Macht over de herinnering Wie is eigenaar van het verleden? het recht om het verleden te veranderen? Dezelfde vragen kunnen erfgoed professionals stellen bij de nationale herinneringspolitiek van voormalige Oostbloklanden. Sinds de val van de communistische regimes in het begin van de jaren negentig doen de nieuwe regeringen daar hun best om de herinnering aan de onderdrukking levend te houden. De regering van Litouwen heeft standbeelden van communistische leiders bijeen laten brengen in Grutas Park in het Zuiden van Litouwen.2 In dit nieuw gecreëerde lieu de mémoire heeft zij heldenbeelden veranderd in symbolen van de communistische onderdrukking en het nationaal erfgoed van communistische regimes in het nationale erfgoed van hun democratische opvolgers. Helemaal gelukt is dat niet: Grutas Park is voor aanhangers van het oude regime toch ook een ankerplaats voor nostalgische gevoelens geworden. Voor hen zijn de beelden het erfgoed van het oude regime gebleven, hun eigen communistische erfgoed dus.3 In het kader van de herinneringspolitiek van voormalige Oostbloklanden worden ook vormen bedacht die de toeschouwer minder alternatieve interpretatieruimte laten. Een voorbeeld daarvan vindt men ook in Litouwen, in het Ondergronds Museum van het Socialisme bij Vilnius, waar dagelijks de theatrale performance '1984: Overlevingsdrama in een Sovjet Bunker' wordt opgevoerd.4 Professionele acteurs spelen Russische militairen en KGB-officieren die verdachte burgers drillen, vernederen en aan een kruisverhoor onderwerpen. Die burgers zijn geen acteurs maar de toeschouwers zelf, die zo aan den lijve ervaren hoe het is om burger te zijn van een totalitaire staat. Herinneringspolitiek heeft hier de vorm gekregen van een herdenkingsritueel met een dubbel machtsaspect. Met behulp van gebouwen, rekwisieten en rituelen uit de tijd van het communistische bewind dringt het een collectieve herinnering op aan de deelnemers en demonstreert het tegelijkertijd de herwonnen nationale zelfstandigheid van Litouwen. In Grutas Park en het Ondergronds Museum van het Socialisme hebben erfgoedprofessionals overblijfselen van het communistische verleden in een nieuwe context geplaatst en zo proberen te veranderen in symbolen van de sovjetonderdrukking, van het trauma van de Sovjetbezetting en van de nieuwe nationale identiteit. Hier oefenen erfgoedprofessionals macht uit De Mu^scas die vóór de elfde eeuw in het Andesgebied hebben geleefd, hebben niets te maken met de Columbiaanse Indianengemeenschap op dezelfde plaats die zich tegenwoordig de Muiscas noemt. Het overlevingsdrama in de Sovjetbunker, met een acteur als KGB-officier en toeristen als verdachte burgers (foto part. coll.). ongeacht welke archeologische site. Voor de talloze ontwortelde Indianen in Colombia is dat nog meer een levensnoodzaak dan voor veel andere gemeenschappen. Zonder historische binding met een territorium zijn ze hoogstens gast in eigen land: hun tradities verbieden hun ongenodigd naar een plaats te gaan die die niet henzelf of hun familie toebehoort. Interessant is de rol in dit proces van professionals als archeologen, antropologen, historici, archivarissen en andere erfgoed professionals. Zij ondersteunen, gewild of ongewild, historisch niet te rechtvaardigen claims van nieuwe Muiscas, door het materiaal aan te dragen dat deze als decorstukken op het schouwtoneel van hun sociale en politieke ambities kunnen zetten. Christian Ramirez, die bij mij in het afgelopen semester het tutorial 'Archives, memory and heritage' heeft gevolgd, heeft het herheemdingsproces van de nieuwe Muiscas onderzocht en er een paper over geschreven. Een paar jaar geleden deed hij als Colombiaans antropoloog zelf onderzoek op twee archeologische sites van de Muiscas. Zijn paper kan dan ook worden gelezen als een dialoog tussen hemzelf en de verschillende stemmen die het eigenaarschap van het verleden claimen. Hij levert er een bijdrage mee aan de beantwoording van de voor archivarissen en andere erfgoed professionals cruciale vragen: wie is eigenaar van het verleden en wie heeft 30 2012 nummer 6

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2012 | | pagina 30