Digitale Taken Rijksarchieven beperkende bepalingen werd als een ramp beschouwd. Was Sierk Plantinga er nog maar! U kon daar officieel nog niet op reageren. Hoe heeft u dat aangepakt?' Marens Engelhard (ME): 'Wat een aandacht! Ik heb meteen contact gezocht met het Nationaal Archief en ben daar ook geweest om een en ander te bespreken, bijvoorbeeld hoe het zit met de dienstverlening en toegankelijkheid van archieven in kwestie. De heer Van der Zee heb ik direct uitgenodigd voor een gesprek dat binnenkort plaatsvindt [na het interview, maar voor verschijnen van dit blad, RS]. Tegelijkertijd woedde er een discussie (aanvulling op klachten Sytze van der Zee) op een forum van Nederlandse historici in een gesloten LinkedIn-groep, aangevoerd door Raymund Schütz. Ook met hen zijn we in gesprek gegaan. We hebben uitgelegd dat we in onze dienst verlening niemand willen bevoordelen en/of benadelen. Beperkende regels wat betreft openbaarheid zijn aan de zorgdrager en wetgever. Recent klantenonderzoek laat een hoge tevredenheid onder onze bezoekers zien. In gesprek gaan met elkaar en zo tot meer begrip komen is wat we willen.' RS: 'U heeft wel meer turbulentie meegemaakt bij aanvang van uw werkzaamheden. In januari 2011 kwam aan het licht dat het Stadsarchief Amsterdam was bestolen door een eigen mede werker. De man nam gedichten mee uit het archief en bood die vervolgens aan bij antiquariaten. Wellicht heeft u voor het archiefwezen gekozen voor uw rust. Dat valt dan best tegen, of niet?' ME: 'Ach, ik heb nooit het idee gehad dat het archiefwezen 'rustig' zou zijn. Ik had al tal van gesprekken gevoerd met mijn Amsterdamse voorganger Jan Boomgaard (overigens ook een 'voorganger' wat betreft Nationaal Archief) en kende archief instellingen bovendien uit mijn studietijd. Archieven staan middenin de maatschappij en zijn juist wonderbaarlijk dynamisch. Een diefstal op zich is natuurlijk zeer confronterend, maar het gebeurt.' RS: 'Naar eigen zeggen kunt u goed 'tegenstellingen expliciteren en productief maken'. Uit lange ervaring weet ik dat het archiefwezen wat betreft dat eerste u helemaal niet nodig heeft, maar 'productief maken': hoe gaat u dat doen? Werpt u zich als directeur van het Nationaal Archief op als eerste onder uw gelijken en gaat u de koers bepalen?' ME: 'Tja, zoiets heb je dan wel eens vermeld in je curriculum, maar ik streef er inderdaad naar om tegenstellingen te overbruggen. Door in gesprek te gaan en op zoek te gaan naar iemands drijfveren, door iemand te begrijpen. Zo ontdek je waar je elkaar kunt vinden en als je dat weet, kun je samen resultaten bereiken. Op je strepen staan werkt doorgaans niet. Kijk naar de archiefinspectie: inspecteurs weten dat alleen de wet hanteren niet effectief is, adviseren en ondersteunen wel.' RS: 'Bij de prijsuitreiking van de Stuk van het Jaar-verkiezing 2014 - gewonnen door Tresoar - zei u te hopen dat het archiefwezen met al die verschillende websites een meer gemeenschappelijke infrastructuur zou krijgen. Nu is het toch zo dat al die archiefinstellingen diverse bestuurslagen vertegen woordigen (gemeente, waterschap, provincie, Rijk) met een eigen ICT-inrichting met eigen applicaties en systemen. Komt die gemeenschappelijkheid er ooit?' ME: 'Ik zie wel een groeimodel. Het Programma Digitale Taken Rijksarchieven moet leiden tot een landelijke digitale infrastruc tuur voor het NA en alle RHC's. Naar verwachting is het in 2016 gereed. Het gaat hierbij niet alleen om techniek, maar ook om toegankelijkheid en kosten. De provincies profiteren hiervan, het Rijk financiert. In dit programma zit ook de ontwikkeling van het e-depot. Voorts voorziet het programma in 10% digitalise ring van de 'oude' rijksarchieven. Dat komt natuurlijk het publiek ten goede.' In 2013 is het Nationaal Archief gestart met het programma Digitale Taken Rijksarchieven (DTR). De minister van OCW gaf hiervoor de opdracht. Doel van het programma is om bij het Nationaal Archief een stevige basis te leggen voor het borgen van ons cultureel erfgoed en de democratische rechtsstaat in het digitale tijdperk. Het programma treft voorzieningen die nodig zijn om de kerntaak van het Natio naal Archief en de Regionale Historische Centra (RHC's) die rijksarchief beheren, ook in het digitale tijdperk te kunnen uitvoeren. Het Nationaal Archief en de RHC's zorgen samen voor de uitvoering. Het programma moet ervoor zorgen dat op 1 januari 2016: de gemeenschappelijke infrastructuur van het Nationaal Archief en de RHC's in staat is om digitaal en gedigitali seerd rijksarchief in te nemen, te beheren en te ontsluiten. Hiervoor wordt een basisdigitale (rijks)infrastructuur ontwikkeld voor archivering van overgebrachte (gedigitali seerde) archieven; een serviceorganisatie bij het Nationaal Archief is ingericht voor de RHC's. De RHC's zijn het eerste aanspreekpunt voor gebruikers in de regio van het digitale depot (het zoge heten e-depot); duidelijkheid is over de duurzaamheidseisen en richtlijnen voor informatiebeheer voor de rijksoverheid in de vorm van een normenkader; een eerste deel van gedigitaliseerde rijksarchieven via een open toegang voor publiek vindbaar, toegankelijk en herbruikbaar is. Meer info: www.archief2020.nl RS: 'Het archiefwezen kent veel uitdagingen: het verwerken van lawines aan papier (recente en aanstaande overbrengingen overheidsarchieven), het zodanig (helpen) inrichten van de digitale informatiehuishouding dat digitaal geboren informatie kan worden opgeslagen (e-depot?) en beschikbaar worden gesteld, en daarnaast het documenteren van de samenleving (naast overheidsarchieven ook verwerven van particuliere archieven en collecties). De recht- en bewijsfunctie en de erfgoedfunctie vragen aandacht. Hoe krijgen we hier grip op en wat is uw rol daarin?' ME: 'Naast informatie op orde vergt met name het documenteren van de samenleving aandacht (zie de archiefateliers in het nummer 1 2015 13

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2015 | | pagina 13