Choreograaf Uit: 'Digitaal archief, kunnen we het aan?' verschillende belangen bij onderzoek binnen het wetenschap pelijke werkveld. De wetenschap heeft de afgelopen decennia een prominentere rol gekregen in onze samenleving. De resultaten van weten schappelijk onderzoek bepalen steeds meer het beleid binnen allerlei domeinen in de maatschappij. Er wordt daarbij grote waarde gehecht aan de betrouwbaarheid van onderzoeksresul taten. Recente gevallen van fraude in wetenschappelijk onder zoek en de toegenomen mogelijkheden om digitale data te onderzoeken, genereren meer aandacht voor de wijze waarop er met onderzoeksgegevens wordt omgegaan. Toch is er vanuit de archiefwetenschap relatief weinig onder zoek gedaan naar deze specifieke problematiek of naar de betekenis van wetenschappelijke onderzoeksarchieven. Dit onderzoek draagt bij aan een archiefwetenschappelijke onder bouwing van beleid voor onderzoeksarchieven. Het records continuum model geeft vier invalshoeken op de functies van archiefdocumenten in relatie tot doelstellingen en regels binnen het wetenschappelijk werkveld. Het records continuum diagram van de Australische archief wetenschapper Frank Upward is daarbij een bruikbare analytische tool gebleken. Dit contextmodel kan ook binnen andere domeinen bijdragen aan een afgewogen oordeel bij de waardering van verschillende typen archiefbescheiden. Archiefzorg; archieven Kirsten van Opijnen, Archiefzorg. Onderzoek naar het ontstaan, (her)gebruik en interpretatie van het begrip Van Opijnen onderzoekt de betekenis van het begrip archiefzorg. Hoe, wanneer en waarom wordt het begrip gebruikt en geïnterpreteerd? Als cesuur neemt zij de drie archiefwetten, vanuit de aanname dat archiefwetgeving invloed heeft gehad op het begrip archiefzorg. Startpunt van het onderzoek is de oprichting van de Vereniging Archivarissen Nederland in 1891. In de eerste periode betekent zorg voor archieven eenvoudig het bewaren van de archieven. De Archiefwet van 1918 regelt de archiefzorg in grote lijnen voor overgebrachte archieven van overheidsorganen. De overheidsorganen regelen de archiefzorg voor de eigen dossiers. De Archiefwet 1962 regelt de zorg en verantwoordelijkheid voor het in goede en geordende staat bewaren van archiefbescheiden. Het beheer, het uitvoeren van de archiefzorg, wordt gedelegeerd aan ambtenaren. De gemeentearchivaris houdt toezicht op het beheer door de ambtenaren. De Archiefwet 1962 brengt ook de zorg over niet-overgebrachte archiefbescheiden onder haar werking. In de Archiefwet 1995 worden de begrippen zorg en beheer toegevoegd aan de begripsomschrijvingen. Voor het eerst wordt de zorgdrager in de wet opgenomen. De zorgdrager krijgt verantwoordelijkheid over en de vrijheid om de archiefzorg uit te voeren. De bestuurlijke lagen worden complex. Naast gemeenten ontstaan regio's, herindelingen en samenvoegingen, waarbij de borging van archiefzorg een lage prioriteit krijgt. Achteraf gezien blijkt de toevoeging 'ongeacht de vorm' de belangrijkste wijziging in de wet, want dat opent de deur voor digitale archiefbescheiden. Archiefwezen; digitaal werken; archiefvormende overheidsorganen; records management Josine van Yperen, Digitaal archief, kunnen we het aan? Een onderzoek naar hoe het archiefwezen een dynamische organisatie als een gemeente in tijden van verandering beïnvloedt Om met de conclusie in huis te vallen: het archiefwezen is de aansluiting op de archiefvormende overheidsorganen in de omslag naar digitaal werken kwijt. In elk geval in 2013 en in Haarlem. Van Yperen brengt de situatie in Haarlem in kaart met rapporten van de archiefinspectie en de RODIN-toets. Via deskresearch onderzocht zij het archiefwezen in deze tijd van verandering en analyseerde het aanbod van vakliteratuur voor de archivaris. Tot slot interviewde zij enkele bestuurders van de gemeentelijke organisatie, de gemeentearchivaris en de archiefinspecteur. Het onderzoek is verpakt in een dansmetafoor en dat werkt verfrissend. De choreograaf (toezichthouders), het theater (het archiefwezen) en de dansers (componenten van het archiveringssyteem) tonen hoe het een het ander beïnvloedt, bijstuurt en ondersteunt. Van Yperen concludeert dat het archiefwezen meer moet sturen op modernere wet- en regelgeving. Er schort veel aan de instrumenten voor een goed (digitaal) archiefbeheer. De manier waarop het archiefwezen invloed uitoefent op de archiefvormende organen is niet praktisch, niet passend en niet effectief. Makers van normen, standaarden en handreikingen moeten zich meer verdiepen in wat er gebeurt op 'de vloer' en luisteren naar de behoefte vanuit de praktijk. Het archiefwezen is erbij gebaat zich te richten op de archiefvormers in plaats van de historische centra en archiefbewaarplaatsen. De veranderende organisatie met digitale werkprocessen en dito archiveringssysteem zijn dermate complex dat de praktijk er eigenlijk niet uitkomt. Wetenschap en opleiding moet hierop inspringen. Marieke de Haan coördinator Archiefschool, Hogeschool van Amsterdam. nummer 4 201 5 31

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2015 | | pagina 31