'Communicatie is een centraal begrip bij het doen en uitdragen van onderzoek' in gesprek met Kees Zandvliet TooRisr OPErS.W Als dienstweigeraar belandde hij bij het Algemeen Rijksarchief. Gelukkig maar, want het was het begin van een kleurrijke loopbaan in het archiefwezen. Hij begon bij cartografie, maar inmiddels slaat Kees Zandvliet als verbindingsofficier de brug tussen het Amsterdam Museum en de Universiteit van Amsterdam. Een portret. Floortje Tuinstra Burgerlijke Stand Kees Zandvliet (foto's part. Uit wat voor gezin kom je? 'Ik ben geboren in Wassenaar als tweede van zeven kinderen in een katholiek gezin. Toen mijn ouders in 1951 trouwden, heerste er nog woningnood. Ze bewoonden de voor- en achterkamer van een benedenverdieping tot er vier kinderen waren. Mijn vader werkte in de bouw hoewel hij er fysiek niet geschikt voor was. Een keuringsarts had het hem afgeraden toen hij na de oorlog terug keerde van dwangarbeid in Duitsland. Maar mijn vader had geen keus: hij moest in het familiebedrijfje want er moest brood op de plank. Wij behoorden tot het zogenaamde 'nette arbeiders milieu'. Geen echte armoede, maar bij de slager mocht het niet meer dan een onsje boterhamworst zijn.' Zijn er in je vroege jeugd al voortekenen voor een latere belangstelling voor geschiedenis en cartografie? Op de Jan Baptistschool, ca. 1962. 'Niet zozeer voor geschiedenis maar wel voor geografie. In Wassenaar heb ik veel tijd doorgebracht op buitenplaatsen en in de duinen, waar ik alleen en met anderen naar vogels keek. Vooral het duingebied tussen de Wassenaarse Slag en Katwijk, de Berckheyde, werd een beetje mijn vogelgebied. In die duinen kon je toen nog vrij rondzwerven. Behalve naar vogels kijken ging ik er ook vissen in de meertjes en beken van de duinwaterleiding. Mijn observaties legde ik vast in schriften. Ik creëerde daar mijn eigen topografie. Mijn ouders hadden geen geld voor vakanties, althans niet toen ik jong was. Een fietstocht toen ik een jaar of twaalf was, met mijn broer naar IJmuiden heen en 40 2014 nummer 5

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2014 | | pagina 40