Het einde van het charter? Bronnen De grafelijke registermeester Pieter van Renesse van Beoostenzweene maakte tussen 1433 en 1450 een inventaris van alle charters en registers uit het grafelijke archief. Hij liet het illustreren en inbinden. Op deze miniatuur staat hij zelf terwijl hij op 20 maart 1450 het resultaat aanbiedt aan de landsheer Philips van Bourgondië (NL-HaNA, Graven van Holland, 3.01.01 inv.nr. 2149). Den Teuling overigens aan de akte geeft, is ongeveer van ongeveer gelijke strekking als bij Van der Gouw (e.a.). Waar De Booy (e.a.) alleen stellen dat 'oorkonde' slechts binnen een bepaalde discipline wordt gebruikt en verder geen uitspraak doen over het gebruik daarvan binnen de archivistiek, raadt Den Teuling het gebruik van het woord oorkonde binnen de archivistiek af "ter vermijding van verwarring in de betekenis van akte". De reden hiervoor lijkt te zijn dat het bij Van der Gouw (e.a.) en De Booy (e.a.) in plechtige vorm opgestelde stuk als akte is aangemerkt, maar bij Den Teuling niet meer een akte is maar een verklaring. Die verklaring is dan weer een bepaald type akte, "waarbij een persoon, groep personen of organisatie een uitspraak doet op enig rechts gevolg". Gelukkig mag het in plechtige vorm opgestelde document oorkonde blijven heten, ongeacht of het nu een akte of een verklaring betreft. Maar het woord oorkonde mogen we om door Den Teuling genoemde redenen niet meer gebruiken. Wie de archiefterminologie van Richard Pearce-Moses kent, weet dat daarin als het even kan niet slechts één maar zoveel mogelijk door hem gevonden definities zijn opgenomen. Voor het charter geeft hij er vier: "1. A document, issued by a government, that grants rights, liberties, or powers to its citizens; 2. A government act or filing establishing a business, especially articles of incorporation; 3. A document outlining the mission, principles, and procedures of an organization; 4. Historical; a record documenting title to land obtained by livery of seisin." De definitie incorporeert interessant genoeg niet een definitie die eerder door de Society of American Archivists is gepubliceerd, namelijk die van Bellardo en Bellardo: "A document, usually sealed, granting specific rights, setting forth aims and principles of a newly established entity, and often embodying formal agreements and authorizing special privileges or exemptions." Dit mag verder de pret niet drukken. Het aardige is dat eigenlijk geen van de definities van Bresslau, Muller (e.a.), Van der Gouw (e.a.), De Booy (e.a.) en Den Teuling echt past op deze definities van Pearce-Moses. Bovendien maakt Pearce-Moses nog een interessante opmerking in de toelichting: een charter (in de betekenis onder nr. 1) "is distinguished from a constitution in that the former is granted by the sovereign, while the latter is established by the people themselves. Both are the fundamental law of the land." Het gevolg hiervan is dat bijvoorbeeld een document met grondwettelijk karakter (Pearce-Moses' 'constitution') dat is opgemaakt om als rechtsgeldig bewijs van het daarin vermelde te dienen ('oorkonde' volgens Muller (e.a.)en 'akte' volgens Van der Gouw (e.a.)) of het nu is geschreven op perkament of niet en al dan niet voorzien van zegels, geen charter zou zijn volgens Pearce- Moses, maar wel volgens zowel Muller (e.a.) en Van der Gouw (e.a.). Er zijn gegarandeerd meer voorbeelden te vinden van charters die 'hier' wel, maar 'daar' geen charters zijn. Als ik dit alles zo overzie en mezelf toesta een keuze te maken voor een mooie, juiste of adequate definitie, dan valt mijn keuze op een hier nog niet eerder genoemde definitie van 'Urkunde' uit de voormalige DDR: "Schriftdokument über rechtserhebliche Sachverhalte, das in einer bestimmten, historisch wechselnden Form abgefaBt, durch Siegel bzw. Unterschrift beglaubigt ist und der Begründung (carta) oder dem Beweis (notitia) rechtlicher Festlegungen dient." De definitie is nét wat abstracter dan die van Den Teuling. Mijns inziens is het met deze definitie in de hand ook anno 2012 mogelijk om in een actief administratief proces charters te vervaardigen. Al was het maar omdat aan een charter onder deze definitie tenminste ook een 'afhangende elektronische handtekening' kan zijn bevestigd. Leve het charter! I Afnor, Vocabulaire des archives. Archivistique et dilomatique contemporaines, Les dossier de la normalisation (Paris: Afnor 1986). Lewis J. Bellardo en Lynn Lady Bellardo, A Glossary for Archivists, Manuscript Curators and Records Managers, Archival Fundamentals Series van de SAA (Chicago: The Society of American Archivists, 1992). E.P. de Booy (e.a), Lexicon van Nederlandse Archieftermen ('s-Gravenhage: Stichting Archiefpublicaties, 1983). Elisabeth Brachmann-Teuber (e.a.), Lexikon. Archivwesen der DDR (Berlin: Staatsverlag der Deutschen Demokratischen Republik, 1976). H. Bresslau, Handbuch der Urkundenlehre, 1. Band (Berlin: Verlag Walter de Gruyter Co., 1969 [1889]. De definitie voor Urkunde staat op blz. 1. J.L. van der Gouw (e.a.), Nederlandse Archiefterminologie [Archivistica. Publicaties van de Archiefschool, nr. 2], (Zwolle: W.E.J. Tjeenk Willink N.V., 1962). Richard Pearce-Moses, A Glossary of Archival Records Terminology (Chicago: The Society of American Archivists, 2005). A.J.M. den Teuling, Archiefterminologie voor Nederland en Vlaanderen ('s Gravenhage: Stichting Archief publicaties, 2007). Wikipedia-bestanden (raadpleegdatum 19 oktober 2012): http://de.wikipedia.org/wiki/Charta, http://fr.wikipedia.org/wiki/Charte, http://en.wikipedia.org/wiki/Charter, http://nl.wikipedia.org/wiki/Oorkonde, http://de.wikipedia.org/wiki/Urkunde. Hans Waalwijk docent en onderzoeker archivistiek, Hogeschool van Amsterdam. nummer 10 2012 15

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2012 | | pagina 15