Particulier pareltje het archief van Anton Geesink De stad Utrecht kent een rijke sportgeschiedenis. Het begin van het Nederlands betaald voetbal vond er bijvoorbeeld zijn basis, het uit Japan overgewaaide judo werd er groot. Voor Het Utrechts Archief is er nog veel werk te verzetten om te komen tot een afspiegeling van die geschiedenis in haar depots. Een grote stap in de goede richting is de verwerving en presentatie van de archieven van de Utrechtse sportheld Anton Geesink. Gedachtegoed Anton Geesink Omvangrijk archief Externe bewerking Roosje Keiiser ALLES VOOR DE SPORT Oud-judoka en sportbestuurder Anton Geesink overlijdt eind augustus 2010 op 76-jarige leeftijd. Nog datzelfde jaar gaan er stemmen op om 'zijn gedachtegoed' veilig te stellen en voor iedereen toegankelijk te maken. Het archief toont hoe een ongeschoolde volksjongen uit kan groeien tot een man van wereldformaat, en zou voor studenten sportmanagement een prachtige bron voor onderzoek vormen. Op initiatief van de familie Geesink en het NOC'NSF wordt in januari 2011 een bijeenkomst belegd waarbij naast Martin Franken, de voormalig secretaris van Anton Geesink, ook de gemeente Utrecht, de Judobond en het Mulier Instituut zijn uitgenodigd. Het Utrechts Archief schuift eveneens aan. Tijdens de zitting blijkt dat een goed geordend archief voorwaarde is voor alle verdere activiteiten. Het Utrechts Archief staat vanaf dat moment in het centrum van de belangstelling en neemt de leiding in het project. De pers krijgt er lucht van en wacht ongeduldig op sappige details uit het archief Geesink. De redacties van onder meer Pauw Witteman en het Algemeen Dagblad bellen regelmatig om te vragen of er al iets te melden is. Bij het eerste bezoek aan het voormalig kantoor van Anton Geesink aan de Anton Geesinkstraat in Utrecht, treffen medewerkers van Het Utrechts Archief een enorm persoonlijk archief aan. Er staat minstens 40 strekkende meter papier: uitgebreide series correspon dentie, beleidsstukken, affiches, bidboeken en een grote collectie ongeordend beeldmateriaal. Het Utrechts Archief heeft niet de capaciteit om een dergelijk omvangrijk archief per direct aan te pakken, want daarvoor zouden ruim 600 manuren nodig zijn. En dus wordt ervoor gekozen het materiaal door een commerciële partner te laten bewerken. De familie van Geesink blijft eigenaar en is dus formeel opdrachtgever. Medewerkers van Het Utrechts Archief begeleiden het archiefbewerkingstraject en controleren de kwaliteit van de inventaris. TENTOONSTELLING OVER DE UTRECHTSEJODOHELD Doorkijkje in de expositie 'Alles voor de sport' (foto Dick Goosen). Drie commerciële archiefbewerkers brengen op verzoek van Het Utrechts Archief een offerte uit, en vechten om de buit. Dergelijke archieven zijn vanwege de diversiteit van het materiaal de snoepjes onder de archiefklussen. De prijzen van de potentiële bewerkers lopen sterk uiteen, evenals de door hun gemeten aantal meters te bewerken materiaal. Dat maakt het vergelijken van de offertes gecompliceerd. Met alle drie heeft Het Utrechts Archief goede ervaringen uit het verleden en uiteindelijk wordt de familie de goedkoopste offerte aangeraden. Zowel de gemeente Utrecht als het NOC'NSF zeggen al in een vroeg stadium geld toe, waarmee de ontsluiting van het archiefmateriaal in elk geval is gewaarborgd. Er wordt ook geld gereserveerd om een deel van de documenten te digitaliseren. Het materiaal wordt door de externe archiefbewerker opgehaald en het beschrijven kan beginnen. Intussen worden er plannen gesmeed om een mobiele expositie over Anton Geesink in te richten. Deze zou op het Europees Jeugd Olympisch Festival (EJOF) 24 2015 nummer 1

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2015 | | pagina 24