Sinds 2005 is het Drents Archief gefuseerd met het Gemeente
archief Assen. Hoe is dat gegaan en wat betekende dat voor
jou?
'In 2005 is het Drents Archief als laatste een Regionaal Historisch
Centrum (RHC) geworden, na een fusie met het Gemeentearchief
Assen. Dat was een eenmanspost geweest, dus een zeer
ingrijpende fusie was het niet. Aanvankelijk was collega Henk
Nijkeuter gemeentearchivaris, maar in 2012 heb ik dat van hem
overgenomen. In die functie heb ik te maken met twee collega's
van de gemeentelijke DIV-afdeling, de daarboven staande
afdelingshoofden en mensen die zich meer specifiek met ICT
bezighouden. Bovendien is sinds dit jaar een Strategisch
Informatie Overleg (SIO) opgestart. Dat moet nog wat meer
inhoud krijgen, maar het biedt wel veel meer dan voorheen de
mogelijkheid voor de gemeentearchivaris om problemen rond het
informatiebeheer bij de gemeente op een hoger niveau aan de
orde te stellen. Belangrijk hangijzer bij de gemeente is de
digitalisering. Ook Assen zoekt naar de manier waarop ze dat
goed aan kunnen pakken en hoe het moet met het e-depot. Als
gemeentearchivaris adviseer ik daarin, ondersteund door een
collega die als archiefinspecteur fungeert en collega's die meer
van specifieke ontwikkelingen als het e-depot afweten. Daar
naast ben ik een paar jaar geleden senior beleidsmedewerker en
rijksarchivaris geworden, een mooie combinatie van taken. Er is
meer ruimte voor historische en archivistische inhoud en ik kan
jongere collega's adviseren en coachen. Bovendien heb ik in al
die jaren een aardig netwerk opgebouwd in Drenthe en ook dat
komt vaak goed van pas, niet in de laatste plaats bij mijn taak als
acquisiteur van particuliere archieven. Want ook dat doe ik, en
met veel plezier.'
Op vakantie in Avignon, met dochters Marinke en Pauline.
De jaarlijkse archiefbarbecue met collega's.
Je bent een kenner van zogenaamde 'havezaten'. Kun je daar
meer over vertellen?
'In 'de oude tijd' had je nog uren voor historisch onderzoek,
het zogenaamde grondslagonderzoek. Kom daar nu nog maar
eens om. In dat kader ontstond het boek Huizen van Stand.
Geschiedenis van de Drentse havezaten en andere herenhuizen
en hun bewoners. Een aantal collega's, waarvan hier inmiddels
niemand meer werkt, leverde stukken aan. Samen met de huizen
die ik zelf onderzocht is het een dik boek geworden. De eind
redactie heb ik gedaan met de helaas veel te jong overleden,
zeer goede collega Frank Hulst, die hier zijn archiefschoolstage
liep. Het boek werd in 1989 gepresenteerd. Omdat ik als enige
met het onderwerp bezig ben gebleven, ben ik een soort expert
in de Drentse havezaten en Drentse elite geworden. Sinds 1989
houd ik daar lezingen over in de provincie, voor allerlei vereni
gingen en diverse soorten serviceclubs. Bovendien heb ik vorig
jaar tweemaal als reisleider meegewerkt aan een bustour langs
havezaten vanuit het Drents Archief. Leuk om te doen, maar heel
anders dan een lezing geven.'
In Zwitserland met de familie tijdens wintersport.
Veel tijd en aandacht ging uit naar het bereiken van meer
publiek, niet in de laatste plaats ook langs digitale weg.
Dit mondde uit in het grote project Drents Archief 3.0, de opening
van een helemaal vernieuwd gebouw op 13 oktober 2012, en de
lancering van het platform Annodrenthe.nu. Gezien mijn
inhoudelijke kennis en ervaring was ik nauw betrokken bij de
ontwikkeling van Drents Archief 3.0.'
44 2015 nummer 8