Uitgelezen Stichting Brabantse Bronnen (2011), www.donb.nl. ingeklemd tussen expanderend Holland, Brabant en Gelre. Het tijdkader (tot het jaar 1313) is, hoe uit praktische noodzaak ook geboren, volslagen willekeurig. Het belangrijkste winstpunt is en blijft: alles handzaam samengebracht en algemeen permanent toegankelijk. Aldus bespaart het DONB de moeite van verzamelen en raadplegen ter plaatse en draagt het zo bij aan het behoud van de kwetsbare originelen. Een tussenstand van geraadpleegde vindplaatsen/ archieffondsen zou welkom zijn. Aan bod komen 167 oorkonden van de naar verwachting in totaal ca. 750; ongeveer evenveel als in de twee eerdere delen, namelijk de Meierij en West-Brabant (met aanvullingen via deze site). Hiermee wordt - mede dankzij jaren voorbereidend werk - nu al ruim twintig procent gehaald! Het geboden bronnenmateriaal, momenteel aanvangend op het jaar 1134, kan op twee niveaus worden bekeken: als oorkonden, bijna uitsluitend Latijnse teksten in extenso, en als korte samenvattingen van de handeling in de vorm van regesten. Oorkonden Een strakke en fraaie vormgeving in de lijn van de eerdere gedrukte edities geeft een prettig leesbare presentatie. Ook bij afdrukken staat er een duidelijk en zakelijk lettertype. De nieuwe digitale mogelijkheden bieden diverse voordelen. Geboden wordt een betrekkelijk actuele stand van zaken door aanvullingen elk half jaar beschik baar te stellen (in plaats van te wachten tot de voltooiing, zoals vroeger, wat vaak neerkwam op levenswerk). Zo zijn altijd alsnog achteraf aanvullingen en/of correcties aan te brengen. Maar wanneer welke versie is gezien, dient de raadpleger voor zichzelf goed te realiseren. Potentiële klanten over de Geertrui Van Synghel, Digitaal Oorkondenboek van Noord-Brabant Sinds 2011 is via internet het Digitaal Oorkondenboek van Noord-Brabant (DONB) te raadplegen. Deze site staat onder auspiciën van de Stichting Brabantse Bronnen, daarin financieel gesteund door diverse instanties en bedrijven. De opbouw en uitwerking van de site, bedoeld als voortzetting van de gedrukte delen van het Oorkondenboek van Noord-Brabant, is met zeven ingangen helder en zonder overdaad aan computer-anglicismen. Wat de informatie betreft die archivarissen en historici primair zal interesseren, die bevindt zich onder 'projecten', zoals de voortzetting van het Oorkondenboek wordt betiteld. Met de bewerker - dr. Geertrui Van Synghel, verbonden aan het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis - is het project in goede handen. Gepromoveerd op de schriftelijke productie in middeleeuws Den Bosch heeft zij bewezen goed thuis te zijn in de specialistische materie van paleo grafie, diplomatiek en chronologie die het middeleeuwse oorkondenmateriaal vergt. De bewerker heeft een lastig werkterrein. Noord-Brabant is historisch- geografisch gesproken een politiek- ideologische creatie van het begin van de negentiende eeuw uit gebieden die weinig met elkaar gemeen hadden. Menig opgenomen oorkonde uit een ver verleden verliest hierdoor de eigentijdse historische context. Het rivierengebied behoorde tot de oudst bewoonde en dichtstbevolkte streken van ons land. Hier lagen kleine autonome territoria (heerlijkheden, graafschappen) hele globe te bedienen lijkt mij een uiterst minieme doelgroep, als buitenlanders zich al interesseren voor deze regio. De koppeling van de oorkondetekst met de afbeelding van het charter is een ideaal dat in het predigitale verleden helemaal niet of nauwelijks (te kostbaar) mogelijk was, en dus nu de belangrijkste aanwinst vormt. Vooral de paleografische dimensie krijgt daardoor profiel. In het kader van het fenomeen destinataris-oorkonde (ofwel geschreven door de vragende partij in tegenstelling tot kanselarijproductie van de oorkonder) geven de reproducties een rijk gevarieerd overzicht. De visuele mogelijkheden om deze nader te bekijken werken prima. Weergaven van (late) afschriften lijkt daarbij overbodig. Er ontbreekt de opgave van de objectieve afmetingen van het origineel, zo veelzeggend voor dit soort bronnentype (staand of liggend formaat). Een meetlat bij de afbeelding zou ook een mogelijk heid zijn. Bij de visuele reproductie van het charter dient de vraag te worden gesteld of die wel kleurvast/-echt is. Hoe verschillend in tint en intensiteit kan een weergave per publicatie wel niet zijn? Is een kleurenschema ernaast de oplossing? Anderzijds dient men erop bedacht te zijn dat de afbeelding niet meer weergeeft dan de huidige (aangetaste) toestand. Transcriptieregels, al dan niet in combinatie met normalisering, oplossing en/of weergave, hoewel versoberd ten opzichte van de gedrukte edities, is niet ieders kost en worden ondervangen door de afbeeldingen. De zin van het wel weergeven van digniteitspunten in plaats van het niet meer gangbare gebruik van hoofdletters uit respect (zoals het archaïsch aandoend 'H. Mis', aan te treffen in een van de regesten) nummer 10 2012 51

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2012 | | pagina 51