De toekomst van e e archivaris Dat ons vakgebied in beweging is, is een understatement, waarmee de eerste en zeker niet de laatste Engelstalige term in dit artikel is geïntroduceerd. Er zijn diverse ontwikkelingen en stromingen die een zwaar beroep doen op de stuurmanskunst van ons als professionals. De turbulentie is midden jaren negentig begonnen. Een terugblik en een vooruitblik. Over bijvoorbeeld het herkomstbeginsel hoor je bijna niemand meer. weerslag in de archiefkoepel DIVA, die in 1999 werd opgericht. DIVA was nadrukkelijk bedoeld voor archieven en de administratie (documentaire informatieverzorging). Wel bleek het van meet af aan moeilijk om zowel het archiefwezen als het records manage ment te dienen. Toch werd in het beleidsplan 2001-2004 van DIVA, dat in 2000 tot stand kwam, de hechte relatie tussen documentaire informatie en archieven benadrukt en werd het records continuum als maatgevend beschouwd. Letterlijk schreef men: 'Het is één geheel van samenhangende activiteiten. In de organisatorische bundeling van deze samenhang ligt de meerwaarde van DIVA besloten.' Internet en groter publiek 1995 is ook het jaar van de grote internetdoorbraak, een paar jaar later gevolgd door het beleid van staatsecre taris Rick van der Ploeg om culturele instellingen te dwingen een groter publiek te bereiken. Hij opperde zelfs strafkortingen voor instellingen die er niet in slaagden een ander en breder publiek te bereiken. Henk Scholten, directeur van de Stadschouwburg Utrecht indertijd: 'Je kunt het Schönberg Ensemble niet verplichten voor allochtonen te spelen.' Geen hiphop dus bij het Schönberg. Verzelfstandiging archiefopleiding We zitten nog steeds in het midden van de jaren negentig. Op 6 december 1994 bericht de staatssecretaris van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen (OCW) aan eo O- - 1 o i §1 Fred van Kan en René Spork I Foto: Sjoerd Knibbeler. Tot de Archiefwet 1995 hadden overheidsinstellingen de verplichting om hun archieven na vijftig jaar over te brengen naar een archiefbewaarplaats. Daar hadden ze tien jaar de tijd voor. Openbare archiefinstellingen stonden dus al gauw op zestig jaar afstand van de administratie. Studiezalen werden overwegend bevolkt door onderzoekers en in veel mindere mate door de recht en bewijszoekende burger. Daar kwam in 1995 verandering in met de verkor ting van de overbrengingstermijn van vijftig naar twintig jaar. Openbaarheid, transparantie, rekening en verantwoor ding, en het 'records continuum' (het concept dat archiefdocumenten in de tijd verschillende belangen voor verschil lende belangengroepen kunnen dienen - al dan niet gelijktijdig - en daartoe voortdurend betrouwbaar archiefbeheer behoeven, ongeacht wie dat uitvoert) domineerden de vakdiscussies en doen dat nog steeds. Wij archivarissen zijn schakels in de informatieketen: het geheel aan werkzaamheden met betrekking tot de creatie, het beheer en het gebruik van informatie in een contextuele samenhang. Ook over context wordt heel wat gediscussieerd. Over bijvoorbeeld het herkomstbeginsel hoor je bijna niemand meer. Het continuüm denken vond ook zijn Vaak geholpen door aantrekkelijke subsidies gingen archiefinstellingen wel op zoek naar dat grotere publiek dat simpel werd gevonden door digitale bestanden (stamboomgegevens, beeldbanken) aan te bieden op internet. De virtuele bezoekcijfers groeiden (en groeien) explosief. Tegenover 1000 fysieke bezoeken staan momenteel 100.000 virtuele bezoeken. Archiefinstellingen beten als 'erfgoed instellingen' in de subsidieworst, maar schermden ook met hun wettelijke taken op het gebied van beheer, behoud en beschikbaarstelling van informatie. Enkele archivarissen vroegen zich af of er alleen nog werd gedigitaliseerd in plaats van geïnventariseerd. 10 2013 nummer 5

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2013 | | pagina 10