Kind aan de Ketting en andere ongemakken Hannie Kool-Blokland Column Het zal niemand ontgaan zijn dat vorig jaar herdacht is dat 150 jaar geleden in Nederland de slavernij werd afgeschaft. Onze kersverse koning en koningin waren bij de nationale herdenking in het Oosterpark in Amsterdam aanwezig. Willem-Alexander had eigenlijk nog wel in eigen persoon een krans willen leggen, maar alleen al zijn aanwezigheid, samen met Maxima, gaf veel gewicht aan de herdenking. We zijn tenslotte een koningsgezind landje. Op Sint Maarten, Aruba en Curacao vonden een herdenking, tentoonstellingen en een theaterversie van Hoe duur was de suiker? plaats. De Stichting Herdenking Slavernijverleden heeft onlangs een prachtig boekje gepresenteerd over alle activiteiten in het herdenkingsjaar. Wat opvalt is de brede betrokkenheid, de kleur rijkheid en de vele manieren om in kunstzinnige producties een vorm te vinden voor herdenking, reflectie en bewustwording. Kunst geeft klank aan het onzegbare. Het herinneringsjaar heeft inderdaad bijgedragen aan een dialoog over slavernij, ook over moderne vormen van slavernij. Een van de belangrijke resultaten van het herdenkingsjaar is dat eindelijk een dialoog over slavernij is ontstaan en dat ook jongeren daarbij betrokken zijn geraakt. Zij zijn zich bewust geworden van moderne varianten van slavernij. Zij uiten dat in muziek, in rap, in sketches. Wat veel minder bekend is, is dat dit jaar herdacht wordt dat 200 jaar geleden de slavenhandel in Nederland werd afgeschaft. In Zeeland is het initiatief genomen om dat eveneens op nationaal niveau aandacht te geven. Op 14 juni zal in de Nieuwe Kerk in Middelburg de nationale herdenking plaatsvinden. Daaromheen zijn er het gehele jaar door activiteiten: tentoonstellingen, huiskamerbijeenkomsten waarbij het verhalen vertellen centraal staat, een app met een wandeling langs huizen en pakhuizen van de compagnie, een blog over een slavenschip, onderwijsprojecten enzovoorts. Veel van die informatie is confronterend. Ook hier wordt de dialoog weer gezocht, maar vooral ook simpelweg kennis over wat er nu eigenlijk echt is gebeurd. Welke gegevens zijn er, wat kunnen we in die gegevens lezen, wie was erbij betrokken, wat waren de gevolgen? Deze basale informatie is er vaak niet eens, zodat in algemene termen over de handel in slaven wordt gesproken. Wat opvalt is dat door de bekendheid en de openheid waarmee over het onderwerp wordt gesproken, langzamerhand de onwilligheid verdwijnt om slavenhandel te erkennen als onderdeel van ons verleden. Toen we in Zeeland twee jaar geleden begonnen om dit op de agenda te zetten, was er veel weerstand. Niemand wilde herinnerd worden aan een zwarte bladzijde in de geschiedenis. Men zocht eerder erkenning in een glorierijk verleden, en vooral geen schaamte in een pijnlijk verleden. Dat was ook bij de politiek een lastig punt. Je als provincie afficheren met een 'slecht' verleden, was not done. Door de groeiende discussie dat slavenhandel een onmiskenbaar en onuitwisbaar deel van onze geschiedenis is, wordt er langzamerhand een gordijn opgetrokken. Kunst helpt ons daarbij meer dan wat ook. Kunst wordt gevoed uit archieven en gekneed door een creatieve geest. De verbeelding maakt iets in ons los. Een bezoek aan de tentoonstelling 'Kind aan de Ketting' haalt ons uit onze comfortzone. 'Rebelse Vrouwen' laat geen spaan meer heel van de gedachte dat je je afzijdig kunt houden. In Zeeland zal het Nazomerfestival de theaterproductie 'De Zwarte van Walcheren' brengen. De comfortzone is al lang weg. We staan vol in de wind. Maar worden we hier ook opener van ten opzichte van andere bevolkingsgroepen? Ik weet het, dat staat helemaal los van de erkenning van de wereldwijde deportatie van miljoenen tot slaaf gemaakte Afrikanen. Maar de verwerking van dit verleden had ons toch al lang moeten brengen naar begrip, naar erkenning, naar het geven van ruimte aan anderen? Kennelijk hebben we nog veel meer nodig: meer verhalen, meer kunstuitingen, meer tijd, meer kennis, meer begrip, meer zwarte mensen, meer reflectie, meer dialoog. Vooral niet: minder, minder, minder, gescandeerd uit domme monden. Maar het eerste begin is er. Graag met nog meer kunst. Hannie Kool-Blokland directeur Zeeuws Archief. a 30 2014 nummer 5

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2014 | | pagina 30