Crisisbestendig
Coöperatief karakter blijft
Uniek en representatief
Ooi rt«4
me
Rïrlrjjjenbank Hcwtr e ;,"t ank
met de auto
naar het buitenland?
8oerenleenbankkantoor in Noordwolde in de
vijftiger jaren (collectie Rabobank Nederland).
bestuur en volledige afdekking van
kredieten door spaargelden konden ze
tegen veel lagere kosten werken dan de
handelsbanken. Bijna alle winst kon als
reserve aan het eigen vermogen worden
toegevoegd. Bestuurders en kassiers
kwamen uit de lokale gemeenschap en
dat maakte de boerenleenbanken tot
kleinschalige, laagdrempelige en
vertrouwde instellingen.
Ondanks deze voor die tijd onconventio
nele aanpak groeiden de boerenleen
banken als kool en onder leiding van hun
centrale banken bleken zij, beter dan
handelsbanken, opgewassen tegen de
verschillende crises tussen de Eerste en
Tweede Wereldoorlog. Toch werden zij
door de heersende financiële wereld
lange tijd met argusogen bekeken en
zelfs tegengewerkt, totdat zij en ook de
overheid uiteindelijk in de jaren veertig
de sterke positie van de boerenleen
banken erkenden. De belangrijke rol in
de Geldzuivering direct na de Tweede
Wereldoorlog en de Wederopbouw
bewezen dat de inmiddels wijd
verspreide boerenleen- en Raiffeisen-
banken nu voor vol werden aangezien.
Ten tijde van de welvaartssprong in de
jaren zestig profiteerden zij daar ook
weer van. Vanaf de jaren zestig werden
particuliere rekeninghouders en het
midden- en kleinbedrijf steeds belangrijker.
In 1972 fuseerden de (centrale) Boeren
leenbank en Raiffeisenbank en ontstond
de Rabobank. Tijdens en na de fusie
stond het coöperatieve karakter regel
matig ter discussie, maar bleef steeds
overeind omdat men de matigende
invloed van leden op ambities en beleid
wilde behouden. De tweede coöperatie
discussie leidde vanaf 1995 tot het
definiëren van nieuwe doelen en een
aangepaste bestuursstructuur. De
individualistischer wordende klanten
waren niet meer vanzelfsprekend klant
van dezelfde bank, laat staan van een
coöperatie. Bovendien begonnen door de
voortschrijdende digitalisering van het
betalingsverkeer (en later steeds meer
andere diensten) klanten ook steeds
minder naar de bank te komen, behalve
voor het openen van een rekening of het
afsluiten van een hypotheek. De
kredietcoöperatie werd daarom omge
vormd tot een klantencoöperatie, die
zichzelf verplichtte tot een primaire
klantoriëntatie. Rabobanken bleven dus
lokale banken van lokale leden (en
hielden daarmee een in de Nederlandse
financiële wereld unieke worteling in de
lokale samenleving), maar het verplichte
lidmaatschap werd nu ook voor zakelijke
kredietvragers losgelaten.
De aanpassing van de bestuursstructuur
betekende dat vanaf 2004 bij alle
Rabobanken het lokale ledenbestuur is
vervangen door een professionele
directie en dat de raad van commissa
rissen niet langer per se uit lokale leden
hoeft te bestaan. Die professionalisering
was nodig om, in het licht van schaal
vergroting en toenemende complexiteit
van de financiële dienstverlening,
effectief te kunnen blijven besturen.
Directe leden invloed werd dus afgeschaft
en daarvoor in de plaats zijn ledenraden
gekomen. Hierin kunnen leden hun
directie adviseren over beleid en
strategie. Een nieuw soort ledenbetrok
kenheid dat de loyaliteit van - en
vertrouwdheid met - de klanten moest
waarborgen.
Dit hele herbezinningsproces was uniek
voor financiële wereld en bedrijfsleven
en representeerde ook de maatschappe
lijke veranderingen tussen 1972 en
2005.4
Voor de periode 1972-2004 heb ik de
bevestiging van de relevantie van de
Rabobank als actor en archiefvormer
gezocht en expliciet en impliciet
gevonden in diverse 'metatrends' van
vooral de maatschappelijke domeinen
'Economie' en 'Cultuur, leefstijl en
mentaliteit' van de door het Nationaal
Archief gemaakte NSA-trendanalyses
over de periode 1976-20055 (zie tabel 1).
Aan de hand hiervan heb ik vastgesteld
dat de rol van (lokale) Rabobanken
belangrijk, bijzonder, uniek en represen
tatief was in het licht van maatschappe
lijke ontwikkelingen, activiteiten,
personen en organisaties in de periode
van het bestaan van de oudste
Actoren
Trends
Bedrijfssectoren
Individuele bedrijven
Trend 1 - Veranderingen in de conjunctuur en in de
structuur van de Economie,
Nederlandse Bedrijfsleven
Trend 14 0De opkomst van de ICT: van IT naar ICT
Trend 4 - Verschuivingen op de handelsbalans:
intensivering van de handel ten gunste van de
Europese markt en de dienstensector
Multinationale ondernemingen
Land- en Tuinbouw
Financiële dienstverlening
Trend 4 - Verschuivingen op de handelsbalans:
intensivering van de handel ten gunste van de
Europese markt en de dienstensector
Trend 9 - Naar een Europese markt
Agrarische organisaties
Agro-industrie
Agrarische organisaties
Agro-industrie
Boeren
Trend 7 - R&D in de landbouw: de ontvlechting van
de samenwerking tussen de overheid en de
agrarische sector
Trend 11 0Het Europese Landbouwbeleid: Naar
liberalisering van de markt voor landbouw
producten en een breder plattelandsbeleid
Banken
Trend 9 - Naar een Europese markt
Trend 14 0De opkomst van de ICT: van IT naar ICT
Rabobank
Trend 13 0 Veranderingen in de rol en positie van
de grote (multinationale) ondernemingen en
aanpassing van de wijze van sturing.
Ondernemingsbestuurders
Hotspot 7 - Code Tabaksblat(2003)
Tabel 1. Actoren en metatrends uit het
maatschappelijk domein Economie.
14
2014 nummer 5
Advertenties uit de jaren zestig en zeventig, gericht op particulieren (collectie Rabobank Nederland).
O*"' hfl tan ïfy>TMl vrtnntfir u övf
du ram- en kradmlbrmf van öc A N.W8.
r.l CM dociman/l j act: bij Dn» bank
vcdtrygbnnr.
fcvoris kunt u by aria- bank ingacchrevon
uiorekm all d vin dg A N W& gvimv+»l I"
ruit
Ipwiolt Mr^ict ■WI do J'tlflWfl VÜHl dv
ftSilAOIO&nftarttf* an do BdOrOrlrtnbnnfcSrV