De archiefervaring van
William de Vries
Als depotmedewerker kom je nog eens ergens.
Met een stapeltje aanvraagbriefjes speur ik
onze stellingen af en zoek, in de archiefdozen
die onze schappen vullen, naar omslagen met
corresponderende inventarisnummers. Als ik het
beschermende zuurvrije papier openvouw om te
controleren of het gevonden archiefstuk ook het
juiste is, vliegen de jaren, decennia, eeuwen en
millennia mij om de oren.
William de Vries: 'Het is bijzonder om al deze herinneringen in
hun fysieke vorm te mogen bekijken.
Zo verblijf ik met een dame in hotel Trier te Soest waar de
barometer op de T van Beautemps staat, kijk ik mee over de
schouder van Huib Hoste als hij zijn ontwerp van het 'Belgisch
gedenkteeken' met een laatste lijn voltooit, en ben ik getuige
van de geboorte van Pieter Cornelis Mondriaan, lang voordat hij
een van de bekendste pioniers van de abstracte en non-figura
tieve kunst wordt.
Everard Meyster legt zijn arm om mijn schouder terwijl we
breed lachend en genietend van ons bier met krakelingen naar
de zojuist binnengetrokken zwerfsteen staan te kijken. Ik ruik
de geur van hete zwarte was waar het grootzegel van Amers
foort met Sint-Joris in wordt gedrukt, en doorklief op een
aangename zomerdag de vol in bloei staande natuur met
tramlijn Amersfoort-Zeist.
Topstuk van Archief Eemland: een stuk huid van een luchtschip uit 1917.
Van Anna Aleida de Beaufort (zeg maar Annie) maak ik een foto
terwijl ze glimlachend een blik op haar broertje Ernest Louis
werpt, die met zijn armen over elkaar streng voor zich uit staat
te kijken. Ik sla de kaft van een nog onbeschreven notitieboek
open zodat Jules Frank op de eerste pagina aan zijn dagboek
kan beginnen, en hoor Goose Morre een laatste slok moed
indrinken voor ze zijn rechterarm amputeren.
In diverse gezelschappen woon ik de vergaderingen bij van
verschillende gemeentebesturen, de raad van kerken, oudheid
kundige verenigingen, de vereniging van huisvrouwen, voetbal-,
zwem- en poloclubs, de rotaryclub, kunstenaarsverenigingen,
schietsportverenigingen, wees-, gast- en ziekenhuizen, diverse
waterschappen en naast vele anderen ook een mannenkoor.
Mijn voeten doen zeer van de Amersfoortse Tweedaagse, ik ruik
het op de grond gevallen ijzervijzel van de Ambachtsschool en
bewonder het tegeltableau van het woonhuis bij De Vinkenhoef.
En zo sta ik dan uiteindelijk medio december tijdens de Eerste
Wereldoorlog naar een neergestort luchtschip te kijken. Het
zestig meter lange vaartuig dat eerder nog lichter was dan
lucht, ligt nu over het dak van een bakkerij gedrapeerd.
Meerdere Eemnessers komen om mij heen staan en we kijken
toe hoe militairen de wrakstukken inladen en met vracht
wagens richting Soesterberg vertrekken. Een stuk huid wordt
bewaard door iemand die beseft dat zoiets belang heeft en het
bruin gekleurde vel, dat eens deel uitmaakte van een zwevende
bleke walvis met een Union Jack-tatoeage, ligt voor mij op een
plankje gespannen in ons depot.
Het is bijzonder om al deze herinneringen in hun fysieke vorm
te mogen bekijken; ik ben benieuwd wat ik allemaal nog meer
mee mag maken.
William de Vries depotmedewerker Archief Eemland.
nummer 1 2015 5