De archiefervaring van JefJansen LAKENSTEEG Tot het werk van een archivaris behoort de advisering over straatnaamgeving. In Schiedam bestaat daarvoor sinds 1959 een commissie met de gemeentearchivaris als voorzitter. Vanaf 1995 ben ik hiervan secretaris. Ooit was dit gewoon de Straatnamencommissie, tegenwoordig de commissie Naamgeving Openbare Ruimte. In de commissievergadering begin 2015 is besloten de naam te ontlenen aan het ambacht of de nijverheid die in deze steeg heeft plaatsgevonden. En dus was het mijn taak een onderzoek te doen naar de bewoningsgeschiedenis. Onderzoek naar de historie van een huis gaat eigenlijk hetzelfde als genealogisch onderzoek: beginnen in het heden en daarna steeds verder terug naar het verleden. Het startpunt was dus de huidige adressering en kadastrale aanduiding. Dankzij het in de kadastrale wereld bekende 'Register No. 71' kon de geschiedenis getraceerd worden naar de oorspronkelijke kadastrale legger van 1832. Toen beginnen de moeilijkheden pas echt, want voor die tijd kende Schiedam een systeem van Dat systeem was overigens niet lang voor 1832 ingevoerd, namelijk in 1803. Daarvoor werden de huizen in de stad doorlopend genummerd. Te beginnen bij 1 op de kruising van de Korte Dam en de Hoogstraat, en eindigend bij nummer 1498 in het meest zuidelijke gedeelte van de stad. Dit gebruikte de stad nadat in 1748 de belastingverpachting was afgeschaft. Nu is Schiedam in de gelukkige situatie dat de onroerendgoed- registers, 'giftboeken', al vanaf 1546 bewaard zijn. Toch is het onderzoek voor 1734 echt een puzzel, omdat per pand alleen de naastwonenden of 'belenders' zijn vermeld. Maar belenders overlijden en bovendien kan een eigenaar op meer plekken in de straat onroerend goed hebben gehad. Dus is het nood zakelijk over een langere periode en van een groter gedeelte van de straat onderzoek te doen, om zeker te weten wanneer welke eigenaren en welke belenders er van welk pand waren. Archiefpuzzels, heerlijk! nummer 8 201 5 5 Het gebeurt niet vaak dat in het historisch centrum een naam vereist is. Dit kan het geval zijn als bij nieuwbouw het straten- patroon verandert, maar het kan ook zo zijn dat een bestaande steeg nooit een naam heeft gehad. Dat laatste was het geval. Het ging om een steeg aan de Hoogstraat, die aan de andere kant uitkomt op de Lange Haven. De steeg is al aangegeven op de een na oudste kaart van Schiedam, die van Jacob de Gheyn uit 1598. Jef Jansen: 'Archiefpuzzels, heerlijk!' (foto Jan van Kampenhout). huisnummering per wijk. De wijken werden daarbij aangeduid met een letter. Er moest dus achterhaald worden wat de wijkletter en het wijknummer was. Om een lang verhaal kort te maken: het bleek dat in een van de hoekpanden van de steeg tussen 1589 en 1627 ene Eeuwout Huybrechtss woonde, die van beroep lakenkoper was en die zijn pand 't Root Scharlaken noemde. De keuze was nu tussen de namen Lakenkoperssteeg, Scharlakensteeg of Lakensteeg. Omdat deze laatste naam het best in het gehoor ligt, is die gekozen. Daarmee is ook aan een belangrijk uitgangspunt voor naamgeving in de binnenstad voldaan, namelijk dat een naam moet klinken alsof die al eeuwen bestaat. Bovendien was de lakennijverheid, naast de haring vangst, lange tijd de belangrijkste inkomstenbron in Schiedam. Samen met de 'Raam' is er nu een tweede straat die hieraan herinnert. Giftboek (1589) waarin de steeg wordt aangeduid als 'die steech off heerpadt Jef Jansen senior medewerker Gemeentearchief Schiedam, toecommende deser stede' (coll. Gemeentearchief Schiedam, archief Gerechten secretaris van de commissie Naamgeving Openbare Ruimte. van Schiedam, archiefnr 454, inv.nr. 329; foto Jan van Kampenhout).

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2015 | | pagina 5