'Door steeds iets nieuws op te pakken, blijf ik fris' In gesprek met Theo Vermeer Gelukkig ben ik precies op tijd bij de receptie van het Stadsarchief van de Gemeente Rotterdam aan de Hofdijk. Theo Vermeer heeft een strak tijdschema, maar onder het genot van een goede kop koffie komen we snel ter zake. Er volgt een boeiend gesprek. Caroline Leistra en Dick Deuzeman Burgerlijke Stand a Waar en wanneer ben je geboren? 'Ik ben geboren in Dordrecht op 22 juni 1981. Mijn ouders woonden in Zwijn- drecht. De reden dat ik in Dordrecht geboren ben, is omdat Zwijndrecht destijds niet beschikte over een ziekenhuis. Zo ben ik ergens geboren waar ik niet opgroeide.' Uit wat voor een gezin kom je? Wat voor achtergrond hebben je ouders? 'Dit vind ik een lastige vraag, omdat de achtergrond van ouders in lang niet alle gevallen iets zegt over de ontwikkeling van een kind, hoewel er in bepaalde zin een correlatie kan zijn. Bovendien is het begrip 'achtergrond' tamelijk breed. Laat ik het daarom maar beperken tot datgene wat mijn professionaliteit het meest heeft beïnvloed. Ik kom uit een protestants- christelijk gezin en ik heb één broer. Mijn ouders zijn om te beginnen harde werkers. In het milieu waarin ik opgegroeid ben, is het heel normaal dat je niet voor een verkoudheidje thuis blijft en dat je bijvoorbeeld een afspraak voor fysiotherapie of tandarts aan het begin of einde van een werkdag plant. Kortom, ons arbeidsethos ligt hoog. Dat heeft alles te maken met een stuk verantwoordelijkheidsgevoel. Ik vind het een gezond teken als je de wens hebt om te excelleren. Daarom heb ik een hekel aan de zesjescultuur die in brede lagen van de samenleving aangetroffen wordt. Goed, Hollanders zijn nogal uit de klei getrokken, het zijn geen zeurpieten. Dat hangt er zeker ook mee samen. Daarnaast zijn mijn ouders mensen die graag iets nieuws als een uitdaging bestempelen en niet als een risico. Dat prijs ik met name ook in mijn grootouders. Mijn grootouders Vermeer heb ik minder lang meegemaakt (opa in het geheel niet) en waren eveneens harde werkers. Van mijn opa Koolmees (90 jaar) heb ik vooral het inventieve en innovatieve gekregen. Ze zijn intussen hoogbejaard, maar blijven nog steeds volledig bij de tijd. In een kleine familie als de onze ben je nauw met elkaar verbonden en ik wil daarom mijn grootouders hier met eer noemen. Soms mis ik in het 'archiefveld' weleens dat out of the box-denken wat ik bij mijn opa wel aantref. Terwijl oude collegae heel wat jonger zijn dan mijn opa! Zo bezien is opa een van mijn trouwste supporters.' Hoe was je als kind? Wat wilde je vroeger worden? 'Er passeerden in het verleden diverse beroepen de revue, maar archivaris zat er niet tussen. Wel hovenier of boswachter. Dit hangt samen met mijn interesse voor alles wat groeit en bloeit. Mijn karakter is er altijd al eentje geweest van helpen, doen, observeren en nieuwsgierigheid. Het helpen leverde 42 2013 nummer 5

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2013 | | pagina 42