5 Noten I L feil MIC. Signalementkaart van overgrootvader Keijzer In het boek heeft de auteur de namen van sommige familieleden om privacyredenen aangepast. achter dat het nog bijna niet door was gegaan omdat opa van vaders kant bezwaren zag. Opa van vaders kant is natuurlijk ook jouw familie. Ben je nog nieuwsgierig geraakt naar wat de achtergrond van de Jansens was? 'Jazeker, en ik ben die kant ook gaan uitzoeken, hoewel iemand anders uit de familie het meeste werk heeft gedaan. Maar daar zat het verhaal niet. Mijn boek ging over armoede. Ik was oorspronkelijk helemaal niet van plan om een boek over mijn familie te schrijven. De aanleiding was wel het bidprentje van mijn overgrootmoeder dat indirect de weg wees naar waar ze geboren was. Veenhuizen, een bedelaarskolonie! Dat intrigeerde me. Toen ik ontdekte welk verhaal daar achter stak, vond ik dat het verteld moest worden. Hoe hebben wij de afgelopen 200 jaar gedacht over armoede en wat is er allemaal verzonnen om die te bestrijden? En bovenal: wat voor effect heeft het gehad op de mensen die het ondergingen? Hoe werkt dat door in de generaties? De lotgevallen van mijn familie gebruik ik daarbij als rode draad. Alles bij elkaar heb ik van wel honderd mensen de achtergrond uitgezocht. Elke hoofdpersoon in het boek heeft broers en zussen en die hebben weer kinderen, maar zij komen niet allemaal in het verhaal voor. Het kennen van hun achtergrond is echter wel heel belangrijk om de lotgevallen van de hoofdpersoon van die generatie in het juiste perspectief te plaatsen. Is de hoofdpersoon een uitzondering binnen zijn of haar eigen omgeving, of kun je algemene conclusies trekken? Voor Cato Braxhoofden bijvoorbeeld waren de kansen om aan de armoede te ontsnappen gedaald door met een pauperzoon te trouwen. Dat is niet alleen mijn veronderstelling, ik zag het bevestigd in het feit dat haar broers, die niet 'verkeerd' trouwden, de status van hun vader (oud-militair) overnamen als veldwachter. Het was niet mijn doel om een wetenschappelijk boek te schrijven, maar ik ben wel zorgvuldig te werk gegaan.' In het boek heb je het moeilijk met de plannen voor 'kwaliteits- toerisme' in Veenhuizen waarbij de sporen van de armoede ingrediënten voor zomaar een geslaagd dagje uit worden, terwijl het jezelf koud over de rug loopt als je in die omgeving aan het leven van je voorouders denkt. Nu geef je zelf rond leidingen en werk je aan een groot theaterspektakel dat in 2016 op locatie plaats gaat vinden. Hoe kun je dat met elkaar rijmen? 'Het heeft twee kanten. Persoonlijk moet ik nog steeds huiveren. Ze hebben daar in het oude gesticht vakantiewoningen. Die kun je huren! Dat heb ik een keer gedaan, samen met mijn gezin en vrienden met kinderen. Iedereen heeft genoten maar ik vond het lastig. Dat betekent niet dat ik er bezwaar tegen heb. Ik vind het veel belangrijker dat deze geschiedenis bekend wordt bij zoveel mogelijk mensen. Dat is ook waarom we de theatervoorstelling maken. De geschiedenis van Veenhuizen is nog altijd actueel. Het gaat over armoede, over beleidsmakers die achter hun bureau vanuit de beste bedoelingen besluiten nemen die ingrijpen in de levens van mensen die het zelf niet redden. Die kloof is nog altijd groot. Daar moeten we over blijven nadenken. Daar wil ik over blijven vertellen.' Ben je na het verschijnen van Het Pauperparadijsnog dingen tegengekomen die je er achteraf graag in had willen verwerken? 'Toen het boek al bij de drukker was, hoorde ik over een proefschrift over de gezondheidszorg bij de Maatschappij van Weldadigheid. Ik vind het nog steeds heel erg jammer dat ik dat niet meer heb kunnen gebruiken.' Heb je op dit moment een onderzoek lopen voor een boek waarvoor je weer de archieven induikt? 'Ja, maar ik vertel nu even niet waar het over gaat. Bij dit onderwerp kan ik nog met betrokkenen praten, maar ik doe er inderdaad ook archiefonderzoek voor. Tegenwoordig zoek ik eigenlijk standaard eerst in het archief of er iets over iemand te vinden is. Ik kom nu weer in heel andere archieven terecht. Ik heb bijvoorbeeld veel gezocht in het Architectuurinstituut en in het Theaterinstituut, waarvan de collectie ondertussen bij de UB van de UvA ligt. In de laatste week voor Theater Instituut Nederland (TIN) sloot, ben ik als een gek documenten gaan fotograferen. Die foto's ben ik in de maanden daarna thuis gaan zitten bestuderen.' 1 Zie V. Stedema en J. Wolff, 'Drents Archief zet landlopersarchief online', Archievenblad 112/8 (2008), pp. 44-45. Floortje Tuinstra redacteur Archievenblad en vakspecialist Archieven bij Het Utrechts Archief. Suzanna Jansen voor het huis aan de Lauriergracht waar haar overgroot moeder woonde. nummer 3 201 5 19

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2015 | | pagina 19