Mijn moeder was de dochter van een slager en huisslachter (dat deed men toen nog) in Zweeloo. Ze stamde, ontdekte ik later toen ik bij het archief werkte, uit een belangrijk oud Drents boerengeslacht, de familie Weggemans. Mijn moeder was, simpel gezegd, huisvrouw. Ze heeft in haar leven hard gewerkt, maar nooit in dienstverband. Mijn vader was een rationele man met zeker ook emotionele kanten. Ik kon altijd goed met hem praten, vooral in de puber leeftijd als ik met allerlei bij die leeftijd passende problemen zat. Mijn moeder was vooral een gevoelsmens en dat heb ik deels van haar overgenomen. Ze was bovendien heel goed in de omgang met mensen en hield tot op hoge leeftijd al die contacten aan. In dat laatste ben ik dan weer minder goed; dat laat ik tegenwoordig grotendeels aan mijn echtgenote over... Mijn ouders zijn overigens beiden helaas overleden, mijn vader in 2004 en mijn moeder in 2010.' 'Van de lagere school herinner ik me voornamelijk het school gebouw. Gebouwd in de stijl van de Amsterdamse School, direct achter de kerk in Haren. Daar speelden we op het schoolplein verstoppertje, tikkertje, knikkeren en elastiektwist. In de winter maakten we er glijbaantjes. De ouderwetse kinderspelletjes dus. Je voelt je wel oud als je dat zo vertelt en het vergelijkt met wat kinderen tegenwoordig doen, maar goed. Ik herinner me zeker ook de bovenmeester, meester Bootsman, die meer in mij zag dan er op de lagere school uit kwam. Hij gaf bijles en al met al leidde dat ertoe dat ik naar de hbs kon. Wel moest je eerst toelatingsexamen doen, maar daar slaagde ik gelukkig voor.' 'Zoals dat gaat was de middelbare school zowel leuk als niet leuk. Niet leuk was het in elk geval dat ik in de tweede klas bleef zitten. Dat had er vooral mee te maken dat ik totaal geen aanleg voor exacte vakken had. Ik heb me dus de eerste drie jaar door de hbs geworsteld, totdat je in het vierde en vijfde jaar kon kiezen. Dat was mijn mooiste tijd op de middelbare school. We hadden een erg leuke club vrienden en ik werd gewaardeerd voor wat ik goed bleek te kunnen: schrijven, dichten en toneel spelen. Dankzij twee uitmuntende geschiedenisleraren, Bieleveld en Schuringa, had ik al vroeg het plan opgevat om geschiedenis te gaan studeren. De middelbare school is wat dat betreft voor de rest van mijn levensloop erg belangrijk geweest. Helaas zie ik nooit meer mensen uit die tijd. Ze zijn allemaal uitgewaaierd. Wel heb ik er een paar in mijn Facebookvrienden zitten en zo af en toe wissel je wat losse berichten uit. Eigenlijk zouden we eens een reünie moeten organiseren.' Jan (links) met zijn broer (midden) en neven van vaderskant. Eerste gezamenlijke vakantie met Edi, Parijs 1980. benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Huwelijk Edi en Jan, 1982. Hoe was je schooltijd? Je ging dus naar de hbs? 'Ja, en die stond in Helpman, een buitenwijk aan de zuidkant van Groningen. Toen ik daar kwam was het officieel nog een zogenaamde daltonschool, maar ik heb nooit daltononderwijs gevolgd. De school werd al snel omgedoopt in Zernike College en zo heet hij nog steeds. Het was een mooie vooroorlogse bakstenen school, met een hoge stoep ervoor en een grote betegelde hal waarin een fraaie trap met smeedijzeren hekwerk naar boven leidde. Alle leer lingen gooiden hun tassen - toen meestal de met teksten volgeschreven 'pukkels' - op een grote berg onder de klok in de hal.' Heb je nog bijzondere herinneringen aan die tijd? nummer 8 201 5 41

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2015 | | pagina 41