"Ik had een leuke, gevarieerde klas.
Aardige mensen van allerlei pluimage
en achtergrond. Iedereen was enthousiast
met zijn nieuwe vak bezig. Leraren
waren van verschillende kwaliteit maar
er waren goede didactici bij, zoals Theo
Poelstra, Simon Groenveld en ook Eric
Ketelaar. Mijn mentor was Hein de Graaf
van de Tweede Afdeling (archieven
Centrale Overheid na 1795), een man
waar de Afdeling grotendeels op dreef,
en ook iemand van groot moreel gezag.
Met hem hadden we geen ethische code
nodig. Ik heb sowieso voor mijn vorming
veel gehad aan de collega's van die
Tweede Afdeling."
"De combinatie stagiair/leerling
Archiefschool en ook al meteen een
paar dagen per week in de studiezaal
werken, vond ik af en toe wel eens
zwaar. Ribberink had de neiging mensen
in het diepe te gooien en dan maar af
te wachten of je de overkant haalde.
Zo niet, dan kon hij je wellicht een
baantje elders bezorgen, maar dan
moest je dus wel vertrekken. De eerste
Wat heeft je er uiteindelijk toe gebracht
om voor een archiefopleiding te kiezen?
"Toen ik had begrepen dat er in het
archiefwezen ook aandacht was voor de
twintigste eeuw en niet alleen voor de
middeleeuwen en de 17e/18e eeuw. In
het kader van de op handen zijnde
invoering van de Mammoetwet
experimenteerde onze school met het
schrijven van scripties en het doen van
onderzoek. Toen heb ik gebruik gemaakt
van echte archiefstukken en kreeg zo de
smaak te pakken. Na mijn eindexamen
wist ik dus dat ik naar de Archiefschool
wilde. Ik ben toen bewust rechten gaan
studeren en geen geschiedenis. Ik wist
namelijk dat de banen in het
archiefwezen niet dik gezaaid waren, en
was bang dat als het daar niet zou
lukken ik met geschiedenis alleen nog
maar leraar zou kunnen worden. Met
rechten waren de mogelijkheden
natuurlijk veel groter. Die rechtenstudie
was een keuze waar ik ook nu nog
steeds volledig achter sta, ook al heb ik
dat maar twee jaar in Leiden gedaan.
Na die twee jaar kreeg ik een offer I
couldn't refuse. En zo kwam ik bij het
Algemeen Rijksarchief terecht."
Welke herinneringen bewaar je aan je
stage en je jaar aan de Archiefschool?
Werkkamer aan het Bleijenburg, 1975.
week op de studiezaal aan het
Bleijenburg zweette ik peentjes. Alle
inventarissen stonden toen nog in een
grote kast achter het bureau in de kamer
van de chef-studiezaal. Bezoekers
moesten daar dus steeds om de
inventaris komen vragen waar ze mee
aan de slag wilden. Op miraculeuze
wijze wist de studiezaalmedewerker,
mijn voorgangster, feilloos de juiste
inventaris uit die enorme kast te vissen.
Hoe moest ik dat in hemelsnaam ooit
voor elkaar gaan krijgen? Aan het eind
van die week had ik een nachtmerrie: ik
droomde dat ik in mijn eentje
studiezaaldienst deed en dat plotseling
de hele kast in zijn totaliteit met alle
inventarissen over mij heen viel."
"Enfin, ik zit hier in 2013 alweer 40 jaar.
Never a dull moment: een prachtig vak
met prachtige bronnen. Ik heb altijd het
gevoel gehad op de eretribune te zitten."
Borrelen er nog meer anekdotes in je
op uit de tijd dat het Algemeen
Rijksarchief aan het Bleijenburg zat?
"Teveel om hier allemaal te vermelden.
Ik zou allerlei mooie verhalen kunnen
vertellen over collega's als Fox, Jacob
Kort en Jan van Bracht, de grote
kaartenman. Ik zal mij hier beperken tot
Jacob Kort, die helaas enkele jaren
geleden overleden is. Tot aan het einde
toe is hij met een pen blijven schrijven.
Jacob wist alles van de middeleeuwse
archieven en zat vooral goed in de
archieven van de graven van Holland. Hij
was nooit te beroerd om zijn kennis te
delen, of dat nou met een collega was
of met een bezoeker. Als er een
leesprobleem was of een andere lastige
vraag, dan schoot hij te hulp. Erg fijn,
want als Jacob de 'charterman' is, dan
ben ik de 'anti-charterman'. Niet dat ik
er iets tegen heb, maar ik mis de link
met het heden, en om de een of andere
reden is middeleeuwse paleografie altijd
een opgave voor me gebleven, hoe ik
ook mijn best doe. Toen ik een keer een
middeleeuws klusje zonder hulp van
anderen tot een goed einde wist te
brengen, was dat blijkbaar zo
opmerkelijk dat Yvonne Bos mij in een
vergadering tot honorair mediaevist
heeft benoemd."
58 2012 nummer 10