsvrijheid uitvoerende functio narissen hadden of zichzelf toe-eigenden. Het handelen op operationeel niveau wil namelijk nog wel eens afwijken van het formele beleid en vigerende procedures. Omdat ook de tegenstanders van vernietiging wel inzien dat het onmogelijk en zinloos is zulke massale bestanden (het gaat soms om vele strekkende kilometers papier) integraal te bewaren, is een mogelijke strategie steekproeven te nemen die een min of meer representatieve afspiegeling zijn van het geheel en tenminste een beeld geven van de feitelijke gang van zaken bij de uitvoering van het beleid. Instrumenten Hoewel elk archief in beginsel uniek is, vertonen archieven van gelijksoortige organi saties een sterke onderlinge overeenkomst. Op het gebied van selectie heeft dat - met name voor de overheid, bijvoorbeeld de gemeenten - geleid tot de ontwikkeling van min of meer universele selectie-instrumenten, hulpmiddelen waarmee selectie efficiënt en betrekkelijk objectief kan worden uitgevoerd. De waardering wordt dan uitgevoerd voor gelijksoortige archieven; de feitelijke selectie vindt vanzelfsprekend voor elk afzonderlijk archief plaats, waarbij dan nog de ruimte is van de oorspronkelijke waar dering af te wijken. Traditioneel zijn vernietigingslijsten het belangrijkste instrument. Deze sommen voor een bepaald type organisatie op welke categorieën documenten op een gegeven termijn mogen worden vernietigd. Vernietigingslijsten voor overheids- waarderen en selecteren

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archiefschoolschrift | 2011 | | pagina 55