Van denken via doen naar delen en borgen Doe mee! Een scrum draait om het in korte sprints bereiken van een vooraf gesteld doel, door een team dat met een duidelijke taakverdeling werkt. Op de foto een scrumsessie tijdens de Heineken Cup 2011 (foto Pierre Selim, Wikimedia Commons). Ieder atelier kent drie fasen: denken en plannen; doen en delen en tot slot evalueren en, afhankelijk van de uitkomst daarvan, borgen. Een atelier start met de fase van denken en plannen. In deze fase staat het definiëren van het vraagstuk en het bepalen van mogelijke oplossingsrichtingen centraal. Dit is nadrukkelijk geen theoretische exercitie vanuit een ivoren toren, maar een actief proces waarbij in overleg met verschil lende 'stakeholders', waaronder de atelierpartners, richting gegeven wordt aan het onderzoek. Het actief werven van onderzoekers (studenten van de onderwijsinstellingen, professionals in het werkveld) en het benaderen van experts die hun expertise toe kunnen voegen aan het atelier vindt ook plaats in deze fase. Ook wordt de projectleider van het atelier benoemd. Deze fase is inmiddels gestart en moet medio augustus 2014 zijn afgerond. De fase van denken en plannen levert dus een nader uitgewerkt onderzoeks plan voor de tweede fase op, met als kern: - Wat is het vraagstuk, wat gaan we doen, hoe pakken we het onderzoek aan, wat leveren we op? - Welke onderzoekers en experts doen mee? Medewerkers, studenten en docenten vanuit andere disciplines worden nadrukkelijk uitgenodigd te participeren. Gedacht wordt aan historici en juristen, maar ook aan informatieprofessionals, ICT'ers en communicatiedeskundigen. - Welke middelen en faciliteiten zetten we in? In de tweede fase, die begin september 2014 van start gaat, staat het doen en delen centraal. Er wordt uitvoering gegeven aan het onderzoeksplan volgens een vereenvoudigde 'scrum- aanpak'. Scrum is een flexibele manier van werken, 'oorspronkelijk bedoeld om (software)producten te maken. Er wordt gewerkt in teams die in korte 'sprints', met een vaste lengte van 1 tot 4 weken, werkende producten opleveren'.13 Iedere sprint start met een bijeenkomst waarin de onderzoekers aangeven wat zij de komende drie of 4 weken gaan doen. De sprint eindigt met een bijeenkomst waarin de onderzoekers hun resultaten presenteren, evenals problemen bij uitvoering. Direct aansluitend aan deze presentatie volgt de planning van de nieuwe 3 of 4-weken sprint. Werken via deze vereenvoudigde scrumaanpak geeft zowel structuur aan het onder zoeksproces als flexibiliteit in het onderzoek. Tijdens iedere scrum wordt immers bepaald 'waar staan we nu, hoe staat dit ten opzichte van onze doelen, hoe gaan we verder?' Het vergemakkelijkt bovendien de deelname van professionals uit andere organisaties. Een professional kan ervoor kiezen gedurende één of meerdere sprints deel te nemen aan het atelier. Andere atelierpartners, geïnte resseerde professionals en experts kunnen bovendien uitgenodigd worden om deel te nemen aan de scrumbijeen komsten om geïnformeerd te worden over de voortgang, maar ook om via discussie en feedback een bijdrage te leveren. Dergelijke 'open scrumbijeen komsten' fungeren dan als 'open atelier'. Aan het eind van de tweede fase vindt een symposium plaats, waar de resultaten van de ateliers worden gepresenteerd. De derde en laatste fase van het atelier is gericht op evalueren en borgen. Borging richt zich op het verspreiden van de resultaten van het atelier, via presentaties en publicaties, cursussen, onderwijsmateriaal et cetera. Onderdeel van evaluatie en borging is ook het bepalen van de vraagstukken voor eventueel vervolgonderzoek. Dit vervolg onderzoek kan uitgevoerd worden in een nieuw atelier, maar kan ook een startpunt zijn voor scripties van individuele studenten. De ateliers zijn te beschouwen als pilots voor nieuwe mogelijkheden van kennis deling, onderwijs en onderzoek in het archief- en informatiedomein. Dit betekent dat het werkveld van harte wordt uitgenodigd volop in de ateliers mee te doen. In deze samenwerking en actieve kennisdeling verschilt een atelier van een regulier project binnen een organisatie of van een reguliere module in een opleiding. De vorm voor betrokken heid van geïnteresseerde professionals kan heel erg verschillen, bijvoorbeeld: Als indiener van een voorstel voor een object van onderzoek of als onderzoeksomgeving waar (een deel van het) onderzoek gedaan wordt; Als 'medeonderzoeker': voert vergelijk baar onderzoek uit in eigen omgeving; Als sparringpartner: geeft feedback en suggesties op onderzoeksvoortgang, bijvoorbeeld tijdens de open ateliers; Als expert: bijvoorbeeld door het verzorgen van lezingen, seminar, workshop of masterclass; Et cetera. In de vakbladen, websites van Archief 2.0, Archief 2020, BREED en/of blogs en andere media zal geregeld nadere informatie worden verstrekt met oproepen voor het leveren van bijdragen in verschillende vormen. Tussentijdse resultaten worden gepresenteerd bij de open atelierbijeenkomsten, waarbij iedereen uit het werkveld kan binnen lopen. De eindresultaten worden actief verspreid en de KVAN heeft aangegeven samen met de ateliers masterclasses te willen organiseren. De lectoren Digital Archiving and Compliance (HvA) en Cultureel Erfgoed (Reinwardt Academie) hebben ook aangegeven lezingen of 20 2014 nummer 5

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2014 | | pagina 20