Atelier Actieve Openbaarheid In gesprek over auteursrecht (foto Sebastiaan ter Burg). voor actieve openbaarheid', 'Actieve openbaarheid by design' en 'Juridische aspecten van actieve openbaarheid'. Het eerste thema diende vooral om in een vroeg stadium een werkbare definitie af te spreken om onderlinge spraakverwarring te voorkomen. De drie andere thema's waren voorwerp van verder onderzoek, dat leidde tot een aantal bruikbare resultaten voor het (brede) werkveld. Om te beginnen gaf het onderzoek naar behoefte aan actieve openbaarheid bij burgers en bedrijven (zowel in de rol van aanvrager als betrokkene) en bij ambtenaren een flinke nuancering te zien op de overheidsvisie. Er is een matrix ontwikkeld voor het meten van de mate van actieve openbaar heid waaraan behoefte is, die bij de burgers is uitgetest. Hieruit kwam onder meer dat actieve openbaarheid niet direct tot meer vertrouwen in de overheid leidt. Er is wel behoefte aan openbaarheid, maar men is bang voor het vrijgeven van privacygevoelige informatie. De 'doorsneeburger' vraagt om een 'vertaling' van 'vakjargon', de 'actieve wobber' wil de originele tekst zien. Ambtenaren zijn bang dat meer actieve openbaarheid leidt tot onrust, verstoorde verhoudingen tussen betrokkenen en een vloedgolf aan WOB-verzoeken. Hierdoor bekruipt hen de vraag of de kosten wel tegen de baten opwegen. In het atelier is ook een handige beslisboom ontwikkeld, die aangeeft hoe actieve openbaarheid 'by design' in werkprocessen en informatiearchitectuur is in te regelen, inclusief juridische aspecten als intellectueel eigendomsrecht en privacy. De juridische aspecten zijn verder uitgewerkt in een handleiding en een set aanbevelingen. Ontwerpen van een informatiesysteem kan niet zonder een ontwerp dat uitgaat van gebruikers, een koppeling tussen een dienend en te bedienen systeem. Daarom is ook onderzocht hoe de zogenaamde 'soft approaches' zich verhouden tot actieve openbaarheid 'by design'. Met behulp van verschillende methodes voor zachte aanpak-meetinstru- menten is een enquête ontwikkeld en tentatief uitgezet onder de deelnemers aan het slotsymposium van het atelier. Daaruit bleek dat tweederde van de respondenten knelpunten ervoer bij de naleving van actieve openbaarheid. Bijna een derde gaf htt.j Tai,- Geen gebrek aan prikkelende stellingen (foto Sebastiaan ter Burg). waarmee het Stadsarchief Amsterdam aan de slag kan. Imagine IC kreeg een advies op maat voor participatief identificeren, waarderen, ontsluiten en beheren van archieven van bewoners uit Amsterdam Zuidoost. Participatie was ook de kern van het advies dat Streekarchief Midden-Holland kreeg over de betekenis van sociale media bij burgerinitiatieven en de manier waarop archivarissen hiermee om kunnen gaan. Eén van de studenten van de UvA waagde zich aan een verkennend onderzoek naar immaterieel erfgoed met de vraag of en zo ja hoe podiumvoorstellingen kunnen worden gearchiveerd. Dit onderzoek wordt als masterthesis voortgezet. Dat een groepje studenten als 'toegift' een competentieprofiel voor de archivaris afleverde, tekent de mate waarin zij zich lieten uitdagen tot reflectie op hun toekomstige beroep. Stadsarchief Rotterdam fungeerde als opdrachtgever voor dit atelier, waarin verder als praktijkinstellingen het Noord-Hollands Archief, de DCMR (milieudienst Rijnmond) en het waterschap Brabantse Delta participeerden. De hoofdvraag in dit atelier luidde: Wat houdt het bestuurlijke begrip actieve openbaarheid precies in als het gaat om WABO-dossiers, en is deze actieve openbaarheid en toegankelijkheid te realiseren? Het onderzoek werd opgedeeld in vier thema's, te weten 'Definities en afbakening', 'Behoefte aan actieve openbaarheid versus varianten 26 2015 nummer 4

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2015 | | pagina 26