Dit had misschien voorkomen kunnen worden door een houdbaarheidsdatum aan die e-mails te koppelen, maar ook dan is het de vraag of die kort genoeg zou zijn geweest. Daarnaast is dit natuurlijk helemaal geen digitaal probleem, want als Jane analoog met die vriend had gecorrespondeerd, had ze de brieven misschien ook wel bewaard en doorzocht en was precies hetzelfde gebeurd. De tweede reden waarom het boek tegenviel, is dat de oplossing ook wel erg idealistisch en far fetched is, ook al ontkent Mayer-Schönberger dat zelf. Want neem nu het geval Feldmar. Hij zal nog een hele tijd te boek blijven staan als die LSD-gebruiker (die de VS niet in mag). Niet omdat hij twaalf jaar geleden hierover een artikel in een obscuur tijdschrift schreef, maar omdat sinds 2006 duizenden - van grote kranten tot kleine bloggers - over hem geschreven hebben. Moeten die allemaal met Feldmar in onderhandeling over de houdbaarheidsdatum? Of wordt er door iemand (maar wie dan?) gewoon een maximumtermijn gesteld? Als die termijn erg kort is, wordt het censuur en als die termijn lang is, heeft het weinig zin. Vergeten blijft de norm Mayer-Schönberg ziet nog iets over het hoofd: vroeger was het een stuk eenvoudiger om al die geheugen steuntjes te bewaren. Bij haar overlijden in 1997 liet de dichteres Ida Gerhardt haar literaire erfenis na, bestaande uit een gigantische hoeveelheid manuscripten, krantenknipsels, correspondentie en een bibliotheek. De erfgenamen brachten het allemaal onder in het stadsarchief van Zuthen. Het interessante was dat de bibliotheek om twee redenen een integraal deel uitmaakte van het archief. Aan de ene kant omdat Gerhardt de boeken gebruikte om brieven en ansichtkaarten in op te bergen. De bibliotheek was dus een cruciaal onderdeel van de archiefordening. Maar nog interessanter is dat de boeken duidelijk deel uit hebben gemaakt van het werkproces van de schrijfster. In de marges van heel veel boeken heeft ze aantekeningen gemaakt en regelmatig staan er zelfs eerste versies van gedichten genoteerd. Om die reden is er destijds naar een manier gezocht om de bibliotheek en de erin gevonden archiefstukken integraal te beschrijven, inclusief de bergplaatsen van documenten en de vindplaats van aantekeningen. Maar stel nu eens dat Gerhardt een Kindle van Amazon als e-reader had gehad? Dan waren de erfgenamen en het Zutphens archief snel klaar geweest, omdat er nauwelijks een literaire en ieder geval geen bibliothecaire erfenis zou zijn, en dat lag dan niet eens aan de traditionele technische problemen van digitale duurzaamheid. Het gaat er ook niet om dat je in een Kindle geen ontvangen correspondentie kunt bewaren of aantekeningen in boeken kunt maken, want dat kan allebei wel. Je kunt er eigen bestanden naartoe uploaden en je kunt annotaties maken in de boeken die je leest. Het is zelfs mogelijk om die De bibliotheek was cruciaal voor de archiefordening, maar maakte ook deel uit van het werkproces van dichteres Ida Gerhardt (foto Ingmar Koch, 1998). annotaties openbaar te maken, zodat andere Kindle-gebruikers die hetzelfde boek later lezen, ze ook kunnen zien. (Ik denk trouwens dat Gerhardt dat gruwelijk zou hebben gevonden.) Het probleem zit in het eigendom van de boeken op de Kindle. Als je bij Amazon boeken 'koopt', worden de digitale bestanden niet jouw eigendom. Je betaalt voor een licentie om de bestanden te mogen gebruiken. Of, zoals Amazon in de gebruiksvoorwaarden zegt: Kindle Content is licensed, not sold, to you by the Content Provider." Dit betekent bijvoorbeeld dat Amazon het recht heeft om je jouw boeken weer af te pakken, zoals een paar jaar geleden bleek toen het bedrijf ontdekte dat het een illegale digitale versie van 1984 verkocht. Maar het betekent ook 36 2012 nummer 10

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2012 | | pagina 36