De archiefervaring van
Cees Groenendijk
l
34 jaar geleden ben ik begonnen met het graven in mijn familie
geschiedenis. Ik heb geen geschiedenis gestudeerd en van een
cursus genealogie had ik nog nooit gehoord. Maar toch wilde ik
graag wat meer te weten komen over mijn voorouders.
Ik trok mijn stoute schoenen aan en ging
naar het Algemeen Rijskarchief in Den
Haag. Ik herinner me nog de stilte in de
statige studiezaal. Pantoffels waren niet
verplicht, maar toch... Fluisterend heb ik
informatie gevraagd en ook gekregen.
Opgevraagde stukken werden mij plechtig
aangereikt en ik kon aan de slag. Al
bladerend door de oude akten kwam ik
directe voorouders tegen die geboren,
gehuwd en overleden waren. Dit maakte
op mij een diepe indruk. Geen sensatio
nele vondsten natuurlijk, maar gewoon
directe voorouders die hun leven geleefd
hadden en waaruit ik voortgekomen ben.
Kortom, dit was voor mij een hele ervaring.
Bij een geboorteakte van een voorvader
kwam ik een vergeeld documentje tegen
waarop de vroedvrouw aan de burge
meester schreef dat zij bij de geboorte van
Aart een arts had moeten inschakelen.
Voldoende informatie om een half uurtje
naar het document te staren en mijn
gedachten de vrije loop te laten. Natuurlijk
heb ik gebruik gemaakt van de mogelijk
heid om afdrukken te laten maken op,
nota bene, plain paper. Het tijdperk van
zinkoxide papier was net voorbij.
Daarnaast heb ik het Centraal Bureau voor
Genealogie bezocht en daar een indruk
wekkende hoeveelheid microfiches
bekeken. Gewapend met een enorme
hoeveelheid aantekeningen ben ik naar
huis gegaan.
Familiebezoek behoorde tot het 'graaf
werk', vooral om foto's los te peuteren.
Natuurlijk heb ik ook aantekeningen
gemaakt over de geportretteerden. Het
aardige is dat ik nu binnen de familie als
enige weet wie op de foto's staan. Af en
toe zorgt dat voor leuke ervaringen, als ik
neven en nichten kan vertellen wie hun
vader of moeder als kind op een foto is.
Veel verder ben ik met mijn onderzoek
niet gekomen, om de simpele reden dat ik
er geen tijd meer voor vrij kon maken.
Maar het heeft me wel gepakt en nooit
meer losgelaten. Er zijn nog openstaande
vragen waarop ik graag een antwoord zou
willen hebben. Wie weet kan ik daar nog
eens wat tijd voor vrijmaken (na m'n
pensioen?).
30 jaar geleden ben ik een bedrijf be
gonnen - Groenendijk Microfilm Service -
met als hoofdactiviteit het microfilmen
van technische tekeningen en dossiers.
Min of meer actueel archief. Maar de
historie, de oude documenten, hebben mij
niet losgelaten. En ja hoor, in de jaren
negentig van de vorige eeuw zijn we bij
GMS begonnen met het microfilmen van
analoog cultureel erfgoed. Enkele jaren
later werd in samenwerking met een
ingenieursbureau een camera gebouwd,
om in kleur te kunnen digitaliseren. GMS
ging toen ook aan de slag met cultureel
erfgoed. Het was verbazingwekkend hoe
snel de archiefwereld de omslag maakte
naar digitalisering. Jarenlang is historisch
analoog materiaal gemicrofilmd. Ineens
was het microfilmen en digitaliseren en
'Als ze mij nu bij GMS zoeken, kunnen ze mij
vinden in de kluisruimte.
daarna alleen digitaliseren. En dat in zo'n
drie jaar tijd. Sindsdien heeft GMS een
indrukwekkende hoeveelheid historisch
materiaal in huis gehad om te
digitaliseren.
Als ze mij nu bij GMS zoeken, kunnen ze
mij vinden in de kluisruimte. Ik kom daar
graag, met respect voor de materialen,
om te zien wat we nu weer in huis hebben.
En altijd knaagt er dan weer het gevoel
dat ik er toch eens dieper in moet duiken.
En ja, dat zal dan wel na mijn pensioen
zijn, want voorlopig ben ik te druk met
digitaliseren.
Cees Groenendijk
Alblasserdam.
directeur GMS,
1935, onderste rij, tweede van links: Wim Groenendijk (part. coll.).
nummer 6 201 3 5