Verbinden van cultureel erfgoed (Referentie)architectuur voor archiefinstellingen Informatiearchitectuur in drie lagen Data en metadatalaag [wct-fn ragflgrving] bewaren, dat wil zeggen langer dan 7 jaar, algemene bedrijfs gegevens, fiscale gegevens, medische gegevens (tot wel 40 jaar) en milieugegevens. Dit vereist een bewaarstrategie en een goede digitale beheeromgeving. Naast het kunnen voldoen aan wet- en regelgeving is het ook van belang dat een organisatie verantwoording af kan leggen. Dit wordt hier aangeduid met 'accountability': de erkenning van de verantwoordelijkheid voor beleid, besluiten, producten, acties en transacties, en de verplichting om te rapporteren en verantwoording af te leggen voor de daaruit voortvloeiende gevolgen. Een goede informatievoorziening is de basis voor accountability. Transparantie ten slotte, is een optelsom van compliancy, accountability en bedrijfscultuur. Als een organisatie voor het archiefbeheer voldoet aan wet- en regelgeving en de informatievoorziening op orde heeft, dan bepaalt de bedrijfs cultuur of die informatie ook actief openbaar wordt gemaakt. Een ontwikkeling is dat overheidsorganisaties door uitplaatsing onder de Wet openbaarheid van bestuur of door overbrenging eerder dan de uiterlijke termijn onder de Archiefwet, hun archief actief openbaar willen maken na afsluiting van het werkproces. Een andere reden voor 'uitplaatsing' is, dat archiefvormers ontzorgd willen worden op het gebied van het leesbaar houden van informatie. Bij het Noord-Hollands Archief werd onlangs een biografie gepresenteerd van de 17e-eeuwse Haarlems-Amsterdamse schilder en vrijdenker Torrentius. Het tumultueuze leven en de vrijzinnige opvattingen van deze kleurrijke figuur brachten hem enkele malen voor de rechter. Naast het recente boek is informatie over deze man dan ook te vinden in rechterlijke archieven. Het enige overgebleven schilderij hangt in het Rijksmuseum. Er zijn eerdere boeken geschreven, kranten artikelen bij het verschijnen van die boeken en er is een website. Zou het niet geweldig zijn als de bezoeker van de lezing van het Noord-Hollands Archief al die bronnen in één keer tot zijn beschikking kan krijgen? Het aan elkaar verbinden van vele soorten cultureel erfgoed, waarbij archiefmateriaal, informatie over en foto's van schilderijen, krantenartikelen en boekinformatie in één keer doorzocht kunnen worden, is de toekomstvisie van de sector cultureel erfgoed. Figuur 1: model voor transparantie. De geschetste ontwikkelingen in de wereld van cultureel erfgoed en rondom records management in de digitale wereld gaan door, ondersteund door en soms gedreven door steeds nieuwe technologie. Ook de hiervoor benodigde (referentie-) architectuur is nog in ontwikkeling. Voor sommige 'uitdagingen' hebben we ook nog geen oplossing. Enkele belangrijke uitgangspunten zijn gaandeweg wel duidelijk geworden. Die worden hieronder geschetst. We onderscheiden architectuuruitgangspunten in drie lagen: De onderste laag is de laag van de data (zoals digitaal archiefmateriaal en digitale kranten) en de metadata (zoals beschrijvingen van archief, van foto's en schilderijen). In de eerste versie van de Enterprise Architectuur voor archief instellingen lag de nadruk op deze laag. Een belangrijke infrastructurele component voor RHC's en Nationaal Archief in deze laag is het e-depot. Dit is een bewaarplaats voor digitaal materiaal. Dit e-depot wordt beheerd door het Nationaal Archief. Alle RHC's kunnen er gebruik van maken. Het e-depot kan een aantal belangrijke taken uitvoeren, zoals het signaleren dat bepaalde bestands formaten dreigen te verouderen en het omzetten van deze 'bedreigde formaten' naar gangbare formaten, met vertrouwde migratietools. Belangrijk is dat het e-depot ook gebruikt kan worden voor 'uitplaatsing' van archief. Bij uitplaatsing wordt het e-depot gebruikt om al materiaal te beheren dat nog niet archiefwet- telijk is overgebracht naar de archiefinstelling, maar dat wel lange tijd - duurzaam - bewaard moet worden. Op die manier kan een RHC de dienst 'uitplaatsen van archief' aanbieden aan haar archiefvormers. De middelste laag, de verbindingslaag, bevat aggregaties van metadata over eigenaren heen (bijvoorbeeld archiefinstellingen, archiefvormers). De aggregaties bevatten verwijzingen naar de plaats waar de data in te zien is. De aggregaties kunnen verrijkt worden door automatische en semiautomatische relaties tussen de objecten en collecties te leggen. Een voorbeeld van verrijken is het aan elkaar relateren van begrippen door bijvoorbeeld thesauri en ontologieën. Voorbeeld: als in een VOC-stuk sprake is van een brigantijn dan zul je dit niet vinden met de zoekterm 'schip', maar wel als je de verbinding legt met een ontologie waarin is vastgelegd dat een brigantijn een bepaald type schip is. Ontologieën worden vaak opgezet en onderhouden door interessegroepen, bijvoorbeeld de Molenstichting. Het moet mogelijk zijn om van dergelijke externe ontologieën gebruik te maken. Linked open data-technologie maakt dit ook technisch makkelijker. De bovenste laag, de presentatielaag, bestaat uit de publieksinterfaces: de producten en diensten zoals websites en apps. Voor alle drie de lagen is een aantal uitgangspunten - principes - te formuleren. Enkele belangrijke worden hieronder genoemd. De data kan fysiek opgeslagen zijn op verschillende plaatsen. Waar data is opgeslagen, zal er primair voor gezorgd moeten cultuur H:i:n:|ili,njLf LLH.'-munliihil iCy tinformntic huishond ing) transparantie nummer 1 2015 17

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2015 | | pagina 17