3.2 Criteria Belangen Waardering gaat dus vooraf aan de feitelijke selectie, het scheiden van het kaf van het koren. Waardering is het toepassen van criteria voor bewaren of vernietigen. Deze cri teria worden bepaald door het belang dat de documenten hebben voor de administra tie of de maatschappij, voor het afleggen van verantwoording, het leveren van bewijs, of vanwege de kennis die ze bevatten. Je zou dus kunnen zeggen dat aan waardering en selectie samen nog een ander proces voorafgaat, dat van het opstellen van de crite ria op basis van het informatie- en archiefbeleid. De criteria zijn een verwoording van het bewaarbeleid. Dat beleid wordt gemaakt op basis van de belangen die de archiefdocumenten hebben of redelijkerwijs zouden kunnen hebben. Die belangen staan niet op zichzelf, maar zijn afhankelijk van belanghebbenden. Eerste belanghebbende is de organisatie die de documenten genereerde. Zij bepaalt de mogelijke waarde voor zichzelf door antwoord te geven op vragen als: is de informatie nog nodig voor de dagelijkse bedrijfsvoering, moeten de documenten nog dienen voor het afleggen van verantwoording, zowel intern als extern, hebben ze nog enige andere bewijsfunctie, danwel is de informatie die ze bevatten nog nuttig? Het zijn de bewuste en onbewuste functies van archiefdocumenten die in paragraaf 1.2 behandeld zijn. Er kunnen ook buiten de organisatie personen of instanties zijn die het bewaren afdwingen: de belastingdienst, bijvoorbeeld. Voor de overheid weegt de politieke en maatschappelijke verantwoordingsplicht heel zwaar, het gaat daarbij immers om de controleerbaarheid van haar handelen. De overheid streeft er bovendien naar haar activiteiten over een langere periode reconstrueerbaar te houden. Een deel van haar archieven bewaart ze daartoe permanent ten behoeve van historisch en ander onder zoek. Dit deel wordt dan ook niet vernietigd, maar naar een openbare archiefbewaar plaats overgebracht. Ook niet-overheidsorganisaties zijn zich vaak van het historisch belang van een deel van hun archief bewust en nemen maatregelen om dat deel te bewaren. Dikwijls sluiten ze voor de lange-termijn bewaring een overeenkomst met een openbare archiefbewaarplaats. Vooral de criteria die de langdurige bewaring rechtvaardigen zijn moeilijk objectief te bepalen, te meer daar de belanghebbenden toekomstige geïnteresseerden zullen zijn, van wie nauwelijks is vast te stellen welke vragen ze zullen hebben. Vrijwel elk docu ment heeft een potentiële waarde als bron voor een of ander onderzoek. Hoe dan te weten aan welke documenten de schaarse middelen voor bewaring besteed zullen worden? Wie kan voorzien welke eisen onderzoekers over zeg vijftig jaar aan het bronnenmateriaal stellen? waarderen en selecteren

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archiefschoolschrift | 2011 | | pagina 53