De toekomst van de studiezaal: fysiek of digitaal? J3 Open! Met de komst van het world wide web 21 jaar geleden werd het internet toegankelijk voor het grote publiek. In Nederland waren we er betrekkelijk snel bij. Mede door gratis webbrowsers werd 'het Net' vanaf ongeveer 1995 verbluffend snel gemeengoed. Zodanig zelfs, dat er werd gesproken over een digitale revolutie. Dit proces is nog steeds gaande, al voltrekt het zich niet in alle sectoren even snel. In de eerste metingen van de Kwaliteitsmonitor (2002-2004) lag het zwaartepunt in de dienstverlening van archieven nog bij het fysieke bezoek. De online dienstverlening was volop in ontwikkeling, het online informatieaanbod beperkt en enkele deelnemende archieven hadden zelfs nog geen (eigen) website. Belangrijker nog was dat aanvankelijk de internetpenetratie onder 50-plussers achterbleef, terwijl zij met circa 70% de grootste gebruikersgroep van archieven vormen. In 2005 kwam de kentering naar online en inmiddels (2011) maakt van alle archiefbezoekers 40% uitsluitend gebruik van de online dienstverlening (was 9% in 2003). Nog maar 8% bezoekt uitsluitend een/de studiezaal (was 40% in 2003). Daarbij is het gecombineerd gebruik van studiezaal en internet in 2011 voor het eerst afgenomen naar 44%, waar deze in de periode 2002-2009 nog toenam van 27% naar 50%. De verschuiving in de dienstverlening van fysiek naar online is daarmee een voldongen feit. Push versus pull In het internettijdperk gaat het niet meer om het bewaken van kennis (om het te gelde te maken), maar is juist het delen van kennis de succes factor. Geen particulier betaalt voor het gebruik van Google's zoekmachine, maar aan de Amerikaanse Nasdaq noteert 1 aandeel Google wel ruim 600 US dollar. Hoe kan dat? studiezaal gesloten De verschuiving in de dienstverlening van fysiek naar online is daarmee een voldongen feit. zich toe trekken, maar het juist moeiteloos verspreiden. De Kwaliteitsmonitor laat zien dat deze verschuiving van pull naar push ook de archiefsector raakt. De laatste jaren is de informatiebehoefte van de archief bezoeker breder geworden. Traditioneel was er bovenal behoefte aan genealo gische informatie en deze wens bestaat nog steeds, maar een groeiend aantal bezoekers wil (daarnaast) ook historische informatie, beeldmateriaal en/of bouwkundige informatie. Meer specifiek blijkt uit de reacties op de open vragen in de Kwaliteitsmonitor dat zij online toegang wensen tot scans van originele bronnen. En dan niet alleen van genealogisch materiaal, zoals DTB registers (voor 1811), Burgerlijke Stand gegevens en/of kerkregisters/ parochiële archieven, maar ook van historisch materiaal, zoals kranten, dag- en weekbladen, foto's en prenten en geografisch materiaal (topografische kaarten, Kadastergegevens, bouw tekeningen). Ook is er veel behoefte aan online inzage van notarieel archief. Deze verandering in het bezoekmotief is onder andere het gevolg van het feit dat i/illem Boudestein en Rens Frommé ^Aanvankelijk werd internet gezien als ondersteunend, maar inmiddels halen diverse bedrijven hun omzet volledig via het web. We zien reeds dat sommige winkels geleidelijk aan uit het straatbeeld verdwijnen. Is dit lot ook de studiezalen van de archieven beschoren? Het internettijdperk kenmerkt zich door information push in plaats van information pull. Bedrijven en mensen willen niet meer moeizaam kennis naar Bezoekers welkom... (foto Stadsarchief 's-Hertogenbosch/Jac. Biemans). maar niet altijd (foto Stadsarchief 's-Hertogenbosch/Jac. Biemans). 16 2012 nummer 5

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2012 | | pagina 16