I da\- J^JL ■vU ft f< d J1 r J - ~iJl'-U^j„ v&% pt Inventaris als biografie Groot succes Anton Geesink Aangezicht van Het Utrechts Archief, locatie Hamburgerstraat 28 te Utrecht (foto Dick Goosen). Bericht aan zoon Anton Geesink junior, op de keerzijde van een foto waarop Anton Geesink een Japans jongetje in de houdgreep heeft, ca 1965. Anton Geesink maakt zichzelf de Japanse taal eigen tijdens zijn werk als opperman in de bouw, begin 1956 (fotograaf onbekend). in de zomer van 2013 voor het eerst te zien moeten zijn. Geesink heeft zich tijdens zijn leven sterk gemaakt voor het EJOF, en is er mede verantwoordelijk voor dat de organisatie aan Utrecht werd toebedeeld. Maar de inventarisatie van het archief duurt aanzien lijk langer dan verwacht en de werkzaamheden lopen uit. Zomer 2013 blijkt niet haalbaar voor een expositie. Een nieuwe datum wordt geprikt: 23 oktober 2014. Het is dan precies 50 jaar geleden dat Anton Geesink zijn gouden Olympische medaille won in Tokio. Het Utrechts Archief neemt daarnaast het besluit de expositie onderdak te geven in de eigen publieksruimte aan de Hamburgerstraat. Een van de argumenten om de expositie in eigen huis op te bouwen, zijn de overweldigende reacties op de plannen om aandacht aan Geesink te schenken. De judoka wordt in Utrecht nog altijd gezien als een volksheld. Er doen talloze anekdotes de ronde over de Utrechter: elke inwoner lijkt een sterk verhaal te kunnen vertellen over de man. Een dergelijke heldenverering is in Nederland redelijk uniek, terwijl het in bijvoorbeeld de Verenigde Staten een heel normaal verschijnsel is. De keuze voor een expositie in eigen huis heeft verstrekkende gevolgen voor de inrichting van de archiefinventaris. Als de voorlopige inventaris in het najaar van 2013 wordt ingeleverd door de externe archiefbewerker, besluit Het Utrechts Archief de archiefbewerking vanaf dat moment zelf ter hand te nemen. De circa 15.000 foto's en 2 uur bewegend beeld zijn op dat moment nog niet beschreven. Ze vormen desalniettemin, mede met het oog op de expositie, het hart van het archief van Geesink. De archiefbewerker was daar nog niet aan toegekomen en geeft dat gedeelte van de klus op verzoek van Het Utrechts Archief terug. De foto's en het knipselarchief van Geesink worden geïntegreerd in de inventaris. Dat maakt het mogelijk de archiefinventaris op te tuigen als een soort biografie. De meeste schriftelijke documenten zijn van na 1987, het jaar dat hij als lid toetreedt tot het IOC. Dat gedeelte van het archief geeft hierdoor een ietwat eenzijdig beeld van de Utrechtse judoka. Met het integreren van het beeldmateriaal in de inventaris wordt het verhaal dat verteld wordt veel completer, en kunnen alle functies die Geesink bekleedde expliciet benoemd worden. De familie Geesink heeft vanaf het begin van het project de uitdrukkelijke wens uitgesproken dat er niets achtergehouden wordt: alles is openbaar. Het Utrechts Archief is daar aanvankelijk nog wat voorzichtig in. De uiteindelijke archiefinventaris bevat desalniettemin slechts één inventarisnummer met een beperkte openbaarheid. Voor de beschrijving van de beeldcollectie trekt Het Utrechts Archief een aparte medewerker aan. Maanden achtereen werkt deze ervaren vrijwilliger stevig door om het beeldmateriaal als archiefmateriaal te beschrijven. De toegang is een week voor de opening van de expositie klaar voor publicatie. Op dat moment zijn er ook zo'n 3.500 beelden opvraagbaar via de Archiefbank. En ruim 400 foto's zijn op microniveau beschikbaar bij de Beeldbank van Het Utrechts Archief. Het harde werken wordt beloond, de openbaarmaking van het archief is landelijk nieuws. De aandacht voor de expositie overtreft de verwachtingen. De missie van Het Utrechts Archief is daarmee geslaagd: Utrecht heeft Anton Geesink opnieuw in het hart gesloten, en er is aangetoond dat particuliere archieven voor een breed publiek aantrekkelijk kunnen zijn. Anton Geesink (1934-2010) is als jonge jongen idolaat van elke sport die hem voor de voeten komt. Zwemmen, voetbal, fietsen, hardlopen, hoepelen, hij doet het allemaal. Tot hij als 14-jarige in aanraking komt met judo. Al snel wordt hij Nederlands en Europees kampioen. Zijn echte doorbraak als judoka komt in 1961 als hij als eerste niet-Aziaat wereld kampioen wordt. Zijn naam als judoreus vestigt hij definitief wanneer hij in 1964 in Tokio Olympisch goud haalt. Vanaf de jaren '80 bekleedt hij diverse bestuursfuncties in de (internationale) judowereld. De kroon op zijn werk vormt de benoeming als lid van het Internationaal Olympisch Comité in 1987, dat hij tot aan zijn dood in 2010 blijft. Roosje Keijser vakspecialist acquisitie particuliere archieven, verbonden aan Het Utrechts Archief. Ze werkte mee aan de samenstelling van 'Alles voor de sport. Een tentoonstelling over de Utrechtse judolegende Anton Geesink' (t/m 19 april 2015). nummer 1 2015 25

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2015 | | pagina 25