Van de Perre, weerwaarnemingen
en het genot van bijzondere
omstandigheden
Het is hoogzomer en eindelijk hebben we eens prachtig weer.
U begrijpt, ik schrijf dit stukje eerder dan u het leest. Heel
Nederland knarst en piept van een temperatuur die iets
boven ons normale patroon ligt, alsof we niet kunnen omgaan
met de natuurlijke variaties in het weer en bijbehorende
omstandigheden. Alsof het aanpassen in ritme, tijd en
energie iets heel erg abnormaals is geworden. We zijn dat
aanpassingsvermogen kennelijk kwijtgeraakt, met de
airconditioning, met de maakbaarheid van de wereld en met
de intolerantie ten aanzien van afwijkingen van onze al
maanden volgeplande agenda.
We leven collectief met een gevoel van onmisbaarheid voor
de wereld die altijd haast met zich mee lijkt te brengen. Dat
is bijzonder. We anticiperen tegenwoordig moeiteloos op
veranderende tijden als we per vliegtuig de halve wereld
rondreizen en ons dag-nachtritme ineens volledig wordt
omgedraaid. We vinden dat zelfs wel stoer, dat we zulke
globetrotters zijn en een jetlag is eigenlijk wel even interes
sant om te hebben. Het toont dat je een wereldburger bent.
Dat kiezen we zelf. Maar aanpassen aan het weer:
ho maar. Het weer overkomt ons. We klagen, zweten, zuchten
en veranderen in een murmurerende groep kleverige zeurders
die niet kan omgaan met het feit dat we geen regie op het
weer hebben.
Hannie Kool-Blokland Column
Dankzij Johan Adriaan van de Perre (1738-1790) en andere
verlichte achttiende-eeuwers, weten we ook dat het warmer
is dan gemiddeld, of natter, kouder et cetera. De naamgever
en eerste bewoner van het prachtige pand van het Zeeuws
Archief heeft dat toch maar mooi in gang gezet. Hij noteerde
weer, wind, temperatuur, luchtdruk, neerslag en publiceerde
die gegevens. Nog altijd piept de windwijzer in de bibliotheek
(verbonden met de windvaan op het dak) bij ruimende of
krimpende wind. Van de Perre correspondeerde met
wetenschappelijke genootschappen over heel Europa, was
voorzitter van het Zeeuws Genootschap der Wetenschappen,
van het Museum in de Wagenaarstraat, van het Natuurkundig
Genootschap en zelfs van het Natuurkundig Genootschap der
dames. Jammer dat ze een mannelijke voorzitter dachten
nodig te hebben, maar Van de Perre heeft het vast wel leuk
gevonden. Hij deed in ieder geval interessante proefjes met
de dames om elektriciteit aan te tonen en andere aan
schouwelijke nuttige natuurkundige dingetjes.
Nu had Van de Perre het wellicht ook iets makkelijker dan
wij: hij had tijd, absoluut geen haast, een puissant rijke
vrouw en een buitenplaats op Walcheren, kasteel Westhove,
waar hij in een lommerrijke omgeving in hoogzomer zijn
weerwaarnemingen deed.
De eerste meteorologische waarnemingen van Van de Perre
dateren van 8 augustus 1779, op Westhove. Alle begin is
moeilijk, ook weerwaarnemingen. Want hij had geen
voorbeeld, hij moest helemaal zelf verzinnen wat hij wilde
waarnemen, hoe en met welke instrumenten. Met die eerste
waarnemingen van Van de Perre wist men dan ook geen
raad: de gemiddelde maandtemperatuur die hij opgaf, was zo
'ongemeen hoog' (24,4 graden Celsius) dat die niet erg
geloofwaardig leek: hij was maar liefst zeven graden hoger
dan het maandgemiddelde van de negen andere plaatsen in
Nederland! Nu is het in Zeeland altijd mooi weer, de zon
schijn veel meer dan elders in Nederland, maar dit was toch
kennelijk een foutje in het berekenen van gemiddelde
etmaaltemperaturen, of de thermometer was kapot geweest,
of had in de zon gehangen. De observaties werden gemeld
aan de Natuur- en Geneeskundige Correspondentie Sociëteit.
Die haalde de foutjes uit de methoden en standaardiseerde
de werkprocessen (in onze terminologie) zodat na enige tijd
de waarnemingen betrouwbaarder werden.
Bij iedere rondleiding door ons mooie pand zien de Angolese
diplomaten, Amerikaanse familieleden van Roosevelt, Duitse
hoogleraren, Nederlandse studenten en Chinese archivarissen
de knarsende windwijzer in de bibliotheek, en het planetarium
in de hal. 'Impressing, fabulous, never heard of it.' En wij
genieten er dagelijks van. De Amerikanen vragen of het
planetarium wel werkt: ze zien geen planeten snelle rondjes
om de zon draaien in de vijf minuten dat ze staan te kijken.
Gelukkig niet. Aan één hittegolfje hebben de meeste mensen
al genoeg. Dat is het genot van bijzondere omstandigheden.
Hannie Kool-Blokland voorzitter KVAN en directeur Zeeuws
Archief.
34 2015 nummer 7