if i WHEN DIGITAI BECOMES HUMAN I I 1 li Toekomst voor archiefinstellingen? Noten c* stappenplan.7 BMICE wordt door DEN gepromoot als middel om de brug te slaan tussen toekomstgerichte strategieën en succesvolle diensten en producten in het digitale domein. Business Model Innovatie is een proces om waardecreatie binnen erfgoedinstellingen een centrale plek te geven. Volgens DEN is 'het uitgangspunt van de BMICE publicatie dat digitaal erfgoed nieuwe waardecreatie mogelijk maakt door het optimaal beschikbaar stellen voor hergebruik. Om hergebruik optimaal mogelijk te maken, bieden erfgoedinstellingen hun collecties zo laagdrempelig mogelijk aan. Dus gestandaardiseerd, zonder financiële vergoeding en zonder beperkende voorwaarden: open data.'8 Erfgoedinstellingen werken vanuit een maatschappelijke missie. De waarde die ze creëren is dan ook meestal primair cultureel of sociaal. Geldelijke inkomsten zijn daaraan ondergeschikt. Dat er toch een business model mogelijk is, komt omdat overheden of andere sponsoren bereid zijn (een deel van) de kosten te financieren. Bij gebruik van het canvas is vaak twistpunt of je zo'n sponsor nu als klant of partner beschouwt. Daarom heeft DEN een alternatief canvas ontwikkeld, waarin het publieke en het private belang zijn onderscheiden. Onderscheiden en niet gescheiden, want het blijven vanuit het perspectief van de erfgoedinstellingen twee zijden van dezelfde medaille. Min# wiürdtnl' 2 Rt'atle 3 ÜrJ*nU4C» Mtddalen fcrtaïlt 3" Kanten Karaten frftnmrttn Sjt&die Het DEN-canvas. Het oorspronkelijke canvas van Osterwader bestaat uit negen bouwstenen: Propositie (DEN: product en maatschappelijke waarde), Klant (DEN: klanten en overheid), Relatie, Kanalen, Opbrengsten (DEN: inkomsten en subsidie), Activiteiten, Middelen, Partners en Kosten. Voor wie aan de slag gaat met het canvas wordt de balans tussen maatschappelijke verantwoordelijkheid en economische belang inzichtelijk. Instellingen met veel zendingsdrang kunnen rechts primair het gesprek aangaan met de overheid als vertegenwoordiger van het maatschappelijk belang. De overheid moet bereid zijn daar als afnemer middels een subsidie voor te betalen. Naar links komt het aan op ondernemerschap: welke producten kan een erfgoedinstelling in de markt zetten waar een bepaald klantsegment (burger en ambtenaar) bereid is een bepaalde prijs voor de betalen. Aan deze zijde van het canvas kan puur op financiële indicatoren worden gestuurd (Return On Investment). Bottom line is echter dat het business model economisch rendabel is: kosten en financiële opbrengsten zijn in balans.9 Volgens Jeurgens vormt het duurzaam beheren en op een betekenisvolle wijze beschikbaar stellen van procesgebonden informatie die als zodanig is gewaardeerd, de kern van de opgave van de archiefsector.10 Die opgave zal niet wijzigen, maar een geheel andere invulling krijgen in de toekomst. We zien dagelijks de digitale transformatie om ons heen, maken er zelf gebruik van, maar vertalen dit niet naar ons werk. Stilstaan, het bij het oude laten, is echter geen optie. Zoals van Belleghem stelt: 'Een consument tegenhouden die op zoek is naar innovatie is een verloren zaak Mee-evolueren en de klantrelatie heruitvinden zijn de instrumenten om in de toekomst nog mee te spelen Wie de digitale transformatie mist, ziet een onzekere toekomst tegemoet!' De ontwikkelingen overziend kunnen we vaststellen dat er vergelijkbaar met openbare bibliotheken een ontwikkeling is naar minder fysieke bezoekers voor archiefinstellingen en meer digitaal aanbod door derden. De discussie over open data wordt nog gevoerd, maar de trend naar hergebruik is onmiskenbaar. De mogelijkheden om hiermee inkomsten te genereren zijn beperkt. Nu wordt nog een vergoeding gevraagd voor digitale diensten, maar hoe houdbaar is dat model in een digitale wereld? Concurrerende digitale diensten zullen leiden tot ontwrichting van het bestaande fysieke business model. Overheden zullen bij gelijkblijvende dienstverlening vraagtekens gaan stellen bij de financiering van archiefinstellingen. De digitale technologie maakt het echter ook mogelijk om de klantrelatie te verbeteren. En daarin zit de uitdaging voor archieven: informatie op maat aanbieden. Wat kunnen archieven weten over de informatievragen van individuele klanten en wat kunnen zij op basis daarvan op een betekenis volle wijze aanbieden? 1 Roland Bisscheroux, 'De digitaliseringsparadox. Archieven, culturele instellingen en e-cultuur', Archievenblad (2014), nr. 2, pp. 21-23. 2 Ronald de Nijs, 'De archiefwereld als januskop', Informatie Professional (2013), nr. 4, pp. 22-25 (interview met Geert-Jan van Bussel). 3 René Spork, 'Archiefinstellingen dankzij digitalisering en internet vijfmaal buitenspel?', Archievenblad (2014), nr. 8, pp. 20-21. 4 Huub Stiekema en Kenny van Ierlant, 'Digitale transformatie: rollercoaster of tikkende tijdbom?', Informatie (2014) december [digitale editie]; Peter Beijer, Danny Greefhorst, Rob Kruijk, Martijn Sasse en Robert Slagter, 'Mens en organisatie in de "perfect storm" van digitalisering', Informatie (2014) december [digitale editie]. 5 Steven van Belleghem, When digital becomes human (Culemborg, 2014). 6 http://businessmodelgeneration.com 7 Business Model Innovatie Cultureel Erfgoed (2009) en www.bmice.nl. 8 Marco Streefkerk, 'Ondernemen met digitaal erfgoed. Over cultureel ondernemerschap in de museumsector', Museumpeil (2012), juni. 9 http://www.den.nl/blog/bericht/3577 10 Charles Jeurgens, 'Kiezen voor verbinden', Informatie Professional (2013), nr. 5, pp. 23-25. Roland Bisscheroux informatiemanager/archiefinspecteur bij het Noord-Hollands Archief (roland.bisscheroux@noord-hollandsarchief.nl). 16 2015 nummer 3

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2015 | | pagina 16