waarin het archief is ontstaan, vervolgens de structuur. De inhoud van de documen
ten is daaraan ondergeschikt.
Bodemarchief
Tot op zekere hoogte hanteren tegenwoordig archeologen hetzelfde principe als archivarissen:
het niet verstoren van oude structuren structuren. Bij opgravingen, die de bestaande structuur
nu eenmaal fysiek verstoren, brengen ze de vindplaatsen van de objecten zorgvuldig in kaart,
omdat de samenhang tussen verschillende vindplaatsen soms nog meer onthullen dan de
objecten zelf. De term bodemarchief die archeologen hanteren, is inderdaad goed gekozen.
Onderzoek
Het zelf verrichten van archiefonderzoek is kosteloos, of beter gezegd: archiefbewaar
plaatsen brengen de kosten die ze maken niet aan onderzoekers in rekening.
Archiefonderzoek vereist kennis van het onderzoeksgebied en van de organisaties die
daarin werkzaam waren en dus archieven hebben gevormd. Vandaar dat aan archief
onderzoek altijd literatuuronderzoek vooraf gaat.
Hoewel de oudste archiefdocumenten in Nederland teruggaan tot in de negende
eeuw, is van archiefvorming van enige omvang pas sprake vanaf de dertiende en veer
tiende eeuw. Archiefdocumenten van voor 1700 vereisen vaardigheid in het lezen van
oudere handschriften, die bovendien vaak nog per regio verschillend zijn. Ook taal-
en woordgebruik wijken af van het moderne Nederlands.
Voor onderzoek in moderne archieven is het grootste probleem de overvloed aan docu
menten. Tegenwoordige bureaucratieën produceren een nog steeds toenemende hoe
veelheid aan vastgelegde informatie, in een steeds groter wordende verscheidenheid
aan verschijningsvormen. Archiefselectie en het beheer van nieuwe vormen van documen
ten zijn dan ook de grootste uitdagingen voor de archivaris in de komende decennia.
archiveren