Nieuwe Charters Bij een charter geeft een partij iets aan een ander, waarbij de 'gever' erkent dat de 'ontvanger' het voorrecht heeft om hiermee te doen wat de ontvanger zelf wil. Impliciet in deze overeenkomst is dat de gevende partij een bovengeschikte positie heeft ten opzichte van de ontvanger, die dus per definitie zijn ondergeschikte status erkent. Daarnaast erkennen beide partijen impliciet de rechtsgeldigheid van de geschreven overeenkomst. Dat is méér dan een louter middeleeuws fenomeen... Authenticiteit en integriteit Er wordt tegenwoordig veel gecorres pondeerd met elkaar op informele en formele wijze. De sociale media vullen onze dag. Bij de formele communicatie wordt gebruik gemaakt van beschikbare technologieën, zoals de digitale hand tekening. Ruim tien jaar geleden werd in Nederland de Wet elektronische handtekeningen van kracht. Met een elektronische handtekening wil men enerzijds zekerheid over de identiteit van de afzender - authenticiteit - en anderzijds over de onveranderlijkheid van de elektronische gegevens - integriteit. Het gebruik van de digitale handtekening, één van de vormen van elektronische handtekeningen, en de archivering van digitaal ondertekende documenten houdt de archiefwereld al een tijd bezig. Ik ben geen mediëvist maar ik denk dat charters, zegels, vidimussen en chiro grafen allemaal hetzelfde doel hadden: legitimiteit verstrekken. Dat vervolgens het uitgangspunt van iedere mediëvist is dat een charter vals is tenzij het omge keerde kan worden bewezen, is een extra illustratie van de overeenkomst met de huidige tijd. Hoeveel charters Waarborgen Zoals vroeger een stempel de authenticiteit garandeerde en het vidimus de integriteit van een charter toonde, zo worden er nu private en publieke (digitale) sleutels gebruikt om dit te waarborgen. Een private sleutel wordt gebruikt om een document te ondertekenen en een publieke sleutel om een handtekening af te lezen. Dit wordt ook wel een asymmetrisch sleutelpaar genoemd, omdat er meer mensen in het bezit zijn van een private sleutel dan van een publieke sleutel. Oftewel: iedereen kan zijn documenten ondertekenen, maar slechts enkelen kunnen lezen wie deze heeft ondertekend. Een digitale handtekening wordt daarom ook vaak vergeleken met een digitaal zegel. Een zegel zoals we die van vroeger kennen, hoort bij één (rechts)persoon en is op elk document hetzelfde. Maar ook hier geldt wie de zegel heeft kan deze gebruiken, en er is aan de zegel niet af te lezen wie deze daadwerkelijk geplaatst heeft. De ondertekenaar van het digitale document kan echter niet ontkennen dat hij of zij het document ondertekend/ verzonden heeft, omdat de link tussen de private en publieke sleutel blijkt uit een gekwalificeerd digitaal certificaat. Een digitale handtekening gekoppeld aan Niks nieuws Max Beekhuis I Tegenwoordig dienen charters als uitgangspuntenlijst voor internationale samenwerking (Atlantic charter), als vliegovereenkomst (charter bestemmingen). Naar mijn idee geldt de ongelijkheid van verstrekker en ontvanger ook in deze voorbeelden. Heb je weleens charter gevlogen? RyanAir is er luxe bij. En het gemiddelde Derde Wereldland heeft ook zo zijn bedenkingen tegen de internationale rechtsorde. heb jij al niet ontvangen in het kader van een goksite, een nieuwe loterij of bij de aankoop van een onverwoestbaar huis houdelijk instrument? Ik denk altijd maar: "Als je zoveel woorden nodig hebt om mij uit leggen dat wat je verkoopt deugt, dan gaat het niet werken. En dat gouden afhangende zegel hoef ik ook niet." een digitaal archiefdocument is enkel rechtsgeldig wanneer de volledige validatieketting geregistreerd en te allen tijde te lezen is. Een digitale handtekening waarborgt de authenticiteit en integriteit van een document, zoals voorheen een zegel hetzelfde deed. Beide vertonen daarom overeenkomsten. Zoals de koning vroeger zelf de zegels beheerde, zo beheert de overheid nu digitale certificaten. De overheid doet dit via een Public Key Infrastructure (PKI). Dit is een systeem dat digitale certificaten uitgeeft en beheert. Deze worden ook verstrekt door commerciële instellingen, maar de overheid heeft een eigen PKI voor organisaties die namens de overheid werken, te weten PKIoverheid. Deze hebben zelf ook de bevoegdheid om weer andere organisaties, lager in de hiërarchie, de waarborg te geven dat ze namens de overheid werken. Flauw, maar hoe betrouwbaar waren vroeger die koningen? Ik lees nu, voor het slapengaan, een boek over mijn middeleeuwse hobby 'de Honderdjarige Oorlog' tussen Frankrijk en Engeland (1337-1453). De Franse koning Philips VI devalueerde aan de lopende band zijn munt(en) en Edward III liet zijn geldschieter failliet gaan. En wat doen wij nu vandaag? Ach, wij faciliteren gemeenten in hun digitale communicatie met behulp van DigiNotar. Niks nieuws onder de zon. Max Beekhuis directeur Doxis Informatiemanagers. nummer 10 2012 31

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2012 | | pagina 31