Diplomatiek en archivistiek -ijvert i,i Toepassing nu (University of British Columbia (UBC), Vancouver, Canada). Aanvankelijk vooral opgemerkt in Canada en de Verenigde Staten, maar via het internationale onderzoeksproject InterPares ook elders in de wereld. Zij paste de methoden en principes van de klassieke diplomatiek toe op digitale documenten, met als doel regels te kunnen opstellen om de authenticiteit en betrouwbaarheid te bepalen. Duranti publiceerde in Archivaria tussen 1989 en 1991/2 een reeks van zes artikelen: Diplomatics. New Uses for an Old Science. In 1998 werden deze onder dezelfde titel gebundeld en uitgebreid als boek gepubliceerd.4 De artikelen vormden het conceptuele uitgangspunt voor het UBC project 'Preservation of the Integrity of Electronic Records' (1994- 1997).5 Kernconcepten waren: betrouwbaarheid en authenticiteit.6 Het centrale onderzoeksdoel was to define the conceptual requirements for guaranteeing the reliability and authenticity of records in electronic systems..." Op basis van de diplomatiek onderzocht Duranti, samen met Terry Eastwood en Heather MacNeil, de kenmerken van een record, archiefstuk, dat ze onderscheidden van niet-archief- documenten. Ze bepaalden welke kenmerken een volledig, betrouwbaar en authentiek record bepaalden en ontwierpen templates om die eigen schappen te beschrijven. Deze templates waren vervolgens het uitgangspunt voor hypothetische templates, metadata schema's, voor volledige, betrouwbare en authentieke elektronische records.7 Duranti's benadering is in eerste aanleg vooral diplomatisch, veel minder archivistisch. In het op het UBC volgende InterPares project kwam het accent weer meer op de archivistiek te liggen. De oorsprong van de oorkondenleer - de naam zegt het al - ligt in de kritische analyse van oorkonden, charters in archivistische terminologie. Hoewel aanvankelijk vooral rechts- bewijzen, akten in archivistische zin, of oorkonden in diplomatische betekenis (charters) object van onderzoek waren, heeft de wetenschap zich gaandeweg uitgebreid tot alle typen niet-verhalende bronnen. De diplomatiek of 'oorkonden- en aktenleer' bestudeert de vormelijke aspecten van het geschreven, niet- verhalende bronnenmateriaal van de geschiedenis en tracht door analyse van Wei on rvgrigÉving De structuur van charter is nog altijd herkenbaar in de moderne wet, in digitale vorm zichtbaar op www.overheid.nl. 42 y 2012 nummer 10 de vorm tot een verklarende evaluatie en uitleg te komen van de schriftelijke bron zoals die zich aan de onderzoeker presenteert. De vorm van het document is een representatie van zijn functie. Dit maakt deze wetenschap in het bijzonder geschikt om tot de bepaling van de functie en aard van het archiefdocument te komen. Een belangrijk onderscheid tussen diplomatiek en archivistiek is dat de eerste wetenschap zich richt op individuele documenten en het in de tweede vooral om aggregaten, grotere gehelen gaat. De Handleiding, die de klassieke archivistiek als het ware codificeerde, heeft het dan ook nauwelijks over afzonderlijke documenten, maar gaat steeds uit van grotere gehelen: het archief, de series, de 'bundels'. Maar om die aggregaten beter te kunnen begrijpen is kennis van de samenstellende delen, de documenten, onmisbaar. Van der Gouw was bijvoorbeeld de mening toegedaan dat de archivistiek begon bij het begrijpen van het enkele stuk.8 Zelf meen ik in mijn dissertatie over archiefvorming en archivering in Dordrecht aangetoond te hebben dat de kwaliteit van het archief vrijwel geheel afhankelijk was van de wijze waarop de secretarie de documenten maakte.9 Er is echter meer over te zeggen: de archivistiek neemt de authenticiteit en betrouwbaarheid als een gegeven; de archivaris kijkt naar de samenhang van de bestanddelen van het archief zoals hem of haar dat is overgeleverd. Die opvatting of benadering is aan het veranderen. Steeds meer dringt het besef door dat de archivaris zich intensiever moet bemoeien met de kwaliteit van de documenten die de administratie produceert; daarvoor lijkt de diplomatiek in beginsel de instrumenten te kunnen aanreiken, zoals Duranti aantoonde. Hoewel Duranti c.s. zich baseerden op de diplomatiek, beperkten ze zich zeker niet tot charters (oorkonden). De vraag of kennis van charters (en zo ja, welke?) nu nog noodzakelijk is voor archivarissen, is dus niet hetzelfde als de vraag of diplomatiek tot de basiskennis zou moeten behoren. Dat wil zeggen: niet de diplomatiek in traditionele zin als oorkondenleer, maar als document analyse: kennis van documentvormen en de rol van documenten in admini-

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2012 | | pagina 42