Het Centraal Digitaal Depot (CDD) van de Justitiële Informatiedienst Verschillende archiefinstellingen zijn bezig met een digitaal depot. Het Rotterdams Archief heeft er één en het Nationaal Archief is druk bezig met de ontwikkeling van haar digitale depot. De Justitiële Informatiedienst (JustID) heeft vanaf 2007 een centraal digitaal depot operationeel. In dit artikel wordt beschreven wat het is, waarom het is ontwikkeld en wat de voordelen ervan zijn. Het zal blijken dat het een geheel ander doel dient dan de twee eerder genoemde digitale depots. Ontstaan van de Justitiële Informatiedienst Door de Bestuursraad van het ministerie van Justitie is op 10 december 2004 besloten tot de vorming van de Justitiële Informatiedienst. Door de samenvoeging van de Verwijs Index Personen (VIP-organisatie van het Centraal Justitieel Incasso Bureau in Leeuwarden) en de Centrale Justitiële Documentatie (CJD) in Almelo werd het mogelijk hun taken op het gebied van de informatievoorziening in de strafrechtsketen onder te brengen binnen één organisatie, de Justitiële Informatiedienst. JustID bestaat sinds 1 januari 2006. Op de afdeling Expertise- en Dienstencentrum Digitale Archivering (EDDA) is men verantwoordelijk voor het uitvoeren van alle processen met betrekking tot het aansluiten van klanten op het CDD+ en voor het beheren van archieven van partners in de justitiële ketens. Deze activiteiten passen naast alle (handmatige) administratieve en op archivering gerichte werkprocessen met betrekking tot de bij JustID ondergebrachte informatie systemen. Deze informatiesystemen betreffen gegevensbestanden van vele Nederlandse en buitenlandse personen. De primaire taak van JustID met betrekking tot deze laatsten is het verstrekken van een integer en een integraal persoonsbeeld van justitiabelen aan daartoe gerechtigden. Ontstaan van het Centraal Digitaal Depot (CDD+)3 Het idee voor het CDD+ is eigenlijk ontstaan vanuit de gedachte dit integer en integraal persoonsbeeld nog breder te maken door niet alleen gegevens betreffende justitiabelen beschikbaar te stellen, maar ook de archiefdocumenten waaruit veel van deze gegevens zijn betrokken. Al deze gegevens op één plaats beheren is veel efficiënter en draagt bij aan de primaire taak van JustID. Justitie kent in de strafrechtsketen veelal op persoonsgerichte werkprocessen. In de justitiële organisaties werken mensen samen, wisselen ze berichten uit en delen ze informatie om hun werkprocesdoelen te realiseren. De handelingen die in de werk processen worden uitgevoerd vinden uiteindelijk hun neerslag in documenten. Documenten die het handelen van de organisaties verantwoorden. Het dossier is voor de uitvoerende functionaris (nog steeds) een centrale informatiebron. Het is een beproefd hulpmiddel en het biedt documenten geordend en in hun onderlinge samenhang aan. Het geeft daarmee elk individueel document zijn specifieke betekenis. Nadat het dossier een actieve rol als informatiebron heeft gespeeld in het werkproces belandt het doorgaans in het archief. Klaar voor hergebruik in het werkproces. Doelen CDD+ De opzet van het Centraal Digitaal Depot (CDD+) heeft als doelen om binnen de archiefrechtelijke kaders te komen tot: 1 digitale werkstroom (zie figuur 1); Gestandaardiseerd digitaal dossier; Directe toegankelijkheid vanaf de werkplek tot het archief; Papieren documenten met behoud van bewijskracht geautoriseerd om te zetten in digitale documenten; Digitale duurzaamheid waardoor digitale archiefvoering mogelijk is (papier mag na digitalisering worden vernietigd); Integratie van het archief met andere bedrijfsprocessystemen middels een gestandaardiseerde koppeling, bij JustID bekend als elektronisch berichten verkeer; Integratie van kantoorautomatiseringomgeving (MS-Office producten) met archief. douwe huisman* adviseur digitale duurzaamheid bij de Justitiële Informatiedienst. digitale depots in nederland 87 Met CDD+ wordt het concept bedoeld rondom het digitale dossier, terwijl met het CDD het eigenlijke centrale depot wordt bedoeld.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archiefschoolschrift | 2010 | | pagina 45