Agenda F.J. Duparc-prijs Dagtocht over de NSB Oproep Criteria Meedoen Cursussen Cursus Metadata Lokale Overheid 2 mei 2015 De Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) is erg actief geweest in de stad Utrecht. Aan de Maliebaan was bijvoor beeld het hoofdkwartier gevestigd. Tijdens een dagtocht staan we stil bij de opkomst van de NSB en de rol van deze beweging tijdens de oorlogsjaren. Na een korte inleiding neemt historicus en journalist Bas Kromhout u mee door Utrecht waarbij verschillende plekken bezocht worden die met dit onderwerp verband houden. 's Middags reizen deelnemers per bus naar Lunteren, waar op de Goudsberg de zogenaamde 'Muur van Mussert' te vinden is. Op deze plek wordt de lunch gebruikt. Het laatste bezoek deze dag gaat naar Kamp Amersfoort. Niet alleen de plek waar na de oorlog veel NSB'ers werden vastgehouden, maar ook de plek waar tijdens de oorlog veel NSB'ers in dienst waren als bewaker. Tot slot volgt de reis terug naar het beginpunt. Datum: Zaterdag 2 mei 2015 Startlocatie: Utrecht, vlakbij CS, 10.00 uur Prijs: 69,00 p.p. Eindpunt: ca. 17:00 uur, Utrecht CS Inclusief: koffie/thee, lunch, vervoer, alle entreegelden, deskundige gidsen en drankje na afloop Maliebaan 35 te Utrecht, voormalig hoofd kantoor van de NSB (foto 'Kattenkruid', Wikimedia Commons). Eens in de drie jaar wordt de F.J. Duparc-prijs uitgereikt. De prijs werd ingesteld in 1972 met als aanleiding het afscheid van dr. mr. F.J. Duparc van het toenmalige ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. Achtergrond Duparc had grote verdiensten voor het archiefwezen. Vanaf 1949 spande hij zich in voor musea en archieven. De Archiefwet 1962 werd feitelijk geschreven door Duparc. In aansluiting daarop schreef hij De Archiefwet 1962, commentaar op de Archiefwet 1962 en daaruit voortvloeiende regelingen, dat jarenlang hét naslagwerk voor het archiefwezen bleef. Op 10 augustus 1972 nam hij wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd afscheid. Bij die gelegenheid werd de F.J. Duparc-prijs ingesteld ter bevordering van de studie van de archivistiek en het archiefrecht. Duparc zelf reikte op 13 maart 1975 te Scheveningen tijdens de studiedagen over bedrijfsarchieven van de Vereniging van Archivarissen de prijs voor de eerste keer uit aan Arnold den Teuling voor zijn studie over het inventariseren van een 18e- en 19e-eeuwse koopmansboekhouding. De laatste winnaars, in 2010, waren Julia Romijn-Wixley en Aron de Vries met hun studie Eigentijdse toeganke lijkheid, in 2013 was dat Nico Vriend met zijn werkstuk Het informatiesys teem en -netwerk van de Verenigde Oostindische Compagnie. De jury beschouwt de F.J. Duparc-prijs als een aanmoedigingsprijs voor jonge archivarissen en slaat in haar beoorde ling daarom in het bijzonder acht op: 1. Degenen die op de dag waarop de inzendtermijn sluit niet langer dan tien jaar in het archiefvak of in een werkomgeving van archieven werk zaam zijn en de leeftijd van veertig jaar nog niet bereikt hebben; 2. Degenen die als student zijn ingeschreven aan een opleiding op het gebied van de archiefwetenschappen. De voorwaarden die aan de inhoud van de werkstukken zijn gesteld, zijn opzettelijk ruim gekozen. Elk onderwerp op het gebied van de archiefweten schappen en het archiefrecht komt in principe in aanmerking. Niet alleen onuitgegeven studies kunnen worden bekroond, maar ook studies die gepubliceerd zijn binnen drie jaar voor de afloop van de inzendtermijn en werkstukken en scripties die in die periode in het kader van een archief opleiding zijn gemaakt. De jury nodigt eenieder uit één of meer werkstukken in te zenden voor mededinging naar de Duparc-prijs. De prijs bedraagt 2000,-. Belangstel lenden kunnen het werk per e-mail opsturen aan de secretaris van de jury: dr. Paul Brood, Nationaal Archief, paul.brood@nationaalarchief.nl. Mocht u meer inlichtingen of een exemplaar van het reglement willen, neem dan contact op met de secretaris. Behalve eigen werk kunt u ook werk van anderen (studenten, medewerkers, collega's, enz.) voordragen voor beloning. De inzendtermijn sluit op 1 november 2015. Vanaf 30 september 2015 Binnen Archief 2020 is het Toepassings profiel Metadatering Lokale Overheden (TMLO) opgesteld. In het kader van digitale duurzaamheid, interoperabiliteit en overdracht naar toekomstige e-depots is het van belang dat dit profiel in overheidsorganisaties breed toegepast gaat worden. De cursus is van belang om te kunnen benoemen wat de meerwaarde is van gemeenschappelijke metadata. Het beschrijven van het doel, nut en nood zaak. Daarnaast verwerf je inzicht in interoperabiliteit, mapping, entiteiten, aggregatieniveaus, overerving en herhaalbaarheid. Het maken van een mapping tussen TMLO en de eigen metadata. De hieruit voort komende knelpunten op metadatagebied benoemen. En het management te adviseren over het aanpassen van het 40 2015 nummer 3

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2015 | | pagina 40