Samen met collega Cobi Golterman In een 'levende' etalage tijdens de Landelijke Archievendag 2009. geïnteresseerd en betrokken bij het Indonesische streven naar onafhankelijkheid. Tijdens de Duitse bezetting hadden antikoloniale Indonesische studenten besloten tot deelname aan het verzet tegen de Duitsers. Dat waren immers, samen met Italianen en Japanners, fascisten die een bedreiging vormden voor de vrede en democratie in de wereld. Mijn ouders trouwden in februari 1945 in Amsterdam. In mei 1946 is hun eerste dochter geboren Het kindje was niet goed en stierf op driejarige leeftijd ten gevolge van een longontsteking. Ik heb twee broers, alle twee in Amsterdam geboren in 1949 en 1952.' Leerlingen van de Blokwei krijgen een rondleiding door het archiefdepot, 11 juni 2007. 'Na de oorlog ging mijn vader door met zijn antikoloniale activiteiten. Eind 1952 werd hij en een ander bestuurslid van de 'Perhimpunan Indonesia' (Indonesische studentenvereniging) gevangen genomen. In februari 1953 moesten ze Nederland verlaten, rechtstreeks vanuit de gevangenis naar het vliegveld. Mijn moeder had al hun bezittingen aan de slachtoffers van de watersnoodramp geschonken en vertrok met de twee kinderen en mijn vader naar Indonesië. Voor mijn moeder was het de eerste keer dat ze Indonesië zag. Mijn vader kreeg een betrekking bij het parlement van de nieuwe republiek Indonesië. Mijn moeder werkte bij een advocatenkantoor en later was ze hoofd van de juridische afdeling van de 'Bank Dagang Negara', de Indonesische staatshandelsbank. Mijn beide ouders werkten hard en waren trots dat ze deelnamen aan de opbouw van hun land.' Waar ben je geboren? Vertel eens over het gezin waarin je opgroeide. 'Ik ben in 1956 geboren, 'made in Indonesia'. Wij, mijn broers en ik, hadden een onbezorgde kindertijd. Vrijwel iedere avond las mijn moeder voor ondanks haar drukke werkzaamheden. Vooral Nederlandse boeken: Nils Holgerssons wonderbare reis en boeken van Annie M.G. Schmidt. Mijn broers en ik verschillen qua leeftijd best veel, we hadden onze eigen vriendenkring. Maar soms mocht ik het dak op met mijn oudste broer om te gaan vliegeren, 'vechtvliegeren' wel te verstaan. Hierbij is het voornaamste doel zo veel mogelijk andere vliegers te laten sneuvelen door hun lijnen door te snijden. Een vlijmscherpe lijn is dus heel belangrijk. Mijn broers maakten die zelf door hun lijn te dompelen in een mengsel van lijm, gestampt glas en andere 'geheime' ingrediënten. De lijn werd gedroogd tussen twee palen achter in de tuin. Als het goed droog was, werd deze heel secuur om een zelfgemaakte spoel, een leeg margarineblik met een houten handvat dwars in het midden, gewikkeld. Ik mocht dan de spoel vasthouden en zorgen dat de lijn iedere keer snel en soepel op- en afgewonden werd tijdens het vliegeren. Mijn tweede broer wachtte met een lange bamboestok tot een vlieger sneuvelde; hij ging dan de gesneuvelde 'layangan' (vlieger) achterna om deze als eerste te pakken te krijgen. We gingen ook rolschaatsen en deden mee met wedstrijden aan de 'Taman Suropati' dicht bij ons huis. Dat was een heel leuk jaarlijks evenement dat kinderen uit heel Jakarta trok. In de regen spelen en kikkervisjes vangen vond ik ook heel leuk. Als het te warm was klommen we in bomen of gingen bikkelen op de veranda. Bijna ieder jaar gingen we tijdens de Suikerfeest vakantie met de auto naar de zus van mijn vader in Malang. Dat lag in Oost-Java, circa 900 kilometer van Jakarta. Tante woonde daar met haar man en kroost. Het was voor ons kinderen een avontuurlijke en spannende reis. We vertrokken wanneer het nog donker was, circa twee uur in de nacht. Het was dan nog koel en heel rustig op de weg. Mijn vader zat achter het stuur, mijn oudste broer naast hem en mijn moeder, mijn tweede broer en ik op de achterbank. Ik ging vaak staan op de achterbank, naar achteren kijkend in een donker gat, heel eng en spannend. In Malang maakten we vaak lange wandelingen door de 'kampung' (kleine dorpen) en 'sawahs' (rijstvelden). Vervolgens pootjebaden en uitrusten aan een woeste rivier vol grote en kleine stenen. In een 'warung' (klein eethuis) aten en dronken we wat.' 50 2015 nummer 4

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2015 | | pagina 50