Uitgelezen
Verloren (Hilversum, 2013), ISBN
978-90-8704-351-3, ill. in kleur, 336 pp.,
29,00.
Er was een tijd dat er bij de opleiding
van archivaris veel aandacht werd
besteed aan de institutionele geschie
denis van Nederland. Tot die instituties
behoorden ook de rechterlijke organisa
ties. Vóór de Franse Tijd waren de
organisaties van rechtspraak en
openbaar bestuur niet zo gescheiden als
tegenwoordig. Vooral toen er nog veel
archieven van voor 1796 geordend en
beschreven moesten worden en
archivarissen nog geen gespecialiseerde
informatiebeheerders waren, was die
kennis over de organisatie van de
rechtspraak noodzakelijk.
Zo leerden die archiefstudenten dat
Roermond van origine een Gelderse stad
was. Het was hoofdstad geweest van
het zogenoemde Overkwartier van
Gelre. In het boek Rechtspraak in
Roermond komen in de eerste vier
hoofdstukken de staatkundige geschie
denis en de geschiedenis van de
rechtspraak in Spaans (1580-1713) en
Oostenrijks (1713-1794) Gelre aan bod.
Afwijkende geschiedenis
In de rest van het boek, de hoofdstukjes
5 tot en met 45, wordt de periode 1795
tot heden behandeld. Centraal staat de
geschiedenis van de Roermondse
rechtsprekende instanties. Pas vanaf
1839 is de rechtspraak in deze stad op
het Koninkrijk Nederland georiënteerd.
De geschiedenis van de rechtspraak
wijkt hier dus sterk af van de
geschiedenis van andere Nederlandse
rechtbanken.
Per 1 januari 2013 fuseerden de
rechtbanken van Maastricht en
Roermond tot de Rechtbank Limburg.
Dit was de reden om een mooi boek uit
te geven. Het is vooral een gedenkboek
geworden, met biografieën van alle
Roermondse rechtbankpresidenten en
enkele bijzondere rechters en officieren
van justitie. Opvallend is dat alle
presidenten katholiek dan wel van
katholieke afkomst waren. Zij kwamen
vaak uit de plaatselijke adel of het
patriciaat en begonnen hun loopbaan als
advocaat in Roermond. Zij bleven veel
langer op hun post dan de officieren van
justitie, die afkomstig waren uit het hele
land.
Egodocument
Hoewel de levensbeschrijvingen over
het algemeen heel interessant zijn, heb
ik toch vooral genoten van de eerste
helft van het boek. Boeiend is het
verhaal over Luytgens, de laatste
kanselier van de Soevereine Raad. Bij de
centrale regering van de Oostenrijkse
Nederlanden in Brussel pleitte Luytgens
voor humanisering van het strafrecht en
kwam hij op voor de afschaffing van de
pijnbank en het brandmerken.
Zijn ideeën vonden een gewillig oor bij
Jozef II. De hervormingspolitiek van deze
keizer stuitte echter op conservatieve
ambtsdragers in de lokale en regionale
instellingen omdat ze vreesden dat hun
voorrechten werden aangetast.
Een heel bijzonder hoofdstuk, geschreven
door Jan Daniels, gaat over de Roer-
mondse Archiefkwestie. De Roermondse
gemeentearchivaris Jan-Baptist Sivré
was in februari 1877 benoemd tot
tijdelijk archivaris van het rijksarchief
van het voormalige Overkwartier van
Gelre. Hij was daarmee beheerder van
belangrijke rechterlijke archieven van
Roermond. Toen Sivré in 1889 overleed,
wilde het Rijk de rijksarchiefbewaar
plaats in Roermond opheffen en de
betreffende archieven (van de Staten
van het Overkwartier van Gelre)
overbrengen naar het rijksarchief te
Maastricht. Voor Roermond waren die
archieven het symbool van de macht die
de stad ooit had bezeten en er rees een
enorm verzet tegen het transport ervan
naar Maastricht. De burgemeester en
de gemeenteraad van Roermond
bemoeiden er zich intensief mee.
Er werd zelfs op zondag vergaderd.
Via gerechtelijke procedures wist men
de archieven nog lange tijd in Roermond
te houden. Tot op het hoogste niveau in
Nederland ergerde men zich aan de
halsstarrigheid van de Roermondse
bestuurders. Bij het kennismakings
bezoek aan Limburg in 1895 bezochten
de koninginnen Emma en Wilhelmina
Roermond niet en reden ze in een
geblindeerde trein de stad voorbij.
Pas in 1901 werden de Roermondse
'rijksarchieven' overgebracht naar
Maastricht.
Rijke inhoud
Rechtspraak
Roermond
A.M.J.A. Berkvens, H.J.J.M. van der
Bruggen R.M.L.M. Magnée,
Rechtspraak in Roermond. Van
Soevereine Raad naar Rechtbank
Limburg (1580-2012)
Het boek is heel degelijk en luxe door
Verloren uitgegeven. Het lijkt vooral
bedoeld te zijn voor de juristen die
verbonden zijn geweest aan de
rechtbank, en dat zijn er heel veel.
De archivaris-historicus, oude en nieuwe
stijl, vindt hierin veel interessante
beschouwingen. Ik heb in het voor
gaande slechts summier op de rijke
inhoud kunnen ingaan.
Jos Wassink consulent Nederlands
Centrum Volkscultuur en Immaterieel
Erfgoed.
2012
Ru;n I Hn'hiEianlt 1l:mhn.rR
nummer 8 2013 27