Uitgelezen Solide basis boeken. Er is duidelijk een accent verschuiving opgetreden ten opzichte van de vorige delen: van filologisch naar paleografisch. Zal de toekomst het meer in contextualiteit zoeken, zoals het deel voor West-Brabant? Alleen de topo grafische ligging is nu de gemeen schappelijke factor voor een tijdperk dat niet territoriaal maar in persoonlijke verbanden dacht. Raadpleging van oorkondenboeken over de aangrenzende streken (Holland, Utrecht, Gelre en de Niederrhein) is dan ook altijd aan te raden. Eén conclusie blijft onbetwist overeind: het DONB vormt een solide basis die blijvend dienst zal bewijzen en daarom alle steun verdient. Mogen we na de beëindiging van het project nog eens hopen op een uitgave in druk om de reeds bestaande reeks niet verweesd achter te laten? Het Clgltatl iflmPiiiiëHit'—1 vmn Noor: T" Bmmtn* Uu 3irntfim' O 'Hat figa#1*»'*» 'H 'M*n iWf-l Wé r jMM,1 l Miüri M nWf) Ti* 4»*f «Jfc** i;l|^|frB-iMre *r ifQW* M i I FA B thkWL qmMfltf Xd dUV W« UUMtK B J i O i i Mt-'WTT *r WWaMs*F*B«W i|rtiwr 4 -■« .->( M a -r r.«r H HP *r-v-ira#a.- Puff+T'jp&i .*- .fe,-<,«iprT.W#i 4 «n fwt amaCTgpn*)#! .«n *ppr^ n-\i, SM ltll f al h PMV1i.EPI.Ih-U. SMmfi .in hciüw HdhOHire. Ml WW 'T* »fT#WFT 7K i*4S- M Cpw« «I i-JtmNü IPR in hoeverre niet gangbare Nederlandse woorden en/of vaktermen meegenomen mogen worden. Met betrekking tot de tiendheffing spreekt men over novale tienden (in plaats van novaaltienden) maar elders over smaltienden. Waarom dan niet smalle (kleine in tegenstelling tot grove/grote) tienden? Wat is overigens een scheut tiend? Waarom in de regesten allodium, elders weer erfgoed of feodum/leengoed op te nemen? Hond (geen dier, maar onderverdeling van een morgen, dus een landmaat) is toch gewoon hont. Zijn middeleeuwse standsaanduidingen als ridder (miles) en priester (presbyter veelzeggend, het meenemen van aanspreektitels (dominus, domicella; heer, dame) lijkt mij overbodig, zo niet dubbelop. Waarom Tournois in plaats van Tours, een bekende Franse koninklijk muntplaats? De Münsterse wijbisschop is toch een ordegeestelijke met de titel van een ondergegane bisdomszetel in partibus infidelibus. Over de heerlijkheid Heeswijk heerste een zijtak van het Duitse gravengeslacht Bentheim (niet Benthem). De deken van Hilvaren- beek in 1307 is de landdeken en niet de kapitteldeken. 'Poorter' van een stad heet elders 'burger'. In plaats van huisplaats, ondergrond en dergelijke, liever huis en erf, huiskavel, -perceel. Nu eens krijgen vorsten rangnummers mee, elders niet! Keizer Frederik II zal niet als keizer maar als Roomskoning, koning van het Duitse Rijk, het norbertijnenklooster Berne onder zijn voogdij nemen. Waarom niet gesproken van de abdij Berne in het plaatsje Bern (bij Nederhemert), die pas sinds de heroprichting te Heeswijk in 1857 'abdij van Berne' heet? Het DONB staat ondanks alle nieuwig heden in de beste traditie van de Nederlandse territoriale oorkonden- Valentijn Paquay senior archivist, Stadsarchief 's-Hertogenbosch. Op 2 oktober opende Koningin Beatrix de expositie naar aanleiding van 200jaar Kunstacademie (thans Avans Hogeschool) te 's-Hertogenbosch. Zij zette daarbij haar handtekening in het boek waarin vanaf 1829 vorstelijke bezoekers van de stad tekenden. Aan het fraaie, in 1829 door Hofboekbinder Willem Carbentus (1792-1845, opa van Vincent van Gogh) vervaardigde register, hangt het Majesteitszegel van Koning Willem I (foto's Menno Ridderhof). nummer 10 2012 53

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2012 | | pagina 53