Uitgelezen
KAPITTELS
Jan Kuys
Capitulum
Regulier versus seculier
Repertorium van collegiate
n'het middeleeuwse
bisdom Utrecht
Jan Kuys, Repertorium van collegiale
kapittels in het middeleeuwse
bisdom Utrecht
Uitgever Verloren (Hilversum, 2014), ISBN
978-90-8704-416-9, 447 pp. cd-rom,
gebonden, 49,00.
Jan Kuys legt in zijn woord vooraf uit dat
de aandacht voor de collegiale kapittels
in ons land door de eeuwen heen gering
is geweest. Tenminste, tot Kaj van Vliet
met zijn proefschrift In kringen van
kanunniken (2002) een overzicht gaf van
de vroegste geschiedenis (tot 1227) van
de kapittels in het bisdom Utrecht. In zijn
repertorium onderzoekt Kuys welke
collegiale kapittels tot aan de tijd van de
reformatie hebben bestaan en wat erover
bekend is. Na de inleiding wordt in
alfabetische volgorde elk kapittel volgens
een vast schema beschreven: korte
karakteristiek, geschiedenis, gebouwen
en inventaris, geestelijk en intellectueel
leven, organisatie, bezit en inkomsten,
personenlijsten, archieven, publicaties.
Lodewijk de Vrome stelde in 816 op het
Concilie van Aken de Regula canonicorum
Akense regel handhaafden. In de loop
van de 13e eeuw verlieten seculieren
geleidelijk het gemeenschappelijk leven,
al betekende dat volgens Van Vliet niet
het einde van hun traditionele eigen
leefwijze. De collegiale kapittels van
Dokkum en Stavoren werden in de 12e
eeuw vervangen door een benedictijnen
en een norbertijnenklooster. Na het
kapittel van Sint-Marie zijn er twee
eeuwen lang geen seculiere kapittels
gesticht.
Pas weer vanaf 1295 stichtten
bisschoppen, kanunniken of priesters
nieuwe kapittels. Ook wereldlijke
machthebbers (lokale heren en lands
heren) hebben kapittels gesticht: van
(of 'Akense regel') op voor de canonici
(in onderscheid van de monachi met de
'Regel van Benedictus'). In de 12e eeuw
werd in het bisdom Utrecht een
kanunnikengemeenschap steeds meer
capitulum of kapittel genoemd. Er was
onderscheid tussen het dom- of
kathedraal kapittel en Oudmunster, het
informele tweede kathedraal kapittel
(allebei van circa 800), en de andere
collegiale kapittels.
De collegiale kapittels in de stad Utrecht
waren Sint-Pieter, Sint-Jan en Sint-Marie
(uit de elfde eeuw). Zij en de kathedrale
kapittels hadden nauwe contacten,
bezochten elkaars begrafenis- en
memoriediensten, hielden gezamenlijke
processies langs elkaars kerken en als
generaal-kapittel kozen zij gezamenlijk
de bisschop.
Daarnaast waren er zeven collegiale
kapittels in de rest van het bisdom,
namelijk Elst, Tiel, Zutphen, Deventer,
Oldenzaal, Dokkum en Stavoren. Verder
in Duitsland Emmerich en Elten, uitvoerig
beschreven in het Nordrheinisches
Klosterbuch.
In de twaalfde eeuw kwamen er door de
gregoriaanse hervormingsbeweging
ordes van zogenoemde (strengere)
reguliere kanunniken die neerkeken op
de seculiere kanunniken die de oude
nummer 9 2014 33