Open ateliers Atelier Documenteren van de samenleving Jeroen van Oss presenteert varianten van Actieve Openbaarheid by design (foto Sebastiaan ter Burg). voor de volgende sprint. De student-onderzoekers kregen tussen de scrums door ondersteuning van hun stagebegeleider en hun docentbegeleider. Atelierpartners en geïnteresseerde professionals uit het archief-, erfgoed- en informatiedomein namen deel aan de scrums om geïnformeerd te worden over de voortgang, maar ook voor deelname aan discussies en feedback. Zo werd het in gang zijnde onderzoek gevoed door uitwisseling van kennis en ervaring tussen onderwijs/onderzoek en het brede werkveld. Voor het tweede deel van de scrums, dat geleidelijk aan de naam 'Open Atelier' kreeg, werden steeds experts uitgenodigd voor een voordracht of deelname aan een panel, ter verdieping van een gemeenschappelijk onderzoeksaspect. Deze experts kwamen veelal uit aanpalende disciplines, reflecteerden ook op de atelieronderzoeken en boden interessante perspectieven en een bredere, ook internationale context (zie p. 28). In combinatie met de in de Open Ateliers gevoerde discussies zorgde dit voor nieuwe inzichten en aanscherping van begrippen als 'documen teren van de samenleving', 'community' en 'actieve- openbaarmaking'. Beide ateliers maakten gebruik van de praktijkinstellingen als locatie voor de scrums. Aansluitend aan het Atelier Documen teren van de Samenleving gaf Theo Thomassen 'in situ' zijn werkcolleges 'Vergelijkende archiefwetenschap' en stelde deze open voor belangstellenden. De Open Ateliers werden via de website en websitelinks, het Archievenblad en de nieuwsbrief aangekondigd. Verschillende studenten van het ene atelier namen ook deel aan open ateliers van het andere. Uit de deelname aan de scrums van belangstellenden van buiten de ateliers bleek dat de onderwerpen in het werkveld volop leefden. Omgekeerd hebben de onderzoekers ook in diverse relevante activiteiten buiten de ateliers geparticipeerd. Een samenleving die zichzelf documenteert en daarbij in toenemende mate gebruikmaakt van digitale technologie en sociale media, wat betekent dat voor archivarissen en archief diensten? En welke consequenties trekken ze hieruit? Naar deze vragen is in het Atelier Documenteren van de Samenleving onderzoek gedaan bij vier praktijkinstellingen door studenten van de Reinwardt Academie, de universiteiten van Amsterdam en Leiden en docenten van de Hogeschool van Amsterdam. Hoewel de onderzoekers de hoofdvragen vanuit sterk uiteenlopende invalshoeken benaderden, werden de dwarsverbanden steeds duidelijker zichtbaar. In haar bezoek aan het atelier zorgde Laura Millar voor het sterkste dwarsverband met haar visie op de rollen die de archivaris in haar ogen kan en zou moeten spelen. In de projecten bij de vier praktijkinstellingen kregen die rollen concreet gestalte. Dat werkte hier en daar confronterend voor de bestaande praktijk en wierp weer nieuwe vragen op: hoe beïnvloedt het gebruik van digitale media de bestaande acquisitiepraktijk? Maken bewustmaking en ondersteuning bij particuliere archiefvorming acquisitie overbodig? Hoe bereik je integrale waardering van particulier en overheidsarchief, of maken particuliere archiefvormers dat zelf wel uit? Waardering en de rol van de archivaris speelden ook bij het participatieproject in de Bijlmer, met 'het materiaal dat niet over de Bijlmer gaat': hoe professioneel blijf je als je 'participeert'? En bij discussie over representativiteit en deviantie als selectie criteria werd de vraag opgeworpen of burgerinitiatieven niet ook als deviant moeten worden beschouwd. De onderzoeksopdrachten waaraan de studenten werkten leverden een aantal concrete resultaten op. Voor verbetering van Het Bewaren Waard, ontwikkeld door Archief Eemland, werden nuttige aanbevelingen gedaan en inventieve adviezen gegeven, ontleend aan videogames. Op basis van de prospectieve Amsterdamse trendanalyse is een actorenlijst opgesteld nummer 4 2015 25

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2015 | | pagina 25