r r Open! V Een ander signaal voor de verschuiving van pull naar push is dat de archiefbezoeker kritischer wordt. Verbeterpunten Het online informatieaanbod van de archieven is de afgelopen jaren uiteraard gegroeid, met een hogere klantwaardering tot gevolg. De hoeveelheid gedigitaliseerde informatie scoort in 2011 gemiddeld 7,2 tegen 7,0 in 2009. Ook wordt de informatie op de websites vaker met "beter dan verwacht" bestempeld (24%, was 19%). Dit uit zich in een verbeterd zoekresultaat, juist onder de personen die uitsluitend online actief waren. Het aandeel "volledig gevonden wat ik zocht" steeg binnen deze groep in de laatste meting van 22% naar 27%. Dit droeg weer bij aan een hogere waardering voor de online dienstverlening. De intentie om de archiefwebsite(s) opnieuw te bezoeken is iets toegenomen (89%, was 84%) en het totaaloordeel over de websites is licht verbeterd (7,7, was 7,6). Ook het online zoeken is voor verbetering vatbaar. V Veel potentieel Daar bijna ieder archiefdocument dat vandaag de dag wordt gegenereerd 'born digital' is, kan het bijna niet anders dan dat op de langere termijn de fysieke dienstverlening verder zal afnemen. De studiezaal zal het kanaal worden voor de dienstverlening aan specialisten, met aangepaste open stelling, personeelsbezetting enzovoorts. Voor een optimale dienstverlening blijft op de korte en middellange termijn de klassieke studiezaal noodzakelijk. Meer dan de helft van de archiefbezoekers (52%) komt nog altijd naar de studiezaal (zie artikel René Spork en Ivo Zandhuis eerder in dit nummer). Er is immers meer niet dan wel online te vinden of te raad-plegen. Het gecombineerd gebruik van internet en Investeren in verbetering van de fysieke dienstverlening blijft in deze fase van het internettijdperk dus van groot belang, maar uiteindelijk wint de digitale dienstverlening het. Het internet verovert de wereld en heeft een enorme invloed op sociale relaties, de manier waarop we werken en wonen en op ons koop- en zoekgedrag. Waar het precies heen gaat weet niemand. Maar (hoogwaardige) kennis is wel de core business van de archiefsector. Dus als verschaffer van een historische beleving is het potentieel voor archieven enorm, zeker online maar vooralsnog ook fysiek. Bronnen archieven zelf dergelijke informatie via hun internetsite zijn gaan aanbieden (pushen), middels scanning on demand, beeldbanken en eigen publicaties over de (ontstaans)geschiedenis van een stad(swijk) of regio. Hier geldt dus: wie kennis deelt, laat z'n expertise zien en wordt gevraagd voor meer. Een ander signaal voor de verschuiving van pull naar push is dat de archief bezoeker kritischer wordt. De klant wilde al snel zoveel mogelijk (scans van origineel) genealogisch materiaal online, maar begreep dat dit tijd kost. Naarmate de tijd verstrijkt neemt dit begrip af en de laatste metingen van de monitor (vanaf 2007) laten zien dat de archief bezoeker die niet of slechts gedeeltelijk (online) vindt wat hij/zij zoekt, de dienstverlening van het archief overall lager waardeert. Wel zijn er nog altijd grote niveau verschillen tussen de verschillende archiefwebsites. Het totaaloordeel varieert van 6,6 tot 8,1. De waarderings cijfers op onderdelen van de online dienstverlening en de toelichtingen van de archiefbezoekers, maken duidelijk dat het verder uitbreiden van het online informatieaanbod nodig is. De bezoekers zien graag alle archieven online beschreven en zijn teleurgesteld als ze wel een verwijzing vinden naar een bron, maar de bron/het stuk zelf niet online kunnen raadplegen. Ook het online zoeken is voor verbetering vatbaar. Het is voor veel bezoekers onduidelijk in welke collecties of databanken online gezocht kan worden, of dat er überhaupt in afzonderlijke collecties kan worden gezocht. Bovendien geven veel zoekmachines verkeerde of onvolledige resultaten op zoekvragen. Ervaren bezoekers zouden graag de mogelijkheid hebben om geavanceerd te zoeken, met behulp van een groter zoekscherm. Ook heeft men graag de mogelijkheid om eigen zoekvragen online op te slaan en bronnen te bookmarken. Een derde aandachtspunt voor wat betreft de online dienstverlening is de interactie. De mogelijkheid informatie aan stukken of foto's toe te voegen, een bezoekersforum, chatten met archiefmedewerkers (online bege leiding) en/of informatie delen via sociale netwerken, zijn zaken die Web 2.0 kenmerken en waar (dus) ook door archiefbezoekers om wordt gevraagd. studiezaal is ook het meest doeltreffend (hoogste zoekresultaat). Niet in de laatste plaats worden de studiezalen relatief vaak bezocht door jongeren, een weliswaar kleine gebruikersgroep maar wel een die je als archiefsector met het oog op de toekomst niet van je wilt vervreemden. Investeren in verbetering van de fysieke dienstverlening blijft in deze fase van het internettijdperk dus van groot belang, maar uiteindelijk wint de digitale dienstverlening het - met een service als 'scanning on demand' - ruim van de fysieke dienstverlening. Weet waarin je investeert! Willem Boudestein, Kwaliteitsmonitor Dienstverlening Archieven (2002-2011). Rens Frommé, 'Inzicht in de klant'. Deimel ICT Advies, 'De Internet Revolutie', www.deimel.nl. Willem Boudestein zelfstandig research consultant bij Boud. Rens Frommé bureaumedewerker BRAIN. nummer 5 2012 17

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2012 | | pagina 17