Overeenkomsten en verschillen
Archiefwezen
Archeologiebestel
Archiefwet al vanaf 1918.
Monumentenwet van 1961, depotvorming bij musea tot jaren
'90, provinciale depots verankerd in nieuw bestel 2007 (Wamz).
Inspectie zowel op rijks-, provinciaal als gemeenteniveau
geregeld. Archiefvormers zijn verantwoordelijk voor het bewaren
van hun eigen archieven.
Landelijke erfgoedinspectie, toezicht op depots nog niet
geregeld. Gemeentelijke depots zijn gekoppeld aan een
opgravingsvergunning.
Belangrijke hoofdtaak archivaris is selectie
(voortdurende aanwas nieuwe stukken); grens: 1850.
Hoofdtaak archeoloog is bewaren (ouderdomscriterium);
grens onbepaald maar in praktijk vaak 1900.
Archieven vanouds vaak ook gebruikt om rechtmatigheid te
bewijzen.
Vondstcomplexen gebruikt om geschiedenis te schrijven.
Archiefwezen bedoeld om overheidshandelen breed te
documenteren, geen thematische selectie.
Behoud in situ bedoeld om Nederlands bodemarchief in den
brede veilig te stellen voor toekomstig onderzoek of blijvend
behoud.
Provinciaal toezicht ontwikkelt zich tot generiek interbestuurlijk
toezicht.
Veel bevoegdheden zijn van provincie naar gemeente gegaan,
maar provincies hebben aanwijsbevoegdheid gemeentelijke
depots.
Stimulerende rol blijft, naast controle op taakverwaarlozing.
Provincies ondersteunen gemeenten in opzetten gemeentelijk
beleid maar zijn terughoudend in aanwijzen nieuwe
gemeentelijke depots.
In noorden veel kleine, tamelijk goed georganiseerde depots.
Eén groot gezamenlijk depot voor bodemvondsten voor de drie
noordelijke provincies.
Particuliere archieven vaak aanvulling op overheidsarchieven.
Ontsluiting collecties amateurarcheologen net begonnen,
nog geen staand beleid.
Staand selectiepraktijk door archiefvormende instantie voorkomt
ontzamelen, krachtens de wet.
Ontzamelen en eigendom geregeld in Kwaliteitsnorm
Nederlandse Archeologie (2011).
'Digital born' stukken vormen groot archiveringsprobleem.
Vondstcomplexen en hun documentatie vormen kern
collectievorming; digitale en analoge documentatie vereist.
Licht eigengereide houding afzonderlijke archiefdiensten wel
aanvaard.
Streven naar meer uniformering na samenvoeging zelfstandig
opererende depots.
Sommige depots groeiden uit tot
archeologisch informatiecentrum. In
voor nieuwe gemeentelijke depots heeft
de provincie aanwijzingsbevoegdheid.
De kerntaak van een depot voor
bodemvondsten, het beheer van
vondstcomplexen, wordt sinds de
invoering van de Wamz landelijk
gestroomlijnd. Depotbeheerders
stemmen regelmatig onderling af en
scheppen zo meer uniformiteit.
Afgeleide taken kregen per depot
verschillend gestalte, waarvoor het Rijk
de provincies alle ruimte geeft.
Noord-Nederland heerst de unieke
situatie van één gezamenlijk depot voor
drie provincies.B
H. Groenendijk bijzonder hoogleraar
Archeologie en maatschappij aan de RUG
en provinciaal archeoloog van Groningen.
J. Dijkstra provinciaal archiefinspecteur
in Fryslan, Groningen en Drenthe.
Een opgraving live' kan altijd op publieke
belangstelling rekenen. Een goede documentatie
is misschien minder spectaculair maar
onmisbaar. Onderzoek klooster Essen in Haren
(foto H. Groenendijk).
16
2012 nummer 6